Vlaamse Overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van maandag 22 oktober 2007

Verbetering van de waterkwaliteit in 2005 wordt aangehouden in 2006

Vlaams minister van Leefmilieu, Hilde Crevits, stelt op basis van het Jaarrapport Water 2006 van de VMM vast dat de investeringen van vorig jaar plaatselijk leidden tot belangrijke verbeteringen. Het globale herstel van de waterkwaliteit vergt verdere inspanningen. De minister gaat bijkomend investeren in de verbetering van de waterkwaliteit. Binnenkort worden de zoneringsplannen en bekkenbeheerplannen definitief vastgesteld. Daarenboven zijn er extra kredieten voorzien om deze plannen ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.

In 2005 was er na jaren van stagnatie een duidelijke verbetering van de waterkwaliteit merkbaar. De waterkwaliteit is in 2006 niet spectaculair verbeterd, toch zijn er signalen die wijzen op een gunstige evolutie. Begin jaren '90 was het oppervlaktewater nog op ongeveer 45% van de meetplaatsen verontreinigd tot zwaar verontreinigd. In 2006 daalde dit tot nog maar een kwart van de meetpunten.

Belangrijke en noodzakelijke investeringen van de voorbije jaren in zuiveringsinfrastructuur hebben plaatselijk tot een belangrijke verbetering geleid. De lopende en geplande inspanningen voor het verzamelen en behandelen van stedelijk afvalwater zijn nodig voor het globale herstel van de waterkwaliteit.

Minister Crevits concludeert: 'De inspanningen van burgers, bedrijven, landbouw en overheid hebben al geleid tot een forse verbetering van de waterkwaliteit. Toch zullen ook de volgende jaren belangrijke investeringen nodig zijn om de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. De bekkenbeheer- en zoneringsplannen zullen daarbij de leidraad vormen. Daarbij wordt in 2007 190 miljoen euro voorzien voor de Aquafinprojecten. En ter ondersteuning van de gemeenten wordt in 2008 92 miljoen euro uitgetrokken. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen om onze waterlopen op een duurzame wijze te verbeteren.'

Impact van recente investeringen pas zichtbaar vanaf 2007

Eind 2006 waren 216 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) operationeel in Vlaanderen. In de loop van 2006 zijn 8 nieuwe installaties in gebruik genomen en 2 renovaties afgewerkt. Samen met de aanleg van de collectoren wordt hierdoor het water van zo'n 132.000 Vlamingen bijkomend gezuiverd.

Na jarenlange blokkering konden de laatste van de grootschalige installaties eindelijk opgestart of afgewerkt worden. Hierdoor zal in 2007 het afvalwater van meer dan 300.000 inwoners extra gezuiverd worden.


- De grootste installatie van Vlaanderen werd door Aquafin gebouwd in Grimbergen. Deze installatie werd in september operationeel en heeft een capaciteit voor het zuiveren van het afvalwater van 100.000 inwoners.


- De aansluiting van een aantal Vlaamse gemeenten uit de Brusselse rand op het RWZI Brussel-Noord (in werking sinds maart 2007) werd ook uitgevoerd en zorgt ervoor dat vuilvracht van zowat 200.000 inwoners gezuiverd wordt.

In het Zennebekken leiden deze beide investeringen tot een fundamentele verbetering van de waterkwaliteit vanaf 2007. De eerste tekenen werden in 2007 al zichtbaar. Er werd voor het eerst in tientallen jaren weer vis waargenomen in de Zenne.


- De werken zijn aangevat voor 4 van de 5 laatste nog te bouwen RWZI's in agglomeraties groter dan 10.000 IE (inwonersequivalent), namelijk Beveren, Bambrugge, Merchtem en Beveren-Leie. Voor de installaties van Beveren en Bambrugge wordt verwacht dat ze nog eind 2007 in gebruik kunnen worden genomen. Met de bouw van het laatste grote zuiveringsstation, de RWZI Tervuren wordt verwacht dat eind dit jaar of begin volgend jaar begonnen zal worden.


- Bovendien is in 2006 voor het eerst de nutriëntenverwijdering (stikstof en fosfor) volledig gerealiseerd in de 107 grotere installaties.

Ook deze inspanningen leiden tot een stap voorwaarts ter verbetering van de waterkwaliteit.

Geplande maatregelen

Vaststelling zoneringsplannen

De zoneringsplannen die binnenkort definitief worden vastgesteld en de extra kredieten die beschikbaar gesteld worden voor de uitvoering hiervan, zullen een belangrijke stap voorwaarts zijn om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te halen. De zoneringsplannen geven aan waar er collectief en waar er individueel gezuiverd dient te worden. Ze geven ook een indicatie van de investeringen die enerzijds op gemeentelijke niveau nog dienen te gebeuren en anderzijds op gewestelijk niveau.

Inventarisatie Knelpunten

VMM gaat na waar zich de knelpunten in het rioleringsstelsel situeren. Ondertussen zijn er zo'n 5.400 knelpunten in kaart gebracht. Eén van de grootste knelpunten zijn de aansluiting van grachten op de gemeentelijke rioleringen en overstorten die te vaak in werking treden. Deze knelpunten worden opgelost via de gemeentelijke en gewestelijke investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur.

Het op kruissnelheid houden van de investeringen in het zuiverings- en collectorenstelsel

De investeringen in gewestelijke waterzuivering die aanbesteed werden, waren in 2003 teruggevallen tot amper 35 miljoen euro. Ondertussen werden deze investeringen opnieuw sterk opgedreven. Voor 2007 zullen we uitkomen op 190 miljoen euro! Dit ritme zullen we de komende jaren aanhouden om zo de doelstellingen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater in te vullen. De klemtoon van de investeringen zal echter meer en meer verschuiven van de uitbouw van het stelsel voor de zuivering van de grote agglomeraties naar de optimalisatie van het stelsel. Dit betekent onder meer het afkoppelen van waterlopen, het maximaal beperken van het overstorten van ongezuiverd afvalwater en het uitbouwen van kleinschalige waterzuivering.

In het najaar zal een nieuw optimalisatieprogramma 2009 worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Jaarlijks wordt hiervoor 150 miljoen euro voor investeringen voorzien.

Ondersteuning gemeenten in uitbreiding rioleringsnet

Het gemeentelijke rioleringsnet vergt nog heel wat investeringen. Minister Crevits wil gemeenten daarbij volop ondersteunen en heeft hiervoor 25 miljoen euro extra vrijgemaakt in de begroting 2008. In totaal wordt in 2008 dan ook meer dan 92 miljoen euro voorzien voor het Gemeentelijk Investeringsprogramma (GIP).

Uitvoering Mestactieplan

De uitvoering van het nieuwe Mestdecreet in overeenstemming met de Europese regelgeving zal een beduidende verbetering brengen op de aanwezigheid van nitraten. De impact hiervan zal ten vroegste zichtbaar zijn op de metingen vanaf 2007.

Enkele aandachtspunten

Op het gebied van bedrijfsafvalwater werd de afgelopen jaren een verregaande sanering doorgevoerd waardoor de impact van de industriële lozingen op het oppervlaktewater beperkt is.

De industriële vuilvracht, verantwoordelijk voor 10% van de totale verontreiniging van de waterlopen, neemt vandaag echter niet verder af. Gezien de enorme economische groei in diezelfde periode was er wat betreft industriële lozingen in water wel een radicale ontkoppeling tussen economische groei en verontreiniging.

Daarenboven werd eind 2005 de mogelijkheid gecreëerd om bedrijfsafvalwater op openbare RWZI's te lozen en te verwerken tegen een contractueel vastgelegde vergoeding. Hierdoor valt er hier eveneens nog een positieve evolutie te verwachten.Zeker op het moment dat ­ vooral kleineree ­ bedrijven nog bijkomend worden aangesloten.

Daarnaast zijn er blijvende inspanningen nodig ter sanering van de impact van verontreinigde bedrijfsterreinen op het water. Ook volgehouden inspanningen inzake handhaving moeten bijdragen tot de sanering van de lozingen van bedrijfsafvalwater.

Wat betreft het nitraatgehalte in de oppervlaktewaters is er nauwelijks verbetering opgetreden. De nitraatgemiddelden blijven schommelen over de jaren heen. Maar de nitraatconcentratie in het MAP-meetnet geeft aan dat dit gemiddelde wel relatief dicht bij de streefwaarde van 25 mg/l ligt. Het percentage van de meetplaatsen waar de nitraatnorm gerespecteerd wordt, neemt ook niet toe. De hierboven aangehaalde maatregelen inzake openbare waterzuivering zullen hier echter wel een positieve bijdrage leveren in de nabije toekomst gezien huishoudens in 2005 nog voor een derde van de stikstofconcentratie in de waterlopen verantwoordelijk waren.

Vlaamse waterbodems zijn op bepaalde plaatsen nog erg vervuild. Het gaat quasi altijd om historische verontreiniging. Lozingen van vandaag leveren nauwelijks nog een bijdrage tot verontreinigde waterbodems.

De meest verontreinigde locaties verdienen in ieder geval verder onderzoek naar de waterbodemkwaliteit in het algemeen en naar eventuele saneringsoplossingen in het bijzonder.

Mede in uitvoering van de (deel)bekkenbeheerplannen die momenteel gefinaliseerd worden, dient de komende jaren de herinrichting van het waterlopenstelsel meer aandacht en middelen te krijgen zodat de natuurlijke draagkracht ­ waaronder het 'zelfreinigend vermogen' - aanzienllijk vergroot. Zo kan het verwijderen van harde oeververdedigingen en het herstellen van de natuurlijke loop van de rivier de relatie van de waterloop tot de omliggende valleigronden op een natuurlijke wijze verbeteren. Hetzelfde geldt voor het herstellen van natuurlijke overstromingsgebieden in hun functie. Ook voor de biodiversiteitsdoelstelling van de Kaderrichtlijn Water is dit biotoopherstel een noodzakelijke voorwaarde.