Nieuws
Kans op mist
10 oktober 2007 - De komende dagen is er kans op mist. Het KNMI geeft
extra waarschuwingen voor mist die ook op de Europese website
www.meteoalarm.eu zijn te vinden. Mist kan zeker in het
verkeer verraderlijk zijn, vooral in mistbanken die het zicht bij
vlagen sterk verminderen.
Grondmist (foto: Peter de Vries, KNMI)
Grondmist (foto: Peter de Vries, KNMI)
De weerkundigen spreken van mist als het zicht in horizontale richting
door kleine in de lucht zwevende waterdruppeltjes wordt beperkt tot
minder dan 1000 meter. Bij dichte mist is het zicht minder dan 200
meter, bij zeer dichte mist minder dan 50 meter. Over korte afstanden
van soms nog geen honderd meter kunnen enorme verschillen optreden in
het zicht.
Het KNMI heeft mede aan de hand van satellietbeelden veel onderzoek
gedaan naar mistvorming en mistgevoelige plaatsen. Door gebruik van
specifieke stralingseigenschappen van mist kunnen ook in de nacht
mistvelden zichtbaar worden gemaakt op satellietbeelden.
Mist op de snelweg
De vorming van mist hangt af van veel factoren, zoals begroeiing,
reliëf en de nabijheid van open water.
Mist ontstaat bij voorkeur in de buurt van sloten of boven laaggelegen
weilanden. Dat gebeurt bij rustig weer in hogedrukgebieden met
vochtige lucht. Een beetje wind kan zorgen voor verplaatsing van een
heel mistgebied, waardoor het zicht in een bepaalde omgeving opeens
kan veranderen. De eerste mist zien we dus meestal langs de weg en
mistbanken die de weg opdrijven lossen daar in eerste instantie op
door luchtbeweging en warmte van het verkeer. De mistvrije "tunnel"
kan op sommige weggedeelten een tijdje standhouden, maar op andere
plaatsen hangen de mistbanken meteen over de weg. Vooral zo'n
situatie, met grote verschillen in zicht, is gevaarlijk voor verkeer
dat pas in de mist snelheid mindert.
Mistklimaat
De kans op mist is het grootst tussen oktober en januari, vooral na
zonsondergang en met name vlak vóór zonsopkomst. In het binnenland
telt een maand in het mistseizoen 8 tot 10 mistdagen, aan zee 5 tot 7.
In het voorjaar en in de zomer is het aantal mistdagen ongeveer de
helft van dat in de herfst. Bovendien lost de mist na zonsopkomst door
de warmte `s zomers veel sneller op. In de zomer blijft de mistduur
beperkt tot hooguit een paar uur, terwijl mist in het najaar of de
winter soms de hele dag blijft hangen. 's Avonds, wanneer het afkoelt,
wordt de mist meestal dikker.
Mistmetingen
Het horizontale zicht wordt op de weerstations gemeten met een
transmissometer of een scatterometer. Dergelijke mistmeters zijn
ook te vinden langs start- en landingsbanen op vliegvelden en bij
autowegen. Ze zien eruit als een paal met twee naar elkaar gerichte
"camera's". De een bevat een zender die een lichtbron uitzendt, de
ander is de ontvanger. Het signaal dat de ontvanger binnenkrijgt wordt
zwakker naarmate het zicht minder is.
Meer over mist in onze rubriek Nader Verklaard.
KNMI-rapporten Mist
Pieter Baas. Mistdetectie met satellietbeelden. KNMI IR 2003-02, De
Bilt, 2003.
M. van Berchum. Evaluatie kwaliteitsonderzoek mistdata "Mistprojekt
A16"Breda. Technisch rapport, TR - 163. De Bilt, 1994.
H.R.A. Wessels. Meteorologische evaluatie van de zichtmetingen langs
de A16. Technisch rapport, TR- 157, De Bilt, 1993.
Eerste uitgave: 10-10-07
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut