Rechtbank Leeuwarden
Openbaar ministerie niet ontvankelijk in zedenzaak
De meervoudige kamer van de rechtbank te Leeuwarden heeft op 3 januari
2008 de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard in de
vervolging in een zaak. In deze zaak worden een aantal jong
minderjarige verdachten verdacht van verkrachting van een eveneens
jong minderjarig slachtoffer.
De rechtbank is van oordeel dat nu de op 15 februari 2005 in werking
getreden regels met betrekking tot de opsporing en vervolging van
seksueel misbruik, genoemd in de "Aanwijzing opsporing en vervolging
inzake seksueel misbruik" (verder: Aanwijzing), van het College van
procureurs-generaal van 30 november 2004, nummer 2005A001, op meerdere
punten niet is opgevolgd, het in casu niet meer mogelijk is om tot een
betrouwbare feitelijke grondslag voor een einduitspraak te komen.
De rechtbank is zich bewust van het feit dat dit een zware sanctie is,
maar omdat het hier gaat om allemaal jong minderjarige verdachten die
van een zeer ernstig misdrijf worden verdacht, hadden alle opgestelde
waarborgen, zoals voorgeschreven in de Aanwijzing, in deze zaak in
acht moeten worden genomen.
LJ Nummer
BC1128
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 3 januari 2008 Naar boven