Partij van de Arbeid

Den Haag, 10 oktober 2007

Vragen van de leden Kuiken en Leerdam (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Justitie

over het WODC-rapport Georganiseerde criminaliteit en rechtshandhaving op St. Maarten .


1. Bent u bekend met het WODC-rapport Georganiseerde criminaliteit en rechtshandhaving op St. Maarten ?


2. Deelt u de mening dat de conclusies van het rapport onthutsend zijn aangezien er door het zeer gebrekkig toezicht en opsporing er geen complexe constructies nodig zijn om van criminaliteit ongestoord uit te kunnen voeren; de samenwerking tussen diensten niet goed van de grond komt en de middelen die ze tot hun beschikking hebben volstrekt onvoldoende zijn?


3. Deelt u de analyse van het WODC dat er op het eiland zelf geen steun vanuit de bevolking en de politiek is om de problemen echt aan te pakken omdat het een kleine gemeenschap is met zeer hechte banden? Zo ja waarom, zo nee waarom niet?


4. Wat is de inhoudelijke reactie van de regering op de conclusies en aanbevelingen

van dit rapport?


5. Op welke wijze krijgt het rapport een plek in de akkoorden die op dit moment gesloten worden met de Nederlandse Antillen en de eilanden?


6. Wanneer kan de Tweede Kamer het plan van aanpak 2008 tegemoet zien, waarvoor het WODC-rapport als input moet dienen, tegemoet zien?


7. Wanneer kan de Tweede Kamer de rapportage van de gouverneur van de Nederlandse Antillen over de situatie op St. Maarten tegemoet zien?


8. Hoe verhoudt zich het bedrag van in totaal 21 miljoen, dat Nederland ter beschikking heeft gesteld voor het plan van aanpak Nederlandse Antillen, met de uitspraak van minister Dick 160 tot 170 miljoen nodig is om politie en justitie op een Nederlands niveau te krijgen (AD, 8 oktober 2007)?


9. Hoe wordt het feit dat er geen informatie ten aanzien van de criminaliteit op Saba en

St. Eustatius gevonden is beoordeeld? Is dit een gunstig of juist een zorgelijk teken?


10. Deelt u de mening van mevrouw Wescott-Williams in de NRC dat de volledige verantwoordelijkheid voor de misdaadbestrijding bij de Antilliaanse regering én opsporingsinstanties in Nederland ligt? Zo ja, waarom? Zo nee waarom niet?


11. Als, t.z.t, een nieuwe bestuursstructuur op St. Maarten is ingevoerd, zal er dan een effectievere rechtshandhaving plaatsvinden? Heeft een andere bestuurvorm effect op de rechtshandhaving in het algemeen? Wordt, bij het kiezen van een nieuwe bestuursvorm, rekening gehouden met de geografische ligging van St. Maarten in vergelijking met de grote drugslanden in de omgeving?

Nrc, 8 oktober 2007