wageningen ur informeren bestuurders provincie limburg over ontwikkelingen veehouderij Onderzoekers van Wageningen UR informeren bestuurders provincie Limburg over ontwikkelingen veehouderij 22 okt 2007

Onderdeel: Wageningen UR
Nummer: N

Meer dan honderd Limburgse provinciale en gemeentelijke bestuurders en politici zijn op 18 oktober bijgepraat door een delegatie Wageningse onderzoekers onder leiding van rector magnificus prof. Martin Kropff over ontwikkelingen in de veehouderij en de inrichting van zogenaamde Landbouw Ontwikkelings Gebieden.

In de Maaspoort in Venlo legt de Kropff uit dat deze activiteit past in de Wageningse benadering om samen met stakeholders, bedrijven, bestuurders vernieuwing en innovatie te realisering in het domein gezonde voeding en leefomgeving. Door het inzetten van actuele wetenschappelijke kennis wordt de oplossingsruimte voor vraagstukken vergroot.

De ontwikkelingen in de veehouderij â en met name schaalvergroting â staat op dit moment in het brandpunt van de belangstelling. Dierwetenschapper dr.ir. Karel de Greef (ASG van Wageningen UR)Â legde uit dat voor een groot aantal vraagstukken, waaronder dierenwelzijn en milieu â schaalvergroting zeker niet negatief hoeft uit te pakken en op onderdelen zelfs een positief effect kan hebben. Wel moet er dan bij het ontwerpen van de nieuwe houderijsystemen nadrukkelijk met deze aspecten rekening worden gehouden. Hij hield de bestuurders voor dat er een verschil is tussen door de dieren ervaren welzijn (het ontbreken van ongerief) en door het publiek gepercipieerd welzijn. Massaliteit wordt door veel burgers gezien als dieronvriendelijk en dat is een realiteit waar bestuurders en veehouders rekening mee moeten houden.

Econoom dr. ir. Gé Backus (LEI van Wageningen UR) hield de aanwezigen voor dat de ontwikkelingen in de Nederlandse veehouderij moeten worden bezien in het licht van de internationale ontwikkelingen. Er is wereldwijd een groeiende vraag â onder invloed van stijgende welvaart en bevolkingsgroei â naar vlees. Nederland maakt onderdeel uit van de internationale markt en op die markt is schaalvergroting de leidende tendens.

Bedrijven moeten ook innoveren om aan de maatschappelijke eisen te kunnen voldoen. Voor de toepassing van technische milieuvoorzieningen is vaak een minimumomvang van bedrijven vereist.

Omgevingswetenschapper drs Peter Smeets (Alterra van Wageningen UR) liet aan de hand van animaties zien dat zogenaamde megabedrijven goed in te passen zijn in het landschap. Bijkomend voordeel van de schaalvergroting en de concentratie in zogenaamde Landbouwontwikkelingsgebieden is dat er elders stallen verdwijnen.

Daardoor ontstaat er per saldo winst voor landschap, natuur en recreatie. In de visie van Smeets is de infrastructuur van de huidige landbouw â bedrijven versnipperd in het buitengebied â niet meer in overeenstemming met de moderne ontwikkelingen. In alle andere sectoren heeft schaalvergroting de afgelopen eeuw geleid tot het ontstaan van een nieuwe infrastructuur met geconcentreerde activiteiten. De landbouw moet nu deze slag maken naar geconcentreerde agroparken, aldus Smeets.

Bestuurskundige dr.ir. Froukje Boonstra van Alterra hield tot slot de bestuurders voor dat het proces van de reconstructie met het aanwijzen van de Landbouw Ontwikkelingsgebieden nog niet is afgerond. In de planvorming hebben overheden en belangenorganisaties goed samengewerkt en dat heeft geleid tot veel draagvlak voor de plannen. Maar bewoners waren hierbij nauwelijks betrokken. Nu de gemeenten de landbouw ontwikkelingsgebieden moeten inrichten liggen er kansen om hen beter te betrekken. Zij pleit voor een lerende beleidsstrategie waarin gemeenten een open gesprek met aangaan met bewoners en andere belanghebbenden.