College van Beroep voor het bedrijfsleven

rechtspraak

Terugvordering WAO-uitkering. Verjaring recht op invordering. Stuitingshandeling

Bij uitspraak van de rechtbank van 6 november 1998 is in rechte vast komen te staan dat het Uwv bevoegd was om tot terugvordering over te gaan en dat in het terugvorderingsbesluit van 29 april 1997 ten onrechte niet tevens een beslissing over de invordering was opgenomen. Gelet hierop had het Uwv in elk geval binnen vijf jaar na de uitspraak van de rechtbank een invorderingsbesluit moeten nemen. Dit is pas genomen op 26 februari 2004, derhalve buiten deze termijn. Uit een brief van 28 januari 2000, waarin het Uwv een onderzoek naar betrokkenes financiële omstandigheden aankondigde, heeft betrokkene niet redelijkerwijze moeten begrijpen dat het Uwv zich ondubbelzinnig het recht voorbehield dat hij het onverschuldigd betaalde bedrag aan WAO-uitkering zou terugbetalen. De brief mist de vereiste duidelijkheid om als stuitingshandeling te worden aangemerkt. Ten tijde van het besluit van 26 februari 2004 was het recht om tot invordering over te gaan verjaard.

LJ Nummer:

BB9059

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 7 januari 2008