Impuls voor soorten via de leefgebiedenbenadering

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt 5 miljoen Euro extra vrij voor de verdere uitvoering en implementatie van het nieuwe soortenbeleid. De minister wil de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het actieve soortenbeleid bij de provincie leggen. Dit schrijft Minister Verburg vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Met dit nieuwe soortenbeleid geeft de minister een impuls aan het behoud van biodiversiteit. De inzet daarbij is om de leefsituatie van bedreigde soorten te verbeteren via een verbreding van de maatschappelijke betrokkenheid bij de uitvoering van het soortenbeleid.

De kern van de leefgebiedenbenadering is de overstap van de bescherming van individuele soorten van planten en dieren naar leefgebieden met groepen van soorten. Een gebiedsgerichte aanpak en integratie van soortenbeleid in ander beleid, instrumenten en maatregelen. Naast het rijk en provincies worden natuurbeschermers en - beheerders, gemeentes, waterschappen, particulliere initiatiefnemers en het bedrijfsleven actief betrokken bij de bescherming van soorten.

Door de soortenaanpak te verbreden naar meerdere partijen ontstaan, via het principe van meekoppelen met andere projecten en ingrepen, extra kansen. Ook zal de totale hoeveelheid middelen groter zijn dan de financiering die het Rijk beschikbaar stelt voor de uitvoering van het nieuwe soortenbeleid.

Bij het opstellen en beoordelen van plannen wordt vroegtijdig rekening gehouden met soorten. Het aanvragen van ontheffing van artikel 75 van de Flora en Faunawet is dan niet langer het sluitstuk van de planfase. Bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen voor ruimtelijke ingrepen kan rekening worden gehouden met reeds gepleegde inspanningen en afspraken die zijn gemaakt in het kader van de uitvoering van de leefgebiedenbenadering. Daarmee wordt het resultaat van de aanvraag beter voorspelbaar. Dat biedt extra kansen voor soorten én ruimtelijke ingrepen.