08-10-2007
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ten Broeke en Pechtold over verhindering door Polen van de
plannen voor een Europese dag tegen de doodstraf. Deze vragen werden ingezonden
op 20 september 2007 met kenmerk 2070800360.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese
Zaken op vragen van de leden
Ten Broeke (VVD) en Pechtold
(D66) over verhindering door
Polen van de plannen voor een Europese dag tegen de
doodstraf.
Vraag 1
Heeft de Poolse regering in een bijeenkomst van de EU-ministers van
Justitie en Binnenlandse Zaken plannen voor een Europese dag tegen de doodstraf
(op 10 oktober a.s.) getorpedeerd en daarmee verhinderd dat de Europese Unie
tezamen met de Raad van Europa op die dag een plechtige verklaring tegen de
doodstraf zou aannemen? 1)
Antwoord
Tijdens een bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse
Zaken van de Europese Unie op 18 september jongstleden, heeft de Poolse
regeringsvertegenwoordiger niet kunnen instemmen met het voorstel van de
Europese Commissie om een Europese dag tegen de doodstraf in te stellen. In de
Raad van Europa is inmiddels besloten tot de instelling van een dergelijke dag.
In het besluit ligt de mogelijkheid besloten dit gezamenlijk met de EU te
organiseren. Polen heeft zich onthouden van stemming hierover.
Vraag 2
Wordt daardoor ook een campagne gefrustreerd die de Europese Unie bij de
Verenigde Naties wil beginnen voor een moratorium op de doodstraf?
Antwoord
Nee. Het feit dat Polen een gezamenlijke dag tegen de doodstraf van de
Europese Unie en de Raad van Europa heeft geblokkeerd, frustreert de wereldwijde
EU-campagne tegen de doodstraf niet. Zoals alle EU lidstaten heeft ook Polen
zich gecommitteerd aan wereldwijde afschaffing van de doodstraf.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de lidstaten van de Europese Unie en van de Raad van
Europa geen doodstraf zouden moeten toepassen en dat zij de doodstraf ook actief
dienen te verwerpen?
Antwoord
Ja.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er een zeer groot verschil bestaat tussen 'doodstraf'
enerzijds en 'abortus' en 'euthanasie' anderzijds en dat de Poolse regering
geheel ten onrechte een direct verband heeft gelegd tussen deze zaken?
Antwoord
Ja.
Vraag 5
Bent u bereid om in de volgende bijeenkomst van de Raad van de
ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie krachtig te protesteren
tegen de wijze waarop de Poolse regering poogt te verhinderen dat de Europese
Unie duidelijk stelling neemt tegen de doodstraf?
Vraag 6
Bent u tevens bereid om ook bilateraal krachtig bij de Poolse regering
te protesteren tegen het feit dat zij de Europese dag tegen de doodstraf heeft
getorpedeerd en daartoe de Poolse ambassadeur te ontbieden om hem dit protest
kenbaar te maken?
Antwoord
Nederland acht de Poolse stellingname uiterst teleurstellend en zal
Polen in EU- en bilaterale bijeenkomsten blijven aanspreken op zijn
stellingname.
1) de Volkskrant, 19 september 2007
Ministerie van Buitenlandse Zaken