Technische Universiteit Eindhoven

Een doorligwond eerder zien aankomen

Nieuwe methode van Eindhovense onderzoekster kan aantal patiënten fors terugdringen

De kans op doorligwonden bij patiënten kan nog veel beter in kaart worden gebracht. Dat stelt ir. Debbie Bronneberg, die woensdag 3 oktober haar proefschrift Biochemical markers for early detection of superficial pressure ulcers verdedigt aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Zij promoveert op een biologisch 'early warning system' voor de aandoening doorliggen. Haar onderzoek kan leiden tot een betere preventie van doorligwonden bij patiënten in ziekenhuizen en verpleeginstellingen.

Debbie Bronneberg (29) studeerde in 2003 aan de TU/e af als biomedisch ingenieur. Aansluitend verrichtte zij dit decubitusonderzoek bij de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e in samenwerking met het Catharina-ziekenhuis Eindhoven en het VU Medisch Centrum.

Zeer kostbaar

Het oplopen van een doorligwond kan voor een patiënt uiterst vervelend zijn. De wonden kunnen in de huid ontstaan en uitbreiden naar de onderliggende weefsellagen. Niet alleen kan het helse pijnen veroorzaken, maar is de schade vaak ook onherstelbaar en kan het letterlijk gaten in het lichaam slaan. In verergerde vorm kunnen mensen er ook aan overlijden, zoals Superman Christopher Reeve die in 2004 overleed aan een ontsteking van een doorligwond. Of in de taal van een stelling bij de dissertatie van Debbie Bronneberg: Zelfs Superman was niet sterk genoeg om zich te wapenen tegen decubitus. Daarnaast is de preventie en behandeling van doorligwonden zeer kostbaar. In Nederland kost dat al meer dan 1% van het totale zorgbudget, en komt daarmee na kanker en cardiovasculaire ziektes op de derde plaats.

Kwaliteitsmaat

Ziekenhuizen en verpleeginstellingen zien het belang in van een goede behandeling van deze aandoeningen. Doorligwonden zijn daar vaak een kwaliteitsmaat van de behandeling van patiënten. Om deze wonden te voorkomen worden vragenlijsten afgenomen bij patiënten die langer in bed moeten blijven die een indicatie geeft van de kans op de aandoening. Patiënten met een verhoogd risicoprofiel krijgen extra op de persoon toegesneden voorzieningen, zoals een aangepaste matras of extra verpleegkundige zorg. Risicoanalyse op basis van vragenlijsten is echter onnauwkeurig, maar liefst 30% van de beoordelingen blijken niet te kloppen, ofwel de patiënt heeft de aangeboden extra zorg niet nodig, of, nog veel erger, de patiënt heeft deze zorg wel nodig terwijl deze is onthouden. Met bij meer dan 1 op de 10 mensen doorligwonden als resultaat.

Biomarkers

Om daar verbetering in te brengen heeft Debbie Bronneberg gezocht naar een manier om doorligwonden te zien aankomen voordat de zichtbare schade optreedt. Met verschillende experimenten, waarbij zij een drukbelasting op de huid aanbracht, ontdekte zij een viertal biochemische stofjes (biomarkers), die ruim voor het optreden van de eerste verschijnselen van een doorligwond al in verhoogde concentraties te meten zijn. Met een speciaal pleister kunnen deze stofjes op een niet-invasieve en pijnloze manier van de huid opgevangen worden.

Incontinentie

Zij heeft daarnaast ook onderzoek gedaan naar de invloed van ongewild urineverlies (incontinentie) op doorligwonden. Blootstelling aan urine kan de huid gevoeliger maken voor mechanische belastingen, waardoor incontinente patiënten een verhoogd risico hebben op doorligwonden. Haar onderzoek bevestigt dit door te laten zien dat de biomarkers in toenemende mate vrijkomen.

Biosensor

Ir. Debbie Bronneberg heeft met haar onderzoek een veelbelovende stap gezet in het betrouwbaar vaststellen van de risico's van patiënten op het ontwikkelen van doorligwonden. Voordat haar methode alom in ziekenhuizen toepassing kan vinden als aanvulling op de vragenlijsten, moet echter nog een aantal uitgebreide testen met patiënten plaatsvinden. Daarnaast moet er nog een echte biosensor op basis van haar bevindingen ontwikkeld worden.