Time : 16:44:42
Date : 20 September 2007
Sender Name: Belga News Agency

BELGA-tentoonstelling in Internationaal Perscentrum Vlaanderen

Belga organiseert in het Internationaal Perscentrum Vlaanderen (Grote Markt 40, Antwerpen) een fototentoonstelling met Europees beeldmateriaal. Het is de afsluiter van een Europees project waaraan vijf Europese nieuwsagentschappen deelnamen: ANSA, BELGA, MTI, LUSA en PAP.

Drie jaar geleden werd het project SPHAENA (Safeguarding Historical Photographic Archives of European News Agencies) gelanceerd. Dit project dat werd gesubsidieerd door het DG Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie in het kader van het programma Cultuur-2000, beoogt het veiligstellen van belangrijke historische fotoarchieven van de vijf deelnemende Europese nieuwsagentschappen: ANSA, BELGA, MTI, LUSA en PAP.

In de loop van dit project heeft elk nieuwsagentschap een inventaris gemaakt van een groot aantal archieffoto's. Deze foto's werden ook gedigitaliseerd, niet alleen om te voorkomen dat deze rijkdom aan fotografisch materiaal zou verloren gaan, maar ook om dit waardevol Europees fotopatrimonium onder de aandacht te brengen van het publiek. Een selectie van dit Europees beeldmateriaal is te bezichtigen tijdens de tentoonstelling die elk deelnemend nieuwsagentschap in eigen land inricht.

De tentoonstelling loopt tot en met woensdag 3 oktober (openingsuren van 9 uur tot 17 uur, enkel op weekdagen).

De opening had plaats op donderdag 13 september met Paul Goossens, de chef van de Eurodesk van Belga als keynote speaker.

Hierna volgt de tekst van zijn toespraak.

De verbeelding aan de macht

Ook in Vlaanderen, zelfs in Antwerpen, kan het geen kwaad om heel evidente dingen nog eens onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld dat het niet goed met Europa gaat. Op een moment dat zelfverklaarde visionairen het voortdurend over het verdampen van België in Europa hebben, is het nuttig om de fragiliteit van het Europese bouwwerk in herinnering te brengen.

Nog dit jaar - op 16 oktober - moeten de regeringsleiders een akkoord over het nieuwe Europees verdrag bereiken en dat wordt een bijzonder moeilijke match. Er is het onvoorspelbaar gedrag van Polen en de gebroeders Kaczynski, maar ook Groot-Brittannië heeft de gewoonte om bij zulke onderhandelingen meestal nog een onverwacht nummertje op te voeren. En als de 27 het dan over alles eens zijn, moet elke lidstaat nog ratificeren. Met het grondwettelijk verdrag ging het in 2005 goed fout. Niet in Polen of Groot-Brittannië maar wel in Frankrijk en Nederland, twee stichtende leden van de Unie.

Als het deze keer misgaat, wordt het allemaal nog aanzienlijk erger dan in 2005. Dan dreigt een complete impasse van de Europese besluitvorming. Dan wordt het jaren wachten vooraleer een nieuwe poging ondernomen kan worden om de dingen in beweging te krijgen. Dan wordt het gedurfde scenario van Guy Verhofstadt over een kerneuropa actueler dan ooit.

Er is niet alleen het Europees verdrag, nog problematischer is de kwestie-Turkije . Sinds oktober 2005 is Turkije kandidaat-lidstaat, maar het eigenlijke Turkije-debat moet nog beginnen. Het feit dat Angela Merkel en Nicholas Sarkozy, toch niet de minsten in de Europese Unie, zich openlijk tegen het lidmaatschap van Turkije uitspreken en een bevoorrecht partnerschap bepleiten, wijst erop dat de tijden veranderd zijn en dat een fundamenteel debat onvermijdbaar wordt. Ik zeg fundamenteel, omdat elk debat over Turkije een geladen debat is. Het gaat dan over de grenzen van Europa, de rol van de religies, de relatie met de islam en de geopolitiek van het continent. Dat zijn geen simpele thema's, zeker niet als ze in het binnenlands politiek debat terecht komen.

De Europese Unie moet niet alleen de hindernissen van het Europese verdrag en Turkije nemen, zeer binnenkort - over welgeteld 85 dagen, op 10 december dus - komt er een nieuwe onafhankelijke staat bij. Middels een unilaterale verklaring van het eigen parlement krijgt Europa er een land van 11.000 km2 bij en dat bezorgt de Europese diplomatie koude rillingen. Kosovo dus. De Unie zal daar met honderden politiemensen naartoe trekken en er de volgende jaren honderden miljoenen euro voor uittrekken. Nogal wat lidstaten hebben het daar heel moeilijk mee, want Kosovo zou een precedent kunnen zijn voor regio's die een problematische relatie met het "moederland" hebben. Kosovo dreigt voor de Unie een mijnenveld te worden en de volgende weken voor grote interne verdeeldheid te zorgen.

En toch zijn niet het Europees verdrag, Turkije of Kosovo, de dossiers die de Europese chefs de meeste problemen bezorgen. De grootste zorg gaat naar de groeiende verwijdering tussen Europa en de burger. Ondanks de spectaculaire successen is de Europese Unie niet langer geliefd bij de burger. Europa zit er voor veel tussen dat het continent een halve eeuw relatieve vrede en welvaart kende. Dank zij de euro is de benzine iets minder duur en dank zij de euro kunnen we in de Brusselse wetstraat nu ook ongestraft surrealistische politieke spelletjes opvoeren. Toch is de Unie vooral populair buiten de Unie.

Binnen de Unie daarentegen brokkelt het vertrouwen af en neemt het euro-scepticisme toe. Niet zo lang terug hoorde ik toekomstig sp.a-voorzitter Caroline Gennez nog op televisie zeggen dat Europa geen enkele legitimiteit heeft. Of haar jeugdige leeftijd een voldoende excuus voor zo'n uitschuiver is, kan betwijfeld worden.

In een poging om de tanende populariteit van Europa te verklaren, hebben heel knappe koppen al boekenrekken vol geschreven. Omdat ik moet afronden en niet over hun intelligentie beschik, zal ik mij tot een simpele bedenking beperken. Als oudstrijder van de Europese journalistiek heb ik al meer dan 70 Europese Raden gevolgd, geen enkele premier -ook Wilfried Martens niet - deed beter. Hij zat natuurlijk binnen de vergaderzaal, ik in de perszaal. Voor de collega's die lekkere en spannende verhalen moeten brengen, zijn die Europese toppen niet zelden een beproeving. De politieke strijd, die er weliswaar beschaafder maar bij momenten even dramatisch en meedogenloos wordt gevoerd als in de theaterstukken van Shakespeare, wordt er onder tonnen onbegrijpelijke teksten, besluiten en resoluties gebetonneerd. Was het Karel De Gucht niet die na de top van juni, waarop het ontwerp Europees verdrag werd goedgekeurd, zei dat het de bedoeling was om een tekst op papier te zetten die niemand begreep.

Voor de schrijvende pers is het instituut Europa een beproeving, voor de beeldpers is het het een nachtmerrie. Altijd dezelfde beelden van veel heren en een enkele dame rond een vergadertafel, het al even saaie familieportret en tenslotte de zondvloed van persconferenties van weer dezelfde heren en eenzame dame. Europa mist een ziel omdat het is verworden tot een diplomatieke en bureaucratische woordenbrij, die alleen de ratio aanspreekt. Hoe kan Europa tot de verbeelding spreken als het geen pakkende en beklijvende beelden inspireert. Hoe kan Europa zonder beelden haar statuut van kil instituut verlaten en de meerwaarde van een vaderland krijgen? Zoiets krijg je niet met teksten of verdragen voor elkaar, wel met beelden die de vreugde en het lijden, de dood en het leven, de tijfels en de zekerheden van het continent op de gevoelige plaat vastleggen.

Deze tentoonstelling geeft hoop. Ze bewijst dat Europa zich stilaan bewust wordt dat ze het beeld moet koesteren. Dank zij de Europese steun was het mogelijk om waardevol fotomateriaal dat anders voorgoed verloren dreigde te raken, te digitaliseren en een plaats in het collectief Europees geheugen te geven. Het is prachtig dat Belga, één van de 5 uitverkoren persagentschappen was. Europa kan pas uit zijn lethargie komen als het weer tot de verbeelding spreekt, of zoals we het 40 terug op de muren schreven, als de verbeelding aan de macht komt. En laat ons niet vergeten, wat voor Europa geldt, geldt a fortiori voor België.

Foto's ook beschikbaar op pressreleases.be:
http://www.pressreleases.be/script_NL/newsdetail.asp?language=NL&ID=4 0393

Paul Goossens
Chief Eurodesk

Contactpersoon:
Philippe François
Belga Photodesk
Tel. +32 2 743 23 80

URL: http://www.belga.be