Ministerie van Economische Zaken


Aan

De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA `s-GRAVENHAGE


Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
29 oktober 2007 EP/MW
7123659
Onderwerp


Beantwoording kamervragen over ontwijken uitsluiting aanbesteding bouwopdrachten


(2070801660)


Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden Depla, Vos en De
Wit over het ontwijken van uitsluiting aanbesteding bouwopdrachten door bouwers die voor
fraude veroordeeld zijn. De vragen werden mij toegestuurd op 8 oktober 2007 onder nummer
2070801660.


1

Bent u op de hoogte van het artikel "BV's bouwers aangepast om veroordeling"?


Antwoord

Ja.


2

Herkent u het in dit artikel geschetste beeld dat veroordeelde bouwers de bedrijfsactiviteiten
doorschuiven naar een nieuwe vennootschap?


Antwoord

Ja, het is mij bekend dat dit in bepaalde gevallen gebeurt.


3

Onderschrijft u de conclusie van het artikel dat het «doorschuiven» naar deze nieuwe
vennootschappen voornamelijk, zo niet uitsluitend, geschiedt ten einde in aanmerking te
komen voor overheidsopdrachten?


Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax
Bezuidenhoutseweg 30, Den Haag 6805
Hoofdkantoor Telefoon (070) 379 89 11 Behandeld door
Bezuidenhoutseweg 30 Telefax (070) 347 40 81 Middeldorp
Postbus 20101 Email ezpost@minez.nl

2500 EC 's-Gravenhage Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden


Antwoord

Ik heb geen inzicht in de specifieke motieven van deze ondernemingen om bedrijfsonderdelen
onder te brengen in andere vennootschappen. De motieven kunnen van diverse aard zijn, zoals
fiscale overwegingen, herstructurering of een doorstart of `schoon schip willen maken' na
eerdere overtredingen. In hoeverre hierbij de gedachte een rol speelt dat op deze manier
uitsluiting bij aanbestedingen wordt ontweken, kan ik niet beoordelen.


4

Deelt u de mening dat op deze wijze één van de doelstellingen van de nieuwe
aanbestedingswet wordt omzeild, namelijk de integriteittoetsing van bedrijven om zo malafide
bedrijven uit te sluiten van aanbestedingsprocedures?


Antwoord

Nee, zie het antwoord op vraag 5.


5

Bent u voornemens om in de verder uitwerking van de aanbestedingswet in AMVB's deze
constructie tegen te gaan, bijvoorbeeld in de vorm van een integriteitbeding of natuurlijke
personen ook te onderwerpen aan de integriteittoetsing?


Antwoord

Ja. In het huidige systeem ligt het oordeel over de integriteit van de deelnemende
ondernemingen bij de aanbestedende diensten. Hierbij kan een aanbestedende dienst vragen
om een zogenaamde verklaring omtrent het gedrag van rechtspersonen. Daarbij wordt zowel
naar relevante strafrechtelijke antecedenten van de onderneming als naar die van de huidige
bestuurders gekeken. Het (eind)oordeel over de integriteit van een onderneming is echter
verder aan de aanbestedende dienst.

In het wetsvoorstel voor de nieuwe Aanbestedingswet wordt een nieuwe toetsing van de
integriteit van de onderneming geïntroduceerd als middel om onherroepelijk veroordeelde
ondernemingen uit te sluiten van aanbestedingsprocedures. Deze toetsing vindt plaats door de
Minister van Justitie. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de integriteit van de onderneming
zelf en van haar bestuurders, maar ook naar de integriteit van degenen die de afgelopen twaalf
maanden bestuurder zijn geweest van de onderneming. Hierdoor kunnen
schijnconstructies beter worden tegengegaan. Een belangrijk verschil met de verklaring
omtrent het gedrag van rechtspersonen is voorts, dat bij de zogenaamde integriteitverklaring
aanbesteden ook wordt getoetst op mededingingsovertredingen.


(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven


---



---- --