Radboud Universiteit Nijmegen


Auger Observatorium legt een verband tussen kosmische deeltjes en superzware zwarte gaten

De extreem energierijke deeltjes die vanuit het heelal de aarde bereiken, komen uit de richting van superzware zwarte gaten. Dit blijkt uit waarnemingen van het Pierre Auger Observatorium in Argentinië. Science publiceert deze ontdekking op 9 november. Al veertig jaar was het een raadsel wat de bron van deze deeltjes is. Ook wetenschappers uit Nederland werken mee aan dit onderzoek bij het grootste observatorium voor kosmische deeltjes ter wereld.

De aarde wordt voortdurend gebombardeerd door deeltjes uit het heelal: kosmische straling. Ze zijn klein - zoiets als een proton. De deeltjes met extreem hoge energie die onderwerp zijn van de publicatie in Science zijn zeer zeldzaam. Gemiddeld valt er per eeuw één deeltje per vierkante kilometer op het aardoppervlak. Ze komen van buiten de Melkweg, zoveel was al duidelijk, maar metingen tot nu toe konden de deeltjes niet aan een bepaalde bron koppelen. Dat werd anders met de komst van het Pierre Auger Observatorium, dat in 2004 in Argentinië in gebruik werd genomen. Dit observatorium, dat op een hoogvlakte ligt naast het Andesgebergte, beslaat een oppervlakte van 3000 vierkante kilometer. Door een slimme detectiemethode kan nauwkeurig bepaald worden uit welke richting deze deeltjes komen en wat hun energie is.

Uit de registraties blijkt nu dat de richting waaruit die extreem energierijke deeltjes komen, samenvalt met zogeheten actieve kernen van melkwegstelsels (in het Engels aangeduid als Active Galactic Nuclei - AGN). Sterrenkundigen gaan er vanuit dat deze kernen in feite superzware zwarte gaten zijn. Een bekend voorbeeld van een AGN is het object Centaurus A, een bron van straling op allerlei golflengten in het sterrenbeeld Centaurus. Twee van de geregistreerde hoogenergetische deeltjes lijken van dat object afkomstig te zijn.

In de komende jaren zullen bij het Argentijnse observatorium nog veel meer kosmische deeltjes met een zeer hoge energie gemeten worden. Zo zal duidelijk worden hoe in de kosmos enorme deeltjesversnellers werken - veel sterker dan welke ook op aarde. Ook zal de sterrenkunde deze deeltjes kunnen gebruiken om objecten in het heelal te onderzoeken.

Nederlandse inbreng
Nederlandse fysici en astrofysici zijn sinds 2005 betrokken bij het onderzoek bij het Pierre Auger Observatorium. Een van de speerpunten van het Nederlandse onderzoek richt zich op de ontwikkeling van detectietechnieken, waarbij radio-ontvangers gebruikt worden om kosmische stralen waar te nemen. Met deze detectietechnieken verwachten de onderzoekers nog nauwkeuriger dan nu de aankomstrichting van de kosmische stralen te kunnen bepalen.
De Nederlandse onderzoekers bij het Pierre Auger Observatorium werken bij het Institute for Mathematics, Astrophysics and Particle Physics (IMAPP) van de Radboud Universiteit Nijmegen; het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) van de Rijksuniversiteit Groningen; het Nikhef in Amsterdam; het Nationaal instituut voor Subatomaire Fysica in Amsterdam en de Stichting Astronomisch Onderzoek in Nederland (ASTRON) in Dwingeloo.

Daarnaast nemen Nederlandse onderzoekers deel aan het onderzoek aan kosmische deeltjes met de nieuwe radiotelescoop LOFAR en aan het onderzoek aan kosmische neutrino's met behulp van het ANTARES-observatorium in de Middellandse Zee. Ten derde wordt ook gewerkt aan het VIRGO-project in Italië, waarmee gravitatiegolven waargenomen zullen worden. Al deze onderzoeksactiviteiten worden gecoördineerd door het Comité Astrodeeltjesfysica Nederland.