College van Beroep voor het bedrijfsleven
Weigering WW-uitkering wegens bezit bestanden met kinderporno op
computer thuis
Aan de orde is een blijvend gehele weigering van WW wegens verwijtbare
werkloosheid, gelegen in het in bezit hebben van bestanden met
kinderporno op de computer thuis. De vraag is of dit gedrag
verwijtbaar handelen jegens de werkgever oplevert. De Raad beoordeelt
dit aan de hand van alle omstandigheden, zoals de functie en positie
van betrokkene bij de werkgever, zijn arbeidsverleden en de eventuele
gevolgen die zijn privé-gedrag voor zijn functioneren heeft gehad.
Ook acht de Raad van belang of de werkgever nadelige gevolgen heeft
ondervonden van het privé-gedrag van betrokkene. De Raad komt tot de
conclusie dat zijn gedrag niet kan worden aangemerkt als verwijtbaar
jegens de werkgever. De Raad overweegt echter, dat betrokkene het
risico heeft genomen dat, indien zijn gedrag bij de werkgever bekend
zou worden, zijn collegaâs niet meer met hem zouden willen samenwerken
en de werkgever het vertrouwen in hem zou verliezen, met een
beëindiging van de dienstbetrekking tot uiteindelijk gevolg. De Raad
is van oordeel dat betrokkene kan worden aangerekend dat de
dienstbetrekking door de werkgever is beëindigd. Hem kan dan ook
worden verweten dat hij door eigen toedoen passende arbeid niet heeft
behouden (artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, ten derde, van de
WW). Aangezien het Uwv de maatregel van een blijvend gehele weigering
van de uitkering ook op grondslag van deze wettelijke bepaling had
kunnen opleggen ziet de Raad aanleiding de rechtsgevolgen van het te
vernietigen besluit geheel in stand te laten.
LJ Nummer:
BB4214
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 10 oktober 2007