CD&V

Actualisatie van het Vlaams milieubeleidsplan

05/10/2007

Op voorstel van Hilde Crevits, Vlaams minister voor Openbare Werken, Energie Leefmilieu en Natuur keurde de Vlaamse Regering de actualisatie van het Vlaamse Milieubeleidsplan (Mina-plan 3) principieel goed. Het milieubeleidsplan legt de hoofdlijnen vast van het Vlaamse milieubeleid. De belangrijkste wijzigingen aan het bestaande milieubeleidsplan hebben betrekking op het klimaat- en waterbeleid en de biodiversiteit.

Om de cyclus van de milieubeleidsplanning beter af te stemmen op de Vlaamse regeercyclus werd vorig jaar het decreet 'algemene bepalingen inzake milieubeleid' (DABM) gewijzigd. Op die manier kunnen de voorbereidingen voor het Mina-plan 4 gelijk lopen met de voorbereidingen voor een nieuwe regeerperiode (najaar 2009). Op dat ogenblik zal ook gezocht worden naar een optimale afstemming met alle andere strategische beleidsplannen met een relevantie voor milieu en natuur.

Aangezien het huidige beleidsplan (Mina 3) loopt van 2003 tot en met 2007, moet de periode 2008-2010 worden overbrugd. De doelstellingen en maatregelen van het oorspronkelijke plan moeten aangepast worden. Daarom wordt een actualisatie voorgelegd conform aan het DABM in functie van internationale ontwikkelingen en bevindingen uit recente milieu- en natuurrapporten.

Belangrijke wijzigingen werden onder meer aangebracht in de hoofdstukken die betrekking hebben op klimaat, waterbeleid en biodiversiteit.

Klimaatbeleid

In een snel veranderende internationale context was een actualisatie van de doelstellingen inzake klimaat absoluut vereist. De EU besliste immers op de Lentetop van 8-9 maart 2007 om onafhankelijk van de internationale context een verregaande reductie in de emissie van broeikasgassen te realiseren. Sinds deze beslissing wordt de discussie over de EU-lastenverdeling voorbereid, ook door België en Vlaanderen. De langetermijndoelstelling van het Mina-plan 3+ zal in functie daarvan worden vastgesteld. In het kader van de vastgestelde Europese-reductiedoelstellingen, waarin rekening zal worden gehouden met de economische, sociale en ecologische randvoorwaarden van de lidstaten, zal Vlaanderen een op kostenefficiëntie gebaseerde en evenredige inspanning leveren.

De Vlaamse overheid wil werk maken van haar voorbeeldrol m.b.t. duurzame ontwikkeling en rationeel energiegebruik (REG). Vanaf 1 oktober 2008 wordt het energieprestatie-certificaat ingevoerd voor publieke gebouwen en zullen de verbruiksgegevens in elk geval beschikbaar moeten zijn. Ondertussen werd ook het actieplan 2006-2010 energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen goedgekeurd. In dit plan is voorzien om alle REG-investeringen met een terugverdientijd van 7 jaar of minder, binnen de drie jaar uit te voeren en alle REG-investeringen met een terugverdientijd van 10 jaar of minder, binnen de vijf jaar. Deze acties zijn een belangrijke stimulans om een aanzienlijke energiebesparing te realiseren.

Een belangrijke, nieuwe maatregel die wordt voorgesteld is dat Vlaanderen een adaptatieplan opmaakt. Hierin wordt de impact van de klimaatwijzigingen in kaart gebracht tegen 2010 - 2012. Concreet worden de effecten bestudeerd op landbouw, visserij en bosbouw, de menselijke gezondheid, recreatie en toerisme, de waterbevoorrading en -kwaliteit, de ecosystemen en biodiversiteit en de industriële en openbare infrastructuur. Deze impactstudie zal de basis zijn voor het opstellen van een Vlaams adaptatieplan.

Waterbeleid

Voor water blijven de langetermijndoelstellingen ongewijzigd. Deze passen binnen de verplichtingen van de Kaderrichtlijn Water en het decreet betreffende het Integraal Waterbeleid. De "goede toestand" moet in principe in alle grondwaterlagen, beken, rivieren etc. bereikt worden in 2015. Belangrijke maatregelen voor de volgende jaren behelzen onder andere de opmaak van (gebiedsgerichte) integrale waterbeleidsplannen (bekken- en stroomgebiedsbeheerplannen) en de verdere uitbouw van de watersysteemkennis. De door de Kaderrichtlijn Water verplichte monitoringprogramma's, met onder meer verscheidene nieuwe kwaliteitselementen betreffende biologie, fysico-chemie en hydromorfologie, worden operationeel.

Er worden vanaf 2008 nog meer middelen ingezet voor de investerings- en optimalisatieprogramma's voor bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur (jaarlijks 150 miljoen EUR). Voor de gemeentelijke zuiveringsinfrastructuur wordt vanaf 2009 recurrent 50 miljoen euro per jaar extra voorzien (totaal 120 miljoen euro per jaar). Deze verdere en versnelde realisatie van investerings-, subsidie- en optimalisatieprogramma's dringt zich sterk op om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Door een verdere optimalisatie (o.a. de aanleg van gescheiden rioleringsstelsel, de uitbreiding van RWZI's met nutriëntverwijdering) en de verdere aansluiting van inwoners op RWZI's kan nog een ruime milieuwinst geboekt worden. Tenslotte dient in landelijke gebieden het afvalwater gezuiverd te worden door ofwel kleinschalige zuiveringsinstallaties, ofwel individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater. De gemeentelijke zoneringsplannen die het waterzuiveringbeleid gaan helpen stroomlijnen, worden afgewerkt en in de komende maanden goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Biodiversiteitsbeleid

Inzake biodiversiteit worden de komende jaren belangrijke nieuwe instrumenten ontwikkeld waaronder:


* de vaststelling van de instandhoudingdoelstellingen voor de habitat- en vogelrichtlijngebieden. De instandhoudingdoelstellingen hebben o.a. betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied.
* de heroriëntering van het huidige beheersinstrumentarium in functie van de habitatrichtlijn;
* de stroomlijning van het soortenbeleid.

Het aankoopbeleid wordt verder geanalyseerd in het licht van een evaluatie van de ingezette instrumentenmix voor het natuurbeleid, zoals voorzien in het regeerakkoord. Een algemene prioriteit hierbij is de bescherming van habitattypen en van leefgebieden van soorten in Natura 2000. Het instrument Grondenbank kan de komende jaren faciliterend werken bij dit verwervingsproces.

De actualisatie van het Milieubeleidsplan komt, net zoals de vorige milieubeleidsplannen, stapsgewijs tot stand: vandaag werd door de Vlaamse Regering een ontwerp goedgekeurd. Vanaf 8 oktober volgt dan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen waarbij de tekst van het ontwerp onder andere te vinden is op www.milieubeleidsplan.be. Na evaluatie van de bemerkingen en de adviezen van Minaraad en SERV op het ontwerp, wordt de definitieve tekst dan vastgesteld door de Vlaamse regering.


* door Hilde Crevits


CD&V
Wetstraat 89
1040 Brussel
Tel : 02.238.38.11
Fax : 02.230.43.60
www.cdenv.be
E-mail : inform@cdenv.be