Prestaties ambulancezorg bevestigen belang snelle afhandeling WAZ
28/09/2007 11:00
Pauw, Sanders, Zeilstra & Van Spaendonck
De sector ambulancezorg zet haar prestaties neer. Uit het Management Informatie (MI)-rapport 'Ambulances in-zicht 2006' blijkt dat de ambulance in 91% van de spoedgevallen op tijd bij een patiënt is.
Er is bovendien een positief verband te leggen tussen de geleverde prestaties en RAV-en (Regionale AmbulanceVoorzieningen), zoals die zijn voorzien in de Wet AmbulanceZorg (WAZ). De sector heeft er alle vertrouwen in dat ook de leden van de Eerste Kamer de wet snel aannemen. Daarmee is er, na tien jaar voorbereiding en vijf ministers, eindelijk een formeel kader dat aansluit bij de zorg die de burgers van Nederland dagelijks van ambulancezorgverleners mogen verwachten.
Met het MI-rapport heeft de ambulancesector haar huiswerk gemaakt. Er is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het op orde brengen van gegevens. Daarmee is de gewenste, goed onderbouwde verantwoording van publieke middelen mogelijk geworden. De prestaties mogen er zijn: een kleine 940.000 ritten per jaar, 16% volumegroei in de laatste 5 jaar en 98% van de ambulancezorgorganisaties en Meldkamers Ambulancezorg (MKA) is HKZ-gecertificeerd. Bijna altijd is een ambulance op tijd bij een patiënt. Dat is, gezien het beschikbare budget, een goede prestatie. Wat zorgelijk is is dat een aantal regio's op dit punt achterblijft.
Een RAV, zo blijkt uit het rapport, impliceert optimale condities voor het leveren van tijdige en verantwoorde ambulancezorg. Daarbij gaat het om een organisatie waarin zowel de feitelijk geleverde zorg als het stellen van de diagnose rond benodigde zorg met elkaar verbonden zijn. Ambulancezorg, van melding tot overdracht, is een ongedeeld product. Deze situatie wordt geformaliseerd in de WAZ. Verder is een RAV, die in geografisch opzicht samenvalt met de veiligheidsregio, van belang omdat daarmee de schaalgrootte wordt gecreëerd die nodig is om toegankelijke en doelmatige ambulancezorg te bieden van de gewenste kwaliteit.
In 9% van de gevallen wordt de norm van 15 minuten, waarin een ambulance in een levensbedreigende situatie ter plaatse moet zijn, overschreden. Dat gebeurt vaak in dunbevolkte gebieden. De spreiding en beschikbaarheid van ambulances is daar een punt van zorg. Dat heeft vooral te maken met het beschikbare budget en hangt dus samen met gemaakte politieke en maatschappelijke keuzes. Toch doen zich ook overschrijdingen voor in dichtbevolkte gebieden. Op grond van de uitkomsten van het MI-rapport is te concluderen dat dat voor een deel samenhangt met de wijze waarop de ambulancezorg daar georganiseerd is.
Uitgangspunt van de WAZ is dat de ambulancezorg, het woord zegt het al, zorg is. De ontwikkeling van ziekenvervoer naar hoogwaardige ambulancezorg is afgerond. Dat betekent dat het werk van ambulancezorgorganisaties en hun mensen deel uitmaakt van het zorgsysteem, waarvoor burgers premie betalen en zorgverzekeraars verantwoordelijkheid dragen. Net zoals dat bijvoorbeeld bij een ziekenhuis het geval is. Bij grootschalige ongevallen en rampen (GHOR) is een andere bevelslijn aan de orde. Daarover bestaat geen enkele discussie. De burgemeester, en eventueel de Commissaris van de Koningin en de Minister van Binnenlandse Zaken, hebben dan met onmiddellijke ingang de regie. Ook over de ambulancezorg en de meldkamer.