Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht / Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Persbericht
28 november 2007

Rapport over arbeidsmarktperspectieven voor jongeren tot 2012 Vooruitzichten minder goed in economische en sociaal-culturele richtingen

De arbeidsmarktperspectieven voor jongeren die de komende jaren de arbeidsmarkt betreden zijn over het algemeen vrij gunstig. Op bijna alle opleidingsniveaus zijn de toekomstperspectieven gemiddeld genomen goed, vooral voor HBO- en WO-afgestudeerden. Ruim 60% van de WO'ers studeert in een opleiding met een goed tot zeer goed perspectief. Ook de arbeidsmarktperspectieven op de lagere opleidingsniveaus zullen verbeteren door de opleving van de economie. Alleen voor ongeschoolden en schoolverlaters met een VMBO-diploma op het gebied van economie of verzorging wordt een minder goed perspectief verwacht. Schoolverlaters in de technische richting hebben de beste arbeidsmarktperspectieven, mede doordat de deelname aan techniekopleidingen laag blijft. Dit geldt op alle opleidingsniveaus. Dat blijkt uit het rapport 'De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012' van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.

Daarnaast blijkt uit het rapport dat de toekomstperspectieven voor schoolverlaters met een economische opleiding structureel slechter zijn, ongeacht het opleidingsniveau. De bepalende factor voor deze matige perspectieven is dat de deelname van jongeren aan deze opleidingen vrij hoog is, waardoor er meer dan voldoende arbeidsaanbod is voor het aantal baanopeningen in de economische richtingen. Op WO-niveau valt daarbij vooral op het matige perspectief voor de meer algemene economische richtingen zoals bedrijfskunde. Ook voor veel sociaal-culturele opleidingen zal het aanbod van schoolverlaters het - op zichzelf bovengemiddelde - aantal baanopeningen overtreffen.

Voor de jaren tot 2012 wordt verwacht dat de krapte op de arbeidsmarkt verder zal toenemen. Dit is onder andere gebaseerd op de aanname dat de werkgelegenheid gemiddeld jaarlijks zal groeien met 0,8% ten opzichte van het basisjaar 2006. Terwijl het totale percentage baanopeningen gemiddeld jaarlijks 4,3% bedraagt van de werkgelegenheid in 2006, zal de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters blijven steken op 3,5%. De arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters is gedurende deze periode dus ongeveer even groot als de uitstroom van de arbeidsmarkt door pensionering, arbeidsmarktongeschiktheid, zorg voor de kinderen, etc.

Grootste knelpunten voor werkgevers in techniek, transport en onderwijs - arbeidsmarkt in zorg in evenwicht

Gezien het bovenstaande zullen werkgevers tot 2012 rekening moeten houden met grote knelpunten in personeelsvoorziening op een aantal segmenten van de arbeidsmarkt. De grootste knelpunten worden verwacht voor de technische en industrieberoepen, de transportberoepen en de pedagogische beroepen. Bij deze beroepen overtreft de vervangingsvraag vanwege de vergrijzing de lage arbeidsmarktinstroom vanuit de relevante opleidingen voor deze beroepen.

De loongroei van werknemers in de technische en industrieberoepen en de transportberoepen was gedurende een deel van de afgelopen jaren erg laag. Daarbij komt dat de kansen voor werknemers in deze beroepen om zich financieel te verbeteren door van bedrijf of beroep te wisselen niet groot zijn. Voor veel werknemers in deze beroepen lijken de carrièreperspectieven beperkt, zowel op de interne als de externe arbeidsmarkt. Verbetering van de carrièreperspectieven voor geschoold personeel in de technische en logistieke richtingen kan leiden tot een grotere aantrekkingskracht van de technische en industrieberoepen en de transportberoepen, waardoor de knelpunten in de personeelsvoorziening op dit segment van de arbeidsmarkt worden verlicht.

Ook voor de informaticaberoepen en de openbare orde- en veiligheidsberoepen kunnen werkgevers tot 2012 wervingsproblemen tegemoet zien die groter zijn dan gemiddeld. Voor veel andere beroepen, waaronder de medische en paramedische beroepen, is de arbeidsmarkt min of meer in evenwicht. Vrijwel geen knelpunten worden verwacht voor de sociaal-culturele beroepen en de verzorgende en dienstverlenende beroepen.

Arbeidsmarktpositie vooral verbeterd voor schoolverlaters in technische richtingen

De werkloosheid onder schoolverlaters lag aan het eind van 2006 nog steeds op een hoger niveau dan in 2002 als gevolg van de conjuncturele neergang. Sinds 2004 is er echter sprake van een verbetering van de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters waardoor het werkloosheidspercentage is afgenomen. Deze verbetering wordt eveneens waargenomen voor de andere indicatoren die de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt weerspiegelen. Per saldo namen de beloning en de aansluiting tussen opleiding en werk wat betreft de vakrichting en het baanniveau toe tussen 2002 en 2006. Daartegenover staat dat het percentage werkzame schoolverlaters met een voltijds- of vast contract daalde gedurende deze periode.

De arbeidsmarktpositie van laagopgeleiden is conjunctuurgevoeliger dan voor middelbaar en hoger opgeleiden. Daardoor heeft de positie van lager opgeleide schoolverlaters zich tussen 2002 en 2006 minder gunstig ontwikkeld ten opzichte van de schoolverlaters met een hoger opleidingsniveau. Voor veel afgestudeerden op HBO- of WO-niveau nam de werkloosheid tussen 2002 en 2006 slechts in beperkte mate toe en steeg het bruto maandloon (in reële termen, gecorrigeerd voor inflatie) nauwelijks. Gunstig voor hoger opgeleiden was dat zij minder onder hun niveau of buiten de eigen vakrichting zijn gaan werken. Eveneens zijn afgestudeerden van een hogere opleiding sinds 2002 iets minder vaak gaan werken in flexibele en deeltijdbanen.

Het meest opvallend is echter de sterke arbeidsmarktpositie van schoolverlaters met technische opleidingsachtergrond. Door de beperkte deelname aan techniekonderwijs onder jongeren is hun arbeidsmarktpositie zelfs verbeterd, ondanks de conjuncturele neergang. Een ander opmerkelijk verschijnsel is de verslechtering van de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters met een zorgopleiding in de periode 2002-2006. Hoewel hun beloning bovengemiddeld toenam, nam ook de werkloosheid fors toe.

Noot voor de pers
Het rapport 'De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012' bevat naast de bovengenoemde onderwerpen twee themahoofdstukken over competenties in het middelbaar beroepsonderwijs en de studiekeuze van schoolverlaters van het voortgezet onderwijs. U kunt het rapport: · Downloaden of bestellen via de website van het ROA (www.roa.unimaas.nl) · Bestellen bij de boekhandel (ISBN 90-5321-422-4) Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de projectleider van het onderzoek, dr. F. Cörvers, tel. 043 388 3647. De afdeling Communicatie & Relatiebeheer van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail pers@bu.unimaas.nl. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992. De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: www.pers.unimaas.nl Zie ook het Research Magazine voor meer interessant onderzoek aan de UM: www.unimaas.nl/researchmagazine