LEI

LEI: Vervroegde afschaffing varkens- en pluimveerechten is lastig (persbericht)

22 okt 2007
Onderdeel: LEI

Afschaffing van het stelsel van varkens- en pluimveerechten is vóór 2015 lastig, gezien de plafonds die gelden voor de stikstof- en fosfaatproductie en de druk op de mestmarkt. Er zijn zelfs aanvullende maatregelen nodig om de nog toenemende druk op de mestmarkt te verminderen. Alleen bij een succesvolle inzet van deze aanvullende beleidsinstrumenten lijkt het mogelijk op termijn het dierrechtenstelsel af te schaffen. Dat blijkt uit een onderzoek van het LEI (onderdeel van Wageningen UR) in het kader van de Evaluatie Meststoffenwet 2007. Daarin worden ook de effecten van een mogelijke ontschotting van het bestaande stelsel bekeken. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV.

Druk op mestmarkt vraagt aanvullende maatregelen

Het jaar 2015 is het uiterste tijdstip waarop de rechten volgens de nu geldende plannen van de overheid moeten worden afgeschaft. Vóór die tijd is een aanscherping van de stikstof- en fosfaatnormen te verwachten en bestaat het risico op een verminderde derogatie na 2009. Dit betekent dat zonder aanvullende maatregelen het aantal varkens- en pluimveerechten in de periode voor 2015 zou moeten worden teruggebracht om de hoge druk op de mestmarkt te voorkomen en mogelijk zelfs een overschrijding van de stikstof- en fosfaatproductieplafonds. Goede alternatieven voor het bestaande stelsel zijn op korte termijn niet beschikbaar. Zo is het systeem van milieuvergunningen niet sterk genoeg om extra druk op de mestproductie- en afzet te voorkomen. Die druk zou wel kunnen worden verminderd door een succesvolle inzet van aanvullende instrumenten, gericht op vermindering van de mineralenproductie in mest per dier en op een ruimere acceptatie van mest, bijvoorbeeld op akkerbouwbedrijven. Dierlijke mest heeft bij de huidige wetgeving een concurrentienadeel ten opzichte van kunstmest omdat wel voor 100 % kunstmest kan worden gekozen maar niet voor 100 % (werkzaam) dierlijke mest. Als aanvullend instrument valt vooral te denken aan een andere fosfaatnormering, waarbij de hoogte van het totale gebruik van fosfaat afhankelijk wordt gesteld van het gebruik van dierlijke mest maar waarbij de totale Gebruiksnorm niet wordt overschreden.

Nadelen ontschotting groter dan voordelen
Â
Als de schotten in de handel in varkens- en pluimveerechten tussen regio's zouden worden opgeheven, leidt dit tot toenemende mestoverschotten in regio 'Zuid', omdat daar de vraag naar rechten het grootst is. Economisch levert ontschotting weinig voordeel op. Een milieuvoordeel zou kunnen zijn dat ontschotting leidt tot de bouw van nieuwe emissiearme stallen, maar die kunnen er ook komen als ondernemers rechten kopen in een andere regio en daar tevens een nieuwe bedrijfslocatie starten. Er lijkt al een trend in die richting gaande.
Bij opheffing van de schotten tussen varkensrechten en pluimveerechten valt een groei te verwachten van de varkensstapel, vooral van het aantal zeugen. Dat leidt tot een hogere stikstofproductie, een groter mestvolume en mogelijk een toename van het mestoverschot doordat het verwerken van varkensmest aanzienlijk moeilijker en duurder is dan van pluimveemest. Door een dergelijke ontschotting zou de omvang van de pluimveesector waarschijnlijk met een derde afnemen.

Rapport 3.07.06 Varkens-en pluimveerechten voor 2015 afschaffen of niet?

Contact
Aart van den Ham
aart.vandenham@wur.nl