abcdefgh
Aan
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
23 oktober 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGW/WRO/2007/1417 2060723890
Onderwerp
Kamervragen inzake de RIONED visie 'Klimaatverandering, hevige buien en riolering'
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer de antwoorden op de vragen gesteld door de leden Neppérus en De Krom
over de visie van RIONED `Klimaatverandering, hevige buien en riolering'.
1. Kent u het rapport `Klimaatverandering, hevige buien en riolering' van de Stichting
RIONED?
1. Ja
2. Wat is uw reactie op de analyse in dit rapport van de problematiek van
regenwateroverlast en de inrichting van de openbare ruimte?
2. Ik ondersteun de visie van RIONED om wateroverlast in het stedelijk gebied zoveel
mogelijk te voorkomen en dat de inrichting van de openbare ruimte hier een
belangrijke bijdrage aan kan leveren. De visie stimuleert een lokale keuze voor
maatregelen waarmee op een zo doelmatig mogelijke manier wateroverlast wordt
tegengegaan.
3a. Welke acht u de beste methode om wateroverlast in gemeenten tegen te gaan?
3a. Door lokale verschillen kan er op voorhand niet van de beste methode worden
gesproken. Dit blijkt ook uit de visie, waarin RIONED juist verschillende oplossingen
aandraagt, waaruit afhankelijk van de lokale situatie gekozen kan worden. De beste
methode zal dus lokaal worden bepaald, in overleg tussen de betrokken overheden.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
DGW/WRO/2007/1417
Daarbij heeft wat afvoer van regenwater betreft de gemeente de regierol, gelet op de
zorgplicht die ze heeft voor het inzamelen en verder verwerken van afvloeiend
hemelwater.
3b. Bestaat daarbij verschil tussen oudere wijken en nieuwe wijken wat betreft de
gewenste aanpak?
3b. In nieuw aan te leggen wijken kan bij de inrichting al rekening worden gehouden met
het voorkomen van wateroverlast in de toekomst. In bestaand stedelijk gebied zijn de
mogelijkheden over het algemeen beperkter. Een aantal van de door RIONED
aangegeven maatregelen kunnen echter ook in bestaand stedelijk gebied goed
worden ingepast. Ook hier zijn de lokale omstandigheden bepalend.
4. Heeft u voldoende in beeld welke maatregelen gemeenten van plan zijn te nemen, en
op welke termijn?
4. Op grond van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken, die per
1 januari 2008 inwerking treedt, dienen gemeenten hun maatregelen ter invulling van
de zorgplichten vast te leggen in een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Het Rijk
houdt geen gedetailleerd overzicht bij van de lokaal gekozen maatregelen, en is ook
niet van plan om dat in de toekomst te gaan doen. De wet geeft gemeenten een
termijn van 5 jaar om het GRP aan te passen.
Met de gemeenten is in de december Nota 2006 (Kamerstuk 2006-2007, 27625,
nr. 80) afgesproken dat in bestaand stedelijk gebied waar grote wateroverlast
optreedt deze voor 2015 wordt aangepakt. Aanpak van de resterende wateropgave
kan worden meegekoppeld met de reguliere onderhoudscycli van de riolering en de
herstructurering van het stedelijk gebied en zal voor 2027 plaatsvinden.
5a. Deelt u de constatering van RIONED dat gemeenten over onvoldoende financiële
middelen beschikken om structurele maatregelen te nemen?
5a. In de hierboven genoemde visie van RIONED wordt een dergelijke constatering niet
gedaan. Daarnaast is een dergelijke bewering overigens ook niet juist, zie mijn
antwoord op vraag 5c.
5b. Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
5c. Zo neen, kunt u aangeven waarom u de huidige middelen wél voldoende acht?
5c. Met de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken hebben de
gemeenten een financieringsinstrument in handen voor de financiering van
maatregelen om wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen. RIONED stelt terecht
dat de aanpak van regenwateroverlast in het stedelijk gebied tot stijging van de lokale
lasten zal leiden. Op de problematiek van de stijging van de lokale lasten in verband
met gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en
---
DGW/WRO/2007/1417
grondwater is de regering ingegaan in het kader van de parlementaire behandeling
van het wetsvoorstel verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken, dat
voor de zomer is aangenomen en per 1 januari 2008 in werking zal treden. Op de
verschillende oorzaken van de stijging is uitgebreid ingegaan in de brief van de
Staatssecretaris van VROM van 17 maart 2006 aan de Tweede Kamer1.
Voor de regering vormt vergroting van doelmatigheid en de transparantie in de
waterketen het uitgangspunt van het beleid, dit om de stijging van de lokale lasten zo
beperkt mogelijk te houden. Een belangrijk rol is daarbij weggelegd voor het
Bestuursakkoord Waterketen, dat op 5 juli jl. is ondertekend en dat de minister van
VROM bij brief van 22 augustus aan u heeft toegezonden (Kamerstuk 2006-2007,
27625, nr. 100).
6. Deelt u de overige conclusies uit dit rapport?
6. In de visie van RIONED wordt terecht aandacht besteed aan samenwerking en de
bewustwording van eigenaren en bewoners, net zoals in de landelijke campagne
`Nederland leeft met Water'.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
1 Tweede Kamer, 2006-2007, 28966, nr. 6
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat