Gebruiksnormenstelsel leidt tot
dezelfde bemesting bij hogere kosten (persbericht)
22 okt 2007
Het in 2006 onder de Meststoffenwet ingevoerde Gebruiksnormenstelsel
bleek in het eerste jaar wat betreft de beperking van de bemesting
even effectief als het voorafgaande Minasstelsel, maar het kostte
meer. De bemesting bleef op hetzelfde niveau, maar de kosten van
mestafzet op veebedrijven stegen met 120 mln. euro. Dat blijkt uit een
onderzoek dat het LEI (onderdeel van Wageningen UR) heeft uitgevoerd
in opdracht van het ministerie van LNV. Het onderzoek is bedoeld als
bijdrage aan de Evaluatie Meststoffenwet 2007. Op grond van de
ervaringen tot nu toe doen de onderzoekers suggesties voor een betere
afstemming van de beleidsinstrumenten op het beoogde doel.
Melkveebedrijven met een lage bemesting deden het gemiddeld economisch
niet slechter dan bedrijven met een hoge bemesting. Dat wijst op
mogelijkheden om in antwoord op scherpere normen de bemesting verder
te verminderen, zonder dat dit grote economische schade oplevert. Ook
de druk op de mestmarkt zou door een snellere aanpassing
waarschijnlijk niet worden vergroot. Dat laatste vraagt wel om
aanvullende beleidsinstrumenten waardoor de mestproductie per dier
omlaag gaat en het mestgebruik op akkerbouwbedrijven verder toeneemt.
In 2006 gebruikten de melkveebedrijven gemiddeld 20 % minder werkzame
stikstof uit mest en kunstmest dan volgens de totale
stikstofgebruiksnorm mogelijk is. Er is geen sprake van dat bedrijven
de norm 'opvullen'. Dat geldt ook voor akkerbouwbedrijven.
Uit onderzoek van het RIVM naar de effecten van het mestbeleid tot
2005, dus onder het Minasstelsel, bleek dat de milieudoelstellingen
toen niet op alle gronden werden bereikt. Omdat de bemesting na de
overgang op het gebruiksnormenstelsel ongeveer gelijk is gebleven, is
de verwachting dat de milieukwaliteit daarna niet wezenlijk zal zijn
verbeterd.
Om de EU-nitraatnorm overal te realiseren lijkt een aanscherping van
de gebruiksnormen op zand dan ook onvermijdelijk, en gezien het
bovenstaande niet onhaalbaar. Een dalende trend van de
nitraatconcentratie is van belang om ook na 2009 meer kans te maken
op verlenging van derogatie. Zonder derogatie zouden de kosten nog
veel hoger zijn. De hoogte van de derogatie is nu onafhankelijk van de
hoogte van de kunstmestgift. Het is uit kostenoverwegingen van belang
om te onderzoeken hoe hoog de derogatie en daarmee de dierlijke
mestgift uit milieutechnisch oogpunt bij verschillende
kunstmestniveaus zou moeten zijn; relatief meer dierlijke mest en
minder kunstmest kunnen immers hetzelfde milieueffect opleveren bij
uiteenlopende kosten. Ook zou moeten worden nagegaan of er
beleidsmatig binnen de EU mogelijkheden zijn voor differentiatie op
dit punt.
Rapport 3.07.04 Eerste ervaringen met het gebruiksnormenstelsel
Contact
Aart van den Ham
aart.vandenham@wur.nl
LEI