Vlaamse Overheid

streekproduct

69 producten hebben label erkend Vlaams streekproduct

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 26 oktober 2007

Vlaams-Brabantse tafeldruif op weg naar Europese erkenning als typisch streekproduct
Vlaams minister van landbouw Kris PEETERS is verheugd dat intussen 69 producten het label 'STREEKPRODUCT.BE' mogen dragen. Recent nog hebben 11 Vlaamse producten het label STREEKPRODUCT.BE gekregen. Producten die dit label krijgen toebedeeld door VLAM, bieden een garantie van authenticiteit.
Een stap verder is de Europese erkenning als typisch streekproduct. Op 18 oktober 2007 werd de Europese bekendmaking van de registratieaanvraag van de Vlaams-Brabantse tafeldruif als Beschermde Oorsprongsbenaming gepubliceerd. Een product met dit label is geproduceerd, verwerkt en bereid binnen een bepaald geografisch gebied, en volgens een erkende en gecontroleerde traditionele werkwijze. Zodra de erkenning definitief is afgerond, betekent dit dat het gebruik van de benaming 'Vlaams-Brabantse tafeldruif' wordt voorbehouden aan de producenten die dit product op traditionele wijze produceren binnen afgebakend geografisch gebied.

Criteria streekproduct
Streekproducten zijn op één of andere manier verbonden aan een streek. Dit betekent dat ofwel de ingrediënten afkomstig zijn uit de streek, ofwel is de bereidingswijze streekgebonden. Om het Vlaamse label van erkend traditionele streekproducten te krijgen, moet voldaan worden aan 5 criteria:
1. Zij worden bereid met grondstoffen uit de streek. Soms zijn de streekeigen grondstoffen niet meer voldoende voorradig en kunnen deze ingevoerd worden.

2. Deze producten worden door de lokale bevolking of door een breder publiek aanvaard als een traditioneel streekeigen product.
3. Traditionele streekproducten worden naar ambachtelijke wijze vervaardigd volgens de streektraditie.
4. De traditionele streekproducten worden bereid in hun streek van oorsprong.

5. Traditie betekent een langdurige of historische bekendheid als streekspecialiteit. Om erkend te worden moeten producten minimaal 25 jaar bestaan.

Labels: Vlaams en Europees
Steeds meer consumenten zijn geneigd om voor hun eten en drinken meer belang aan kwaliteit dan aan kwantiteit te hechten. Dit leidt onder meer tot een vraag naar landbouwproducten en levensmiddelen waarvan de geografische oorsprong vaststaat en die op traditionele wijze worden bereid. Met deze labels kan de consument deze producten herkennen. Daarnaast beogen we hiermee een diversificatie van de landbouwproductie. Doordat de consument bereid is om een hogere prijs te betalen voor een kwaliteitsproduct dat een hogere productieprijs kent, kan de productie van traditionele kwaliteitsproducten typisch voor bepaalde streken blijven bestaan met positieve gevolgen voor de lokale werkgelegenheid. Finaal, in het geval van een Europese erkenning, worden productnamen beschermd tegen misbruik en namaak.

Er is het Vlaamse label 'STREEKPRODUCT.BE'. Producten met dit label zijn verse of verwerkte producten, gemaakt met streekeigen grondstoffen of die als streekeigen worden beschouwd. Ze moeten bekend staan als een streekeigen product, in de streek bereid worden, én een langdurige of een historische bekendheid genieten. In totaal mogen vandaag 69 producten het label 'STREEKPRODUCT.BE' dragen. Recent nog kregen 11 Vlaamse producten het label toegewezen. Het betreft:

- West-Vlaamse gerookte sprot

- Congolaiskes

- Kerstbier uit de Denderstreek

- Hamse graanmosterd

- Lokerse paardenworst

- Limburgse bloedworst

- Limburgse gebakken paté

- Hasseltse (graan)jenever

- Hasseltse speculaas

- Limburgse heidebitter

- Limburgse stroop

- Knapkoek uit het Maasland

- Limburgse appelwijn met druiven
- Koffie uit het land van Loon

Naast het Vlaamse label kunnen de producten ook een Europese erkenning vragen dat evenwel moeilijker te verkrijgen is. Het grote verschil met het Vlaamse label STREEKPRODUCT.BE is dat om in aanmerking te komen voor een Europese erkenning de producenten van een welbepaald streekproduct zich samen moeten groeperen in een vereniging van producenten. Zij dienen daarbij gezamenlijk een lastenboek op te stellen en een geografisch gebied af te bakenen waarbinnen de producten van het betrokken streekproduct nog kan gebeuren. Een onafhankelijke controle-instantie dient toe te zien op de naleving van de vereisten vastgelegd in dit lastenboek. Bovendien, éénmaal de Europese Commissie een benaming van een streekproduct heeft erkend als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, geniet deze van de bijhorende bescherming als intellectueel eigendomsrecht (bijv. tegen misbruiken).

Er bestaan 3 soorten Europese labels:
- De Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB): producten waarvan de productie, verwerking en bereiding plaatsvinden binnen een bepaald geografisch gebied, en volgens een erkende en gecontroleerde werkwijze.

- Beschermde Geografische Aanduiding (BGA): minimaal één van de productie-, verwerkings- of bereidingsstadia moet aan de geografische oorsprong toegeschreven worden. Dit product is gekend binnen een afgebakend geografisch gebied.

- Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS): deze vermelding verwijst niet naar de herkomst, maar benadrukt wel de traditionele productsamenstelling.
In maart 2006 werden na goedkeuring door toenmalig Minister van Landbouw Yves Leterme 3 Vlaamse registratieaanvragen aan de Europese Commissie overgemaakt met name voor de Vlaams-Brabantse tafeldruif als BOB, het Vlaams-Brabants grondwitloof (benaming intussen gewijzigd in oorspronkelijke benaming nl. Brussels grondwitloof) als BGA en de Gentse azalea eveneens als BGA.

De Vlaams-Brabantse tafeldruif is de eerste van deze 3 streekproducten die een belangrijke stap heeft gezet op weg naar een Europese erkenning als Oorsprongsbenaming. Op 18 oktober 2007 werd voor de Vlaams-Brabantse tafeldruif de registratieaanvraag gepubliceerd. Andere EU-lidstaten of derde landen van buiten de Europese Unie hebben
6 maanden tijd om hiertegen bezwaar aan te tekenen. Als er geen bezwaren worden ingediend, zal de erkenning midden 2008 rond zijn. De 2 andere aanvragen onderzoekt de Europese Commissie nog.

Intussen wordt hard gewerkt aan nieuwe aanvragen voor een Europese erkenning. In april 2007 diende de producentenvereniging 'Poperingse Hopscheuttelers' bij de Vlaamse landbouwadministratie een aanvraag in tot erkenning van de 'Poperingse hopscheuten' als BGA. Op dit moment begeleidt VLAM Vlaamse producenten bij de opmaak van aanvraagdossiers voor onder meer de Vlaamse grijze garnaal, het Lierse vlaaike, de Lokerse paardenworst, de roodbruine bieren van West-Vlaanderen, het bier 'Special Belge', de Gentse clivia en het West-Vlaamse rode rund. In februari 2007 werd de 'Geraardsbergse mattentaart' erkend als geografische aanduiding (BGA) door de Europese Commissie. Eind de jaren '90 verkregen 5 groepen van Belgische bieren waaronder de oude geuze, oude kriek en andere lambiekbieren reeds een erkenning als traditionele specialiteit (GTS).
'Met het label krijgt de producent de kans om zijn producten buiten de streek te promoten, én kan hij ervoor dat ze worden erkend als een eerlijk streekproduct. De consument kan zich dankzij dergelijke oorsprongslabels verzekeren van de authenticiteit van het product,' besluit minister van landbouw Kris Peeters.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Luc De Seranno, woordvoerder van minister-president Peeters Tel: 02 552 60 12
GSM: 0477 38 23 37
Email: persdienst.peeters@vlaanderen.be