Stadsdeel Amsterdam Zuidoost


Conclusies onderzoek schuldhulpverlening deels achterhaald

Stadsdeel Zuidoost vindt een deel van de conclusies uit het vandaag verschenen rapport van de Rekenkamer over schuldhulpverlening in de stadsdelen Bos en Lommer en Zuidoost achterhaald. Het stadsdeel is het niet eens met een aantal constateringen van de Rekenkamer over onder meer het schuldhulpverleningsbeleid, de effecten daarvan, het bereik van schuldenaren en de verantwoording van het beleid aan de deelraad. In een bestuurlijke reactie gaat het stadsdeel uitgebreid in op de conclusies van het rapport.

Zuidoost voert sinds 2006 een integraal armoedebeleid en is hiermee het enige stadsdeel in Amsterdam met een eigen beleid om armoede te bestrijden. Schuldhulpverlening is een belangrijk onderdeel van dit armoedebeleid. Er zijn in dit stadsdeel ongeveer 9.400 huishoudens die van een minimum inkomen rond moeten komen. Met het armoedebeleid wil het stadsdeel niet alleen de schuldenproblematiek aanpakken, maar ook hulp bieden aan mensen die problemen hebben op het gebied van werk, opleiding of opvoeding van kinderen. In augustus van dit jaar is het stadsdeel gestart met huisbezoeken in Haag en Veld. Onder de projectnaam Kansrijk Zuidoost helpen bewonersadviseurs de bewoners op weg naar de juiste vorm van hulp. Het onderzoek van de Rekenkamer beslaat de periode 2004-2006. De constatering dat er geen beleid is, is dus volledig achterhaald. Zuidoost gaat voor het bieden van kansen aan bewoners en schuldhulpverlening speelt hierbij een belangrijke rol.

Het cijfer over het bereik van schuldenaren in het rapport is onjuist. Volgens de Rekenkamer wordt 58% van de schuldenaren niet bereikt. Hoe de Rekenkamer aan het percentage niet bereikte schuldenaren komt, is onnavolgbaar. De Rekenkamer houdt onvoldoende rekening met het feit dat niet alle schulden problematisch hoeven te zijn. Het stadsdeel richt zich juist op het helpen van mensen met problematische schulden. In 2006 waren er 1865 aanmeldingen bij MaDi, het schuldhulpbureau in het stadsdeel. Ruim 41% van de intakes in 2006 heeft een geslaagd schuldhulpverleningstraject doorlopen. Daar waar het gaat om de effecten van het gevoerde beleid is de redenering van de Rekenkamer naïef. De problematiek waar huishoudens in Zuidoost mee te maken hebben, gaat veel verder dan schulden alleen. Vandaar ook dat een integraal armoedebeleid noodzakelijk is om mensen met meervoudige problemen een helpende hand te beiden. Effecten van het beleid zijn moeilijk meetbaar. Voor het inzetten van schuldhulpverlening zijn ook partijen zoals de Dienst Werk en Inkomen, banken, kredietmaatschappijen en postorderbedrijven van groot belang. De betrokken partijen zijn onderling afhankelijk om gewenste resultaten te behalen. Voor wat betreft de nazorg om terugval te voorkomen, is het stadsdeel het eens met de aanbeveling van de Rekenkamer om hier meer aandacht aan te besteden.

Over het algemeen biedt het rapport van de Rekenkamer aanleiding om opnieuw kritisch te kijken naar wat tot nu toe tot stand is gebracht. Dit zou wel in gezamenlijkheid met de Dienst Werk en Inkomen moeten, omdat zij de kaders vaststelt waarbinnen de schuldhulpverlening is de stad Amsterdam wordt uitgevoerd. Zuidoost voert binnen deze kaders wel een eigen beleid. Tevens controleert het stadsdeel MaDi elke drie maanden op de behaalde resultaten en scherpt waar nodig aan. Naast de subsidiebeschikking bieden de kwartaaloverleggen en de kwartaalrapportages handvatten om in detail te sturen en te controleren op gewenste resultaten op het gebied van schuldhulpverlening.