Algemene Onderwijsbond

Gezamenlijk persbericht van de Algemene Onderwijsbond, Abvakabo FNV, CMHF en CNV Onderwijs

Overleg cao voortgezet onderwijs vastgelopen
Bonden bereiden acties voor

Vanwege de starre opstelling van de werkgevers in het voortgezet onderwijs was het niet mogelijk harde afspraken te maken over verlaging van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. "De werkgevers hebben niet begrepen dat er twee problemen in het voortgezet onderwijs zijn: te hoge werkdruk en een achterlopend salaris", aldus Ton Rolvink namens de gezamenlijke onderwijsvakbonden AOb, Abvakabo FNV, CNV Onderwijs en CMHF. "Zij dachten dat wij voor een paar tienden van procenten verslechteringen op het gebied van de werkdruk zouden aanvaarden. Dat is niet het geval." De bonden hebben het overleg afgebroken en gaan met hun achterban acties voorbereiden. In het voortgezet onderwijs werken ruim 100.000 mensen (83.000 banen) op ongeveer 650 scholen.

De werkgevers in het voortgezet onderwijs boden 8 procent aan loonsverhoging en eindejaarsuitkeringen over een periode van 26 maanden, oftewel 7,4 procent in twee jaar. De gezamenlijke onderwijsbonden eisten over die twee jaar 7,8 procent. De hoogte hiervan was bespreekbaar indien er harde afspraken gemaakt konden worden over vermindering van de werkdruk. De bonden zien op dit moment namelijk een omgekeerde beweging, namelijk dat scholen leraren méér lessen willen laten geven, nu de overheid de totale onderwijstijd strenger controleert. Wat de onderwijsbonden van leden horen, is dat zij meer klassen krijgen toegewezen, vaker moeten invallen en minder vaak toestemming krijgen om cursussen te volgen. De werkdruk neemt toe, waardoor de kwaliteit van het onderwijs, waarover in de samenleving veel discussie is, gevaar loopt. Maar de werkgevers weigerden algemeen geldende afspraken te maken over het maximum aantal lessen per week.

In het pakket afspraken boden de werkgevers een op schoolniveau boterzachte regeling om de lestaak van starters te verminderen en wilden daarnaast de bestaande werkdrukvermindering voor ouderen halveren. Verder bleek het onmogelijk om harde afspraken te maken over het maximum aantal lesuren dat docenten moeten geven, zodat zij voldoende tijd over houden voor het voorbereiden, nakijken en ontwikkelen van het onderwijs. De bonden begrijpen best dat scholen proberen om aan de eisen voor onderwijstijd te voldoen. Volgens hen is er maar één oplossing die voor elk bedrijf geldt: als de openingstijden verlengd worden, zal men meer personeel moeten aannemen. Zeker als de maatschappij wil dat er kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven, kan men docenten niet nog meer belasten. In Nederland hebben leraren in vergelijking met alle geïndustrialiseerde landen al de hoogste lestaak en de volste klassen.