Port of Rotterdam

Snelle invulling LNG-visie Havenbedrijf

18-12-2007

President-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam reageert verheugd op de 'final investment decision' van Gate terminal:

'Noem het een vroeg kerstcadeau. Het is een ongekend snelle invulling van onze vier jaar geleden ontwikkelde visie op LNG. Die omvat de aanlanding, de integratie in ons totale energiepakket, duurzaamheid en onze bijdrage aan het Nederlandse en EU-energiebeleid. We vervullen daarbij een regierol in de commerciële contacten met producenten en afnemers en de communicatie met de omgeving. Het gekweekte vertrouwen is de basis voor een verdere versterking van Rotterdams positie als belangrijkste Europese energiehaven.'

Het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) investeert circa 60 miljoen euro in de bouw van de basisinfrastructuur voor Gate terminal. Er wordt op de Maasvlakte, locatie Papegaaienbek, een afgeschermd havenbekken gemaakt voor de LNG-schepen. Bij het graven van het 1,5 kilometer lange bekken komt 6,5 miljoen m³ zand vrij. Het streven is dit te gebruiken voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte. De bouw van de terminal vergt ongeveer drie jaar.

Aanvoer
Het is 20 jaar geleden dat er voor het laatst een LNG-terminal voor noordwestelijk continentaal Europa werd gebouwd. In Rotterdam wordt naast Gate, gewerkt aan de realisatie van de Liongas-terminal (Europoort). Rotterdam is toegerust op de grootste LNG schepen van het Qatar Max type. De schepen hebben een diepgang tot 12 meter en een lengte tot 350 meter. Een aanvoer van 9 bcm ('billion cubic meters') vergt 2 tot 3 schepen, volume 140.000 tot 250.000 m³, per week.

Veiligheid, nautiek, milieu
Simulatie in samenwerking met het maritiem onderzoeksinstituut Marin en het Loodswezen Rotterdam Rijnmond wees uit dat de aanvoer van LNG goed en veilig inpasbaar is. Ook is er geen noemenswaardige vertraging voor het overige scheepvaartverkeer. Belangrijke factoren hiervoor zijn de kwaliteit van het verkeersbegeleidingssysteem en de ervaring met schepen met gevaarlijke stoffen.

LNG draagt bij aan een duurzame haven omdat het op zich een schoon product is en de terminals in Rotterdam gekoppeld worden aan elektriciteitscentrales. Deel van hun 'restwarmte' wordt gebruikt voor het weer gasvormig maken van het zeer koude, -160 graden Celcius, LNG.

Beleid
Vanaf 2003 is een visie ontwikkeld op de perspectieven van LNG voor Rotterdam als energiehaven en locaties geïdentificeerd voor de aanlanding. In zijn visie investeert het HbR economisch verantwoord in de basisinfrastructuur van LNG-terminals met als resultaat:
* versterking van de strategische positie van Rotterdam als energiehaven;
* nieuwe lading met rendabele inkomsten met een grote continuïteit;
* bijdragen aan de groeiende Europese energiebehoefte en de positie van Nederland als punt waar aardgasstromen binnenkomen;
* synergievoordelen behalen met nieuwe en bestaande industrie waaronder elektriciteitscentrales en daardoor vermindering van CO²- uitstoot.

Dit binnen de randvoorwaarden van bestaande regels, veiligheid voor de omgeving, normale doorstroming van het scheepvaartverkeer, andere commerciële belangen van de haven en minimale milieulasten.

Internationale contacten
Met zijn visie op en activiteiten voor het aantrekken van LNG-terminals heeft het HbR uitstekende relaties opgebouwd met de autoriteiten van de gasproducerende landen, zoals Algerije, Qatar, Egypte, Libië, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten. Mede omdat de leverende bedrijven een sterke staatsbinding hebben, blijkt de faciliterende en neutrale rol van het HbR een meerwaarde te hebben. Ook naar de afnemers blijkt het Havenbedrijf een nuttige makelaar te zijn.

Tijdens de bezoeken over en weer worden de fysieke en politieke continuïteit getoetst, evenals het ondernemings- en investeringsklimaat in de haven en van de gas- en haveninfrastructuur in het bijzonder. Er is nauwe samenwerking met de ministeries van Buitenlandse en van Economische Zaken. Zo zijn met diverse landen, waaronder Qatar en Algerije bilaterale verdragen opgesteld ter bescherming van de wederzijdse investeringen. Het HbR faciliteert de aanlanding, maar is door meerdere landen ook gevraagd om samenwerking, ondersteuning en expertise in havenmanagement en het optimaliseren van de exportplannen. Dit blijkt een essentieel element te zijn voor de LNG-producerende landen bij het bepalen van een keuze voor Rotterdam.

© Havenbedrijf Rotterdam N.V.