Gemeente Buren


Nieuwjaarstoespraak Burgemeester Tammes

Dames en Heren,

Net over de drempel van het nieuwe jaar wil ik u namens het gemeentebestuur van harte een goed en gezond 2008 toewensen. Dat geldt u persoonlijk, voor de mensen die u nabij zijn, maar ook de organisatie die u hier wellicht vertegenwoordigt.
In het bijzonder wil ik alle nieuwe inwoners van onze gemeente hartelijk welkom heten. Zoals de laatste jaren gebruikelijk is, hebben we ook dit jaar weer alle nieuwe inwoners uitgenodigd voor deze nieuwjaarsbijeenkomst. Dat zijn er velen en
met het daadwerkelijk opgang komen van de woningbouwproductie dit jaar, zullen dat er volgend jaar naar verwachting nog veel meer zijn. Hoewel de nieuwjaarsviering in Buren dit jaar vergeleken met andere gemeenten in de regio minder ernstig is verlopen, hebben politie en brandweer toch een bijzonder drukke nacht gehad. De brandweer rukte in totaal 21 keer uit voor hoofdzakelijk buitenbranden c.q. vreugdevuren. Vooral in Lienden moest men in actie komen. Ook in onze gemeente kan de brandweer tijdens de jaarwisseling niet meer zonder politiebegeleiding optreden. Een verontrustende constatering. Nog verontrustender is het dat de eerste gegevens die met betrekking tot de schade in onze gemeente zijn verzameld, uitwijzen dat er aan verkeersborden en -palen 30 % meer vernield is. In absolute aantallen: van 130 vorig jaar naar 170 dit jaar. Daar komen dan nog bij vernielde kolken, informatieborden en andere zaken. We moeten er dus vanuit gaan dat het schadebedrag waarschijnlijk hoger zal zijn dan vorig jaar. De viering van de jaarwisseling lijkt in Nederland uit te groeien tot een nationale ramp die niets meer van doen heeft met een vreugdevolle begroeting van een nieuw jaar. Er vallen doden, er zijn ernstig gewonden, de hulpdiensten worden aangevallen, ontploffingen veroorzaken grote schade en er jaagt een orkaan van vandalisme door het land. Nationale maatregelen zijn onontkoombaar en dan nog is het de vraag of enkel wetgeving de oplossing brengt.
Dames en heren,
Het afgelopen jaar was voor de gemeente Buren een bijzonder heftig jaar. De coalitie viel uiteen en twee wethouders traden terug. Daarnaast werd het preventieve toezicht door de provincie werkelijkheid ondanks alle geleverde inspanningen bij Robuust Buren.
De provincie wil 2008 zien als een overgangsjaar op weg naar een stabiele begrotingspositie. Om dat te bereiken moeten er echter nog wel een aantal maatregelen genomen worden. Daarom zal ook 2008 geen gemakkelijk jaar worden maar ik hoop wel een rustiger jaar in politiek opzicht.
In 2007 zijn we wel heel erg met ons zelf bezig geweest. We hebben teveel binnen gezeten en we hebben veel achterom gekeken terwijl er juist van ons verwacht wordt dat we vooral vooruit kijken en naar buiten gaan.
Vooruit kijken is beleid maken en met de toekomst bezig zijn want de toekomst wordt bepaald door de beslissingen die we nu nemen. Naar buiten gaan is de burger opzoeken en horen wat daar leeft maar ook uitleggen waarom besluiten genomen zijn zoals ze genomen zijn. De relatie tussen burger en overheid is dus een tweezijdige: halen en brengen. De populist vult die relatie vooral eenzijdig in: hij haalt alleen. Voor een evenwichtig bestuur is die tweezijdigheid echter van groot belang, niet alleen luisteren naar wat de burgers willen maar ook soms willen uitleggen waarom wat de burgers willen, niet kan. Besturen is immers ook, nee zeggen. Als er echter nee gezegd moet worden dan is de basisvoorwaarde natuurlijk wel dat het nee kan worden uitgelegd. "Omdat ik het zeg!" werkt in het onderwijs al lang niet meer en is ook in de opvoeding vaak niet meer afdoende. Ook de mondige burger van nu wil best een nee horen van de overheid maar eist terecht een verklaring. Als we die niet kunnen geven, schiet de overheid tekort en ondermijnen we het vertrouwen in de overheid.
Over het vertrouwen in de overheid wil ik graag nog een paar woorden zeggen.
Vertrouwen hebben in de overheid, is essentieel. Zonder dat vertrouwen kan een samenleving niet functioneren.
Met betrekking tot dat vertrouwen neem ik een merkwaardige paradox waar.
Enerzijds vertrouwen we de overheid zo zeer dat we die overheid bij voortduring met nieuwe taken belasten. Taken die steeds dieper in het leven van burgers binnendringen. De voordeur van ons huis is al lang niet meer heilig. Bij huiselijk geweld willen we dat de overheid ook achter die voordeur kijkt.
De overheid moet misstanden aanpakken, ook als die zich niet in de openbare ruimte afspelen. Hoewel de overheid over het algemeen slechts van doen heeft met iemands handelen, willen we om kwaad te voorkomen ook dat de overheid zich bezig houdt met iemands bedoelingen of gevoelens. We rekken zo het overheidsdomein op terwijl we weten dat daar niet de kracht van de overheid ligt. We dichten daarnaast de overheid grote almacht toe. De overheid moet dit regelen en moet dat regelen terwijl de overheidsmacht praktisch beperkt is en voor de meeste zaken die we belangrijk vinden de hulp van anderen nodig is.
Zorgen voor veiligheid, werkgelegenheid, volksgezondheid en milieubescherming vraagt om de medewerking van partners in de samenleving of het nu gaat om werkgevers, de farmaceutische industrie, buurtvaders of buurlanden. Het instrumentarium van de overheid - overtuigingskracht, subsidie, convenant of wet - is niet altijd effectief. Wetten voorkomen geen rampen.
Een grenzeloos vertrouwen in een almachtige overheid, dat is dus de ene kant.
Aan de andere kant wordt het vertrouwen in de overheid bij voortduring aangetast. Door beelden in de media over waar het mis ging, door het gebruik van internet waar duidelijk geen plaats is voor de nuance maar ook doordat de overheid de negatieve beeldvorming als het ware zelf geïnstitutionaliseerd heeft in rapporten van een rekenkamer of een onderzoekscommissie over wat er niet goed ging. Het wantrouwen in de overheid wordt er allemaal door gevoed.
Incidenten, momenten, frustraties en details maken dan de werkelijkheid.
Mag de overheid dan niet gekritiseerd worden?
Moet de overheid dan niet transparant zijn?
Natuurlijk wel, het gaat hier echter over de beeldvorming. Het vertrouwen van de burgers in hun overheid dient te berusten op een evenwichtig beeld.
Enerzijds vertrouwen we de overheid zo sterk dat we haar steeds meer taken geven en haar zelfs laten binnendringen in ons privé-bestaan maar anderzijds wantrouwen we diezelfde overheid sterk omdat we voortdurend lezen en zien dat het ergens mis gaat. De overheid is niet heilig.
Kritiek op de overheid veronderstelt een ideaalbeeld van de overheid, een beeld dat de overheid beter moet weten, beter moet doen en beter moet zijn.
De overheid zou wel heilig moeten zijn.
De overheid mag immers geen fouten maken, moet misstanden niet alleen aanpakken maar ook voorkomen. We hebben hoog gespannen verwachtingen van de overheid terwijl de overheid niet in staat is om het paradijs op aarde te scheppen. De overheid kan de wolf niet dwingen zich vreedzaam naast het lam te vlijen. De overheid is er juist omdat die twee er onderling niet uitkomen en omdat we weten dat de wolf andere bedoelingen heeft dan het lam.
Tussen hosanna en kruisig hem functioneert de overheid, ook onze gemeentelijke.
Graag wens ik u een in alle opzichten goed 2008.