Akkoord met Vogelaar biedt corporaties alle ruimte

28/09/2007 14:47



IVBN



Doel Investeringsfonds vaag en onduidelijkheid
Akkoord met Vogelaar biedt corporaties alle ruimte

De corporaties hebben volgens IVBN belangrijke toezeggingen binnengehaald in ruil voor een vaag en onduidelijk investeringsfonds. Corporaties krijgen ook van minister Vogelaar de brede verantwoordelijkheid voor het wonen toebedeeld en de grip van de overheid op de corporaties zal aanzienlijk verminderen. Voorts zal de minister zich inspannen om de corporaties de benodigde investeringscondities te bieden waarmee 150.000 nieuwe (waaronder dure huur en koop-)woningen in én buiten de 40 wijken worden gerealiseerd.

IVBN maakt zich dan ook opnieuw grote zorgen over verdere verscherping van oneerlijke concurrentie en marktverstoring door corporaties op commerciële markten. De minister lijkt daartegen niet te willen optreden, omdat ze de corporaties te hard nodig heeft. IVBN waarschuwt bijvoorbeeld tegen het bij voorrang beschikbaar stellen van bouwlocaties aan corporaties.

De welwillende houding tegenover de corporaties staat in contrast met de dreiging van dit kabinet om een deel van het maatschappelijk bestemd vermogen van de corporaties af te romen. Om dat te doen heeft de overheid gekozen voor bijzondere maatregelen in de vennootschapsbelasting, waartegen corporaties te hoop lopen.

In het akkoord trekt de meeste aandacht een te vormen fonds met 250 miljoen euro voor de corporaties die in de 40 wijken willen investeren, als die daarvoor te weinig liquide middelen zouden hebben. De werking van het fonds is volstrekt onduidelijk, net als hoeveel geld er nu daadwerkelijk jaarlijks in en uit gaat. De in de 40 wijken actief zijnde corporaties investeren immers al fors in hun woningbezit in die wijken en zijn bereid om ook in de sociale sfeer te investeren in projecten, omdat dat de waarde van hun bezit vergroot. Mocht een investerende corporatie liquide middelen tekort komen om die investeringen te doen, dan kunnen "trekkings-rechten" op het fonds worden uitgeoefend. In dat geval zullen andere corporaties liquide middelen beschikbaar stellen in ruil voor een deel van het woningbezit in die wijken. Het fonds zelf kent geen reële rendementsdoelstelling. Vanwege de ontbrekende rendementseis kan de inbrengwaarde van de woningen zeer hoog zijn. Onduidelijk is of die geldschietende corporaties hun verkregen bezit vervolgens weer kunnen verkopen en aan wie. Het fonds lijkt daarmee sterk op het Wooninvesteringfonds, een vrijwillig matchingsinitiatief tussen rijke en arme corporaties. Zoals uit het recente jaarverslag van het Wooninvesteringsfonds blijkt, bestaat echter binnen de corporatiesector gebrek aan animo. Het met veel tamtam nu aangekondigde Investeringsfonds lijkt daarmee niet meer te zijn dan opnieuw een vrijwillig matchingsinitiatief waar alleen de corporaties onderling als extra vangnet wat aan hebben.