abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
21 september 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VCNL2007/596 -
Onderwerp
Kamervragen over autobergingsproblematiek (ingezonden op 4 september 2007)
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de Kamervragen van het lid De Krom (VVD)
van 4 september 2007 inzake autobergingsproblematiek.
1. Bent u bekend met signalen uit de markt, dat bergingen van voertuigen na
ongevallen niet overal optimaal verlopen en meer tijd kosten dan strikt
noodzakelijk is? Kunt u dit bevestigen? Zo ja, op basis waarvan?
1. Nee. Ik heb geen signalen gekregen dat de berging van voertuigen na
ongevallen niet optimaal verloopt.
2. Bent u bekend met mogelijke problemen in de regio Velser- Wijker- en
Schipholtunnels, zoals onvoldoende geschikt materieel en te lange
aanrijtijden? Heeft u aanwijzingen dat deze problemen onnodige gevaren
opleveren, met name als het gaat om vervoer van gevaarlijke stoffen? Kunt u
garanderen dat met de huidige systematiek - met name indien sprake is van
een ongeval met gevaarlijke stoffen - altijd adequate bergingsvoertuigen in zo
kort mogelijke tijd ter plekke zijn? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen
om dat wel te garanderen?
2. Nee, het is mij niet bekend dat er problemen zijn met de aanrijdtijden van
bergingsbedrijven in de regio Velser- Wijker- en Schipholtunnels. Dit voor
zowel de personenauto- als vrachtautobergingsbedrijven. Indien er een
voertuig, geladen met gevaarlijke stoffen, bij een ongeval betrokken is, is de
Brandweer de eerst aangewezen verantwoordelijke dienst om aan te geven
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
VCNL2007/596
op welke wijze deze lading behandeld dient te worden en wat de impact op
de omgeving en betrokkenen is. Pas nadat de Brandweer de ongevallocatie
vrijgeeft kan de berger aan de slag. Ik heb geen aanwijzingen vanuit de
Nederlandse Brandweer dat dit tot problemen heeft geleid.
3. Ziet u aanleiding in de beleidsregels inzake incident-management en/of in de
concessies, strengere eisen te stellen aan aanrijtijden, opleiding en materieel?
Kunt u uw antwoord toelichten?
3. Nee, ik zie geen aanleiding om vanuit de door u aangegeven mogelijke
problemen de beleidsregels aan te passen. Natuurlijk blijf ik continue kijken
welke verbeteringen en versnellingen kunnen worden doorgevoerd, om de
files als gevolg van incidenten te beperken. Een goed voorbeeld hiervan is de
aanscherping van de eisen welke door de Stichting Incident Management
Nederland (SIMN) aan de personenautobergers zijn opgelegd voor de recente
aanbesteding per 1 april 2007. Een ander voorbeeld is het uitvoeren van
proeven. Hierbij wordt samen met de bij het proces van de afhandeling van
incidenten betrokken hulpverleners gekeken of verdere procesverbeteringen
en werkwijzen kunnen leiden tot effectievere afhandeling kunnen leiden.
4. Is het waar dat de VHD/Europ Assistance combinatie en Eurocross samen zo'n 90%
van de bergingsmarkt in handen hebben? Hoe beoordeelt u dit vanuit het oogpunt
van de gewenste transparantie en concurrentie op de bergersmarkt?
4. Het is mij niet bekend dat de aandelen van de VHD, Europe Assistance en
Eurocross bij elkaar opgeteld 90% van de bergingsmarkt zouden bedragen,
nog afgezien van de vraag welke markt precies bedoeld wordt. Er zijn in
Nederland meerdere alarmcentrales en verzekeraars actief bij het inkopen van
bergingsdiensten bij ongevallen. Hierbij zitten een aantal grotere en een
aantal kleinere spelers. Het toezicht op het functioneren van de marktwerking
is, ook wat betreft de bergingsmarkt, belegd bij de NMa. De NMa opereert
hierin zelfstandig.
5. Bent u van oordeel dat de aanbestedingsprocedures zodanig verlopen dat
gunningen voldoende onafhankelijk en transparant tot stand komen? Kunt u
dat motiveren?
5. Op basis van de mij bekende informatie ben ik van mening dat de
aanbesteding van bergingswerk volgens de hiervoor vigerende regelgeving
voldoende onafhankelijk en transparant verloopt.
6. Ziet u reden de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) te vragen de
bergingsmarkt door te lichten? Zo neen, waarom niet?
---
VCNL2007/596
6. Neen. De NMa houdt zich al geruime tijd met klachten op dit gebied bezig,
maar vond geen aanleiding tot ingrijpen. Bij de Rechtbank Rotterdam en het
College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn daarover nog zaken aanhangig.
Ik verwacht u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat