Ministerie van Financiën

Antwoorden op kamervragen over de overname van ABN AMRO

Brief | 12-10-2007 | nr FM07-2383

De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

12 oktober 2007

2070800550

FM 2007- 2383 U

Onderwerp

Kamervragen van het lid Van Dijck (PVV) inzake de overname van ABN AMRO

Geachte Voorzitter,

Bij brief van 26 september 2007 heeft het lid Van Dijck (PVV) mij vragen gesteld over de overname van ABN AMRO. Hierbij zend ik u de beantwoording.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel waarin wordt uiteengezet dat de overname van ABN Amro eigenlijk niet nodig was geweest?1

Antwoord

Ja

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze overname alleen is gebaseerd op winstbejag van aandeelhouders en bestuurders, en dat er onvoldoende is gekeken naar de belangen van andere stakeholders zoals bijvoorbeeld de Nederlandse staat, het personeel, en de consument?

Antwoord

In een vrije markteconomie zoals in Nederland, is het gebruikelijk dat er overnames plaatsvinden. Nederlandse bedrijven nemen soms bedrijven in het buitenland over, en buitenlandse bedrijven soms bedrijven in Nederland. Daar is niets op tegen. Sterker nog, dat is een teken van een gezonde economie.

Desalniettemin laten wij overnames niet geheel over aan de markt. Wettelijke voorzieningen kennen de overheid enkele bijzondere bevoegdheden toe. Hoewel dit ingrijpt in de ondernemingsvrijheid, zijn daar goede redenen voor. Ik denk hierbij aan de bekende mogelijkheid van de Nederlandse Mededingingsautoriteit of in voorkomende gevallen de Europese Commissie om concentraties te voorkomen in het belang van de marktwerking. Het zal u bekend zijn dat de Commissie in het geval van ABN AMRO geen bezwaren ziet tegen een overname door het trio van banken, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Op deze wijze wordt de consument (indirect) beschermd tegen consolidatie die tot een beperking van de concurrentie kan leiden.

Op het gebied van de financiële markten kent de wet (in dit geval de Wet op het financieel toezicht, Wft) aan mij daarbij ook een bijzondere bevoegdheid toe, te weten de verklaring van geen bezwaar die ik moet verlenen voor een overname. Deze regeling is in het leven geroepen vanwege het bijzondere belang van financiële instellingen voor de markt en de consument. Dit instrument geeft mij de bevoegdheid om een overname niet goed te keuren als de stabiliteit van een financiële onderneming of de stabiliteit van de financiële sector in het geding zou kunnen komen. Ook hiermee wordt de consument (indirect) beschermd.

Met het oog op onder meer mijn wettelijke taak monitor ik alle ontwikkelingen in de financiële sector nauwlettend en heb ik contact gehad met de rechtstreeks betrokkenen bij de overname van ABN AMRO. Ik heb deze gelegenheid gebruikt om met deze partijen over alle aspecten van de overname te praten. Een van de aspecten die ik daarbij nadrukkelijk voor het voetlicht heb gebracht is die van de positie van de werknemers. In mijn gesprekken met de biedende partijen heb ik het belang benadrukt van het betrekken van de ondernemingsraden en de vakbonden bij het proces. Ik heb de indruk dat het trio van Royal Bank of Scotland, Fortis en Santander zich dit ter harte neemt. Bovendien heeft het trio eerder gedurende het proces de toezegging gedaan dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen.

De wenselijkheid om Nederland als financieel centrum te versterken kan uiteraard niet worden vormgegeven door protectionistische maatregelen. De positie van Nederland als financieel centrum kan wel worden versterkt door het vestigingsklimaat te stimuleren.

Hiertoe heb ik kortgeleden met de financiële sector het 'Action plan' opgesteld dat de belangrijkste stappen voor de komende twee jaar bevat. 2 Samen met mijn collega-ministers van Justitie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken heb ik het breed gedragen initiatief van het Holland Financial Centre ondersteund, welk initiatief niet onopgemerkt gaat.3

Vraag 3

Wat kan er naar uw oordeel worden gedaan om dit overnameproces te stoppen en om zo ABN Amro te behouden?

Antwoord

Of een onderneming wordt overgenomen of niet is een beslissing die door de aandeelhouders wordt genomen. In het geval van ABN AMRO is gebleken dat de overgrote meerderheid van de aandeelhouders heeft besloten in te gaan op het bod van het trio van banken. Daarmee is de overname van ABN AMRO een feit.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het een gevaarlijke tendens is dat alle Nederlandse bedrijven in de etalage staan en verkocht worden aan de hoogste buitenlandse bieder en veelal puur uit winstbejag van de aandeelhouders? Zo ja, ziet u mogelijkheden om deze tendens een halt toe te roepen?

Veel Nederlandse bedrijven zijn al lang geen "echte" Nederlandse bedrijven meer. Het merendeel van hun werknemers en hun omzet halen zij uit andere landen en ook een groot deel van hun aandelen is in buitenlandse handen. Een belangrijk deel van onze welvaart komt voort uit deze openheid: omdat we producten exporteren, omdat Nederlandse bedrijven grote (beursgenoteerde) ondernemingen in het buitenland over kunnen nemen. Het beperken van de mogelijkheden voor buitenlandse investeerders om in Nederlandse bedrijven te investeren of deze over te nemen zou een onwenselijke en protectionistische maatregel zijn, die als risico met zich brengt dat buitenlandse investeerders zich afkeren van Nederland en multinationals hun Nederlandse vestigingen verplaatsen naar een andere lidstaat. Dergelijke ontwikkelingen zijn schadelijk voor de Nederlandse economie en zullen zeker hun weerslag hebben op de werkgelegenheid.

Dit laat onverlet dat voorkomen moet worden dat Nederlandse bedrijven de speelbal worden van korte termijn beleggingsstrategieën. Ook dient er aandacht te worden besteed aan de positie van werknemers.

De beslissingen die het kabinet neemt naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Frijns zullen ertoe leiden dat grote aandeelhouders zich eerder moeten melden en hun intenties moeten openbaren. Bovendien is het kabinet voornemens om de drempel voor toepassing van het agenderingsrecht voor aandeelhouders te verhogen. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat aandeelhouders die op korte termijn winst uit zijn met een relatief klein percentage stemmen een onevenredig grote invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken binnen een onderneming. Met betrekking tot de positie van de werknemers heeft het kabinet de SER verzocht hem te adviseren over de vraag of hun positie in de onderneming versterking nodig zou hebben en hoe dit eventueel gerealiseerd zou kunnen worden.

Vraag 5

Wordt het naar uw oordeel niet de hoogste tijd voor een onafhankelijk overnamepanel (vergelijk een take-over panel), dat kritisch de belangen van overnames voor alle stakeholders en de risico's voor de langere termijn beoordeelt?

Antwoord

Het is nog te vroeg om te beoordelen of de lopende overnames (ABN AMRO, Stork) aanleiding geven om de regels inzake het biedingproces te herzien. Echter, de afgelopen tijd zijn met behulp van een uitgebreide marktconsultatie nieuwe, gemoderniseerde regels voorbereid voor overnamebiedingen. Deze regels zijn opgenomen in het op 12 september 2007 vastgestelde Besluit openbare biedingen Wft, welk besluit op 14 september jl. is aangeboden aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer en zich op dit moment in de zogenoemde " nahangprocedure" bevindt. Deze regels moeten dus nu eerst in werking treden (zij zijn nog niet van toepassing op de overname van ABN AMRO). In toekomstige biedingprocessen zullen deze nieuwe regels meer houvast geven dan tot nu toe het geval is.

Na de inwerkingtreding van de Overnamewet4 en het Besluit openbare biedingen Wft en na afloop van de hiervoor genoemde overnames zal er gelegenheid zijn met u en met betrokkenen in de markt te bezien of de Nederlandse overnamemarkt behoefte heeft aan het introduceren van elementen zoals die thans in het Verenigd Koninkrijk bestaan bij het Takeover Panel.

Overigens verwijs ik u naar de brief aan de Tweede Kamer d.d. 14 september jl., waarin ik ook aandacht besteed aan deze kwestie.

De minister van Financiën,

Wouter Bos


1: de Volkskrant, 22 september 2007 "Verdwijnen ABN AMRO was onnodig; Onhandigheid en naïviteit leiden tot opsplitsing bank, Nederlandse politiek-economische cultuur faalde"
2: Kamerstukken 2006/07 II, 31064, nr. 5

3: Zie bijvoorbeeld de website van het trio van Royal Bank of Scotland, Fortis en Santander: http://www.consortiumbid.com/en/announcements/latest-news/070925-press-release.html
4: Wet van 24 mei 207 tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004betreffende het openbaar overnamebod (Stb. 202).