AWVN

Datum: 28 september 2007

Het Hof Den Haag heeft op 31 mei 2006 beslist dat de 30%-regeling ook van toepassing is op een ontslagvergoeding. De staatssecretaris is tegen de uitspraak van het Hof in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal adviseert de Hoge Raad om de staatssecretaris gelijk te geven in zijn stelling dat de 30%-regeling niet van toepassing is op ontslagvergoedingen.

De Nederlandse 30%-regeling is een fiscale faciliteit voor uit het buitenland aangeworven personen met een specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Werkgevers van werknemers met een 30%-regeling kunnen aan die werknemers een onbelaste vergoeding voor zogenaamde extraterritoriale kosten verstrekken van maximaal 30% van het fiscale loon.

Het Hof Den Haag heeft op 31 mei 2006 beslist dat de 30%-regeling ook van toepassing is op een betaalde afkoopsom ter zake van het einde van een dienstbetrekking. De fiscus kwalificeert deze afkoopsom als loon uit vroegere dienstbetrekking, aangezien de vergoeding normaliter betaald wordt als de dienstbetrekking al is beëindigd. Het beroep van de belastinginspecteur dat de 30%-regeling op basis van de wettelijke regeling alleen van toepassing is op het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking werd door het Hof verworpen.
De staatssecretaris is tegen de uitspraak van het Hof in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.

Op 3 juli 2007 heeft de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad deze geadviseerd om de staatssecretaris gelijk te geven. Volgens de Advocaat-Generaal valt loon uit vroegere dienstbetrekking niet onder de grondslag van de 30%-regeling. De staatssecretaris baseert zich in zijn oordeel op het gegeven dat bij de wijziging van de de 35%-regeling in de - wettelijk verankerde - 30%-regeling geen inhoudelijke wijzigingen in de regeling zijn beoogd. Bovendien past de beperking in de doelstelling van de regeling, zo vindt de staatssecretaris.

Wij adviseren AWVN-leden om, hangende de cassatieprocedure bij de Hoge Raad, bij de uitbetaling van een ontslagvergoeding geen rekening te houden met de 30%-regeling. Tegelijkertijd raden wij aan om ter behoud van rechten bezwaar te maken tegen de aanslag loonbelasting van de periode waarin de vergoeding is verloond. Als de Hoge Raad positief beslist, is in principe met een beroep op de procedure de teveel ingehouden loonbelasting terug te vorderen. Echter, bij een negatieve uitspraak zou het moeilijk kunnen worden de te weinig ingehouden loonbelasting te verhalen op de werknemer als de 30%-regeling wel is toegepast.

Mocht u hier meer over willen weten, belt u dan met de AWVN-werkgeverslijn, (070) 850 86 05 of werkgeverslijn@awvn.nl.