Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

04-10-2007

Exposorium 1967 -- 2007, veertig jaar kunstbeleid op de VU

Exposorium viert haar jubileum

Het Exposorium van de Vrije Universiteit te Amsterdam viert het 40-jarig jubileum met een tentoonstelling. Er wordt werk getoond van 28 kunstenaars die in het verleden een tentoonstelling hebben gehad op één van de vele locaties van het Exposorium. Het zijn bekende en minder bekende kunstenaars, die een ouder en een recent werk laten zien. Het oudere werk geeft in grote lijnen een beeld van de ontwikkelingen en 'trends' in de beeldende kunst van de afgelopen veertig jaar.

Toon Verhoef (1946) maakt in 1969 een installatie met de woorden 'windschermen', 'stuurstoelen', 'zwemtrappen' op een wand in de kantine van het Provisorium, een noodgebouw. Het waren willekeurige woorden uit een catalogus voor scheepsartikelen, 'Het gebruik van woorden als beeld is een eenmalige actie geweest binnen mijn werk', zegt hij nu. 'Alles kon in die tijd, als het maar niet op kunst leek'. In overleg is een historisch onverantwoorde reconstructie van het werk gemaakt.Ook een schilder als Philip Akkerman (1956) blijft trouw aan zijn principe uitsluitend zelfportretten te schilderen. 'Zo dacht ik in het begin dat ik echt mezelf schilderde. Na een paar jaar veranderde dat en ik zag mezelf als een pars pro toto voor alle mensen, voor alle levende wezens, ja zelfs voor alles wat bestaat. Nog weer later interesseerde ik me alleen nog voor het schilderij. Ik was verf geworden.'

Het Exposorium heeft veel aandacht besteed aan het werk van Nederlandse beeldhouwers zoals Jos Kruit, Herman Makkink en Joost van den Toorn. Ook van een jongere generatie beeldhouwers als Arjanne van der Spek, Anne-Marie van Sprang en Tom Claassen wordt prachtig werk getoond. Van Sprang laat subtiele beeldjes van was en porselein zien: "...Van Sprang is in haar materiaalkeuze en in de onderwerpen die ze aan de orde stelt de kracht van het kwetsbare toegedaan. Haar werken in porselein zijn daar een mooi voorbeeld van. Kwetsbaarheid leidt bij haar nooit tot onooglijkheid. Altijd hebben haar beelden een aanwezigheid die manifest de kwaliteit van de broosheid verdedigt'.