ChristenUnie
Overleg over krachtwijken
Overleg over krachtwijken
woensdag 26 september 2007 10:52
Inleiding
Voorzitter, ik vervang in dit overleg mijn collega Cynthia Ortega die
vanavond helaas niet aanwezig kan zijn. Ik zal eerst stil staan bij de
kabinetsreactie op het VROM-raad advies "Stad en stijging" en
vervolgens bij het actieplan Krachtwijken en het akkoord dat is
gesloten met de corporaties.
Stad en stijging
Mijn fractie onderschrijft het standpunt van de minister dat er
onverminderd aandacht nodig is voor het bevorderen van sociale
samenhang in brede zin in de wijken. Hierbij wordt echter naar mijn
idee te veel geredeneerd vanuit het stimuleren van sociale samenhang
voor de bevolkingsgroepen met lagere inkomens. Je zou ook kunnen
redeneren vanuit de vraag waarom mensen die "stijgen" wegtrekken. Wat
missen zij? Zou dit onderzocht kunnen worden? Ik denk dan bijvoorbeeld
aan een exit-interview op het moment dat mensen hun woning in bepaalde
wijken verlaten. Zo krijgen we echt zicht op waar behoefte aan is.
Graag een reactie! De minister stelt in aanvulling op het advies dat
ook integratie van belang is. Hiermee ben ik het eens maar ik mis
hierbij het tegengaan van discriminatie. Graag een reactie!
Dan het woordgebruik in de brief over stad en stijging. Ik lees
woorden als stijging, springplank en achterblijvers. Deze zijn
gebaseerd op aannames die uitgaan dat stijging altijd het gewenste
doel is. Ik betwijfel dat. Niet iedere kruidenier wil een groothandel
worden. Ambities zijn niet altijd gericht op expansie. Ouderen zouden
volgens de brief niet stijgen en dit krijgt bij mij de associatie
alsof dit een restcategorie zou zijn. Ook het woord achterblijvers
krijgt een negatieve associatie die niet wenselijk is. Mensen hebben
niet voor niets meestal een emotionele binding met de wijk waar ze
opgroeien en willen daar vaak niet weg. Graag een reactie!
Actieplan Krachtwijken
Voorzitter, mijn fractie deelt de ambitie van de minister om van de
aandachtswijken krachtwijken te maken. Dit vraagt om concrete actie en
slagkracht. Ik lees een aantal goede ideeën bijvoorbeeld rond
mentoring en werkervaringsprojecten. Ik ben benieuwd naar de
wijkactieplannen en charters want het actieplan is op onderdelen toch
nog vrij abstract. Zijn de wijkactieplannen al klaar en worden de
charters naar de Kamer gestuurd? Krijgen de Rotterdamse kansenzones
navolging in andere gemeenten?
Ik lees dat de minister regie wil nemen maar ook veel
verantwoordelijkheden bij de gemeenten legt. Waar is de minister zelf
op aanspreekbaar? Ik mis een duidelijke richting voor de gemeenten en
doelstellingen die SMART zijn geformuleerd. Zouden niet voorwaarden
moeten worden gesteld zoals bijvoorbeeld een verplichte paragraaf over
ondernemerschap in de wijk? Ook worden in het actieplan nogal wat
aanpalende beleidsterreinen opgesomd, zelfs luchtkwaliteit. We moeten
oppassen dat we onder het motto integraal werken zoveel er bij halen
dat we het doel voorbij lopen. Ook gemeenten hebben wensen. Hoe
voorkomen we een te brede aanpak? Graag een reactie! Overigens zie ik
in het actieplan ook een aantal analyses die ik nog niet zie
terugkomen in acties... Maar ook dat heeft te maken met die
integraliteitsparadox.
Een heldere lange termijn visie is van belang. Er is snel actie nodig
maar we moeten oppassen dat we hiermee niet allerlei actiepakketten
creëren zonder dat duidelijk is binnen welke visie dit past. Ik mis
dat nog in het actieplan want daarin wordt alleen gesproken over de
vijf thema's wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en
veiligheid. In Rotterdam werkt de stad met een heldere visie hoe de
stad op de lange termijn er uit wil zien en dit wordt doorvertaald
naar de gewenste identiteit van de verschillende wijken. In de brief
over stad en stijging (blz. 5 bovenaan) zie ik deze notie ook terug
maar ik vind het niet terug in het actieplan krachtwijken. Komt een
dergelijke brede visie terug in de wijkactieplannen en charters?
Bureaucratie
We moeten voorkomen dat we een te grote bureaucratische organisatie
optuigen. Hoe verhouden de wijkactieplannen en charters zich tot
elkaar? Wat is de verhouding van de wijkenaanpak tot het Grote
Stedenbeleid en de stedelijke vernieuwing (blz. 8). Ik lees dat er
gezocht wordt naar vereenvoudiging van rapportages (blz. 10). Zou er
niet ook in de uitvoering gezocht kunnen worden naar een extra
spinn-off? Wat gaat de minister doen om de verkokering van geldstromen
verder op te lossen (blz. 14)? Hoe voorkomt de minister dat er een te
grote organisatie wordt opgezet voor accountmanagement, ondersteuning
van gemeenten en visitatie (blz. 16)?
Preventie
Voorzitter, graag zou ik van de minister willen weten hoe we voorkomen
dat er nieuwe aandachtswijken ontstaan. Kortom: hoe zit het met
preventie? Als we hier niet voldoende aandacht voor hebben dan hebben
we over een aantal jaar een debat over 40 nieuwe aandachtswijken. Sako
Musterd, hoogleraar aan de UvA, stelt dat gemeenten de
wijkproblematiek scherper moeten definiëren voordat ze aan de slag
gaan. Er wordt wat hem betreft te vaak naar fysieke oplossingen
gezocht. Hoe gaat de minister zorgen dat het geld voor de wijkaanpak
wordt ingezet voor de echte problemen? Hoe wil de minister een
waterbedeffect door verplaatsing van problemen voorkomen? Ik denk dan
ook specifiek aan het tijdig gereed komen van voorzieningen in
nieuwbouwwijken. Een vraag in het verlengde hiervan is: hoe behouden
we prachtwijken? Structurele inbedding wordt als een experiment gezien
maar zou volgens mij voor veel projecten een randvoorwaarde moeten
zijn (blz. 16). Graag een reactie!
Islam
Voorzitter een korte opmerking over de Islam. De minister wil zo lees
ik werken aan het verbeteren van het beeld van de islam (blz. 8). In
de begroting wordt daar nog uitgebreider bij stil gestaan. Op dit
moment wil ik alvast opmerken dat het volgens mijn fractie daar niet
om moet gaan. Het gaat om de vraag in hoeverre groepen elkaar
accepteren. De overheid moet hiervoor niet de islam gaan promoten of
het beeld van de islam verbeteren. Graag een reactie!
Akkoord corporaties
Voorzitter ik ben blij dat er een akkoord is gesloten met Aedes over
de financiering van de wijkaanpak. Bepalend voor de draagkracht van de
corporaties is de WOZ-waarde. Dit hoeft nog niets te zeggen over het
geld dat feitelijk beschikbaar is. Graag een reactie! Ik begrijp dat
het geld nog zal worden verdeeld middels een indicatieve verdeling.
Welke criteria worden daarbij gehanteerd? Het geld uit het
investeringsfonds kan ook worden gebruikt voor reeds bestaande
investeringsafspraken. Moeten hier niet nadere voorwaarden aan worden
gesteld?
In Trouw legt econometrist Gert Middelkoop de vinger bij de
rendementseis van het investeringsfonds. De enige winst zou zijn dat
woningcorporaties kunnen lenen op basis van inflatieniveau in plaats
van marktrente. Dat is veel minder dan 250 miljoen (slechts 5
miljoen). Graag een reactie van de minister op dit punt. Wat gaat er
na 10 jaar met het fonds gebeuren? In artikel 4 van het akkoord wordt
stilgestaan bij de ouderenhuisvesting. Ik mis hier de studenten. Graag
een reactie.
Alleen de uitgesproken tekst geldt.