Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Van Gennip over de veiligheidssituatie in Sri Lanka (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/01/Beantwoording-vragen-van-de-leden-Ferrier-en-Van-G.html) 07-01-2008 |
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ferrier en Van Gennip (beiden CDA) over de
veiligheidssituatie in Sri Lanka. Deze vragen werden ingezonden op 11 december
2007 met kenmerk 2070806360.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de
leden Ferrier en Van Gennip
(CDA) over de
veiligheidssituatie in Sri Lanka.
Vraag 1
Kent u het bericht 'Dodental van oorlog Sri Lanka loopt weer snel op'? 1) Hoe
beoordeelt u de huidige situatie? Wat is de reactie van de internationale
gemeenschap op de alarmsignalen geuit door de uit Noord-Europeanen bestaande
commissie, die de wapenstilstand moet controleren?
Antwoord
Het bericht is mij bekend. De situatie is ernstig. De strijdende partijen
hebben elkaar de facto de oorlog verklaard. De Sri Lankaanse regering heeft geen
gehoor gegeven aan de oproep van de belangrijkste internationale ondersteuners
van het vredesproces
(de Co-Chairs Noorwegen, VS, Japan en de EU) in hun verklaring van
30 mei 2006 om te zorgen voor een aanvaardbare politieke oplossing en stuurt
daarentegen aan op een militaire oplossing van het conflict. De LTTE (Tamil
Tijgers) weigert terug te keren naar de onderhandelingstafel en het terrorisme
en geweld af te zweren en slaat terug door middel van aanslagen door heel het
land. In december 2006 heeft de Sri Lankaanse overheid scherpe ant
i-terreurwetten afgekondigd en sindsdien zijn ongeveer 5000 slachtoffers te
betreuren, vooral onder burgers. Daarnaast zijn ongeveer 300.000 mensen ontheemd
geraakt en is de mensenrechtensituatie ernstig verslechterd. De internationale
gemeenschap heeft in de afgelopen anderhalf jaar intensief zowel de Sri
Lankaanse regering als de LTTE keer op keer proberen te overtuigen om een andere
koers te varen. Nederland heeft achter de schermen in nauw overleg met Noorwegen
een actieve rol vervuld. Beide partijen volharden echter in hun standpunten en
leggen de schuldvraag eenzijdig bij de andere partij.
Vraag 2
Wat doen Nederland, de Europese Unie, andere internationale spelers, en
Noorwegen in het bijzonder, om verdere escalatie van dit conflict en schending
van mensenrechten te voorkomen?
Antwoord
Nederland heeft bilateraal in nauw overleg met Noorwegen en in EU-verband
maximale druk uitgeoefend op de regering en de LTTE om hen te overtuigen dat een
militaire oplossing uiteindelijk niet zal werken. De regering wordt aangespoord
om te komen met een politieke oplossing die tegemoet komt aan de aspiraties van
de etnische minderheden. De meeste andere westerse landen en Japan en India
volgen dezelfde lijn. Helaas geven de strijdende partijen aan niet in een
vreedzame oplossing te geloven.
In de Mensenrechtenraad is in september 2006, mede op aandringen van
Nederland, een EU-resolutie over Sri Lanka ingediend. De onderhandelingen over
deze resolutie om te komen tot een consensustekst, zijn een effectief drukmiddel
gebleken. Naar aanleiding van de aanbeveling in de resolutie om internationaal
onderzoek naar mensenrechtenschendingen toe te laten, nodigde de Sri Lankaanse
regering een internationale groep van waarnemers uit, de zogenaamde
International Independent Group of Eminent Persons (IIGEP), om
toe te zien op het onderzoek naar de mensenrechtenschendingen dat wordt
uitgevoerd door een speciaal door de regering ingestelde onderzoekscommissie.
IIGEP begon in februari 2007 met de werkzaamheden en heeft herhaaldelijk zijn
zorgen geuit over de trage voortgang, het gebrek aan transparantie bij de
onderzoeken, de betrokkenheid van het bureau van de Procureur-Generaal die
aanleiding geeft voor gerede twijfel over de onpartijdigheid van het onderzoek,
het ontbreken van getuigenbeschermingsmaatregelen en de slechte toegankelijkheid
tot relevante informatie. Oproepen aan de Sri Lankaanse overheid en aan de
onderzoekscommissie om terzake maatregelen te nemen, zijn echter tevergeefs
geweest. De Sri Lankaanse regering heeft verder naar aanleiding van de
EU-onderhandelingen over de resolutie de afgelopen maanden Louise Arbour, de
VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, ontvangen evenals Manfred Nowak, de
VN-Speciaal Rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of
vernederende behandeling of bestraffing. Op 11 december jl. presenteerde Mw.
Arbour haar bevindingen aan de Mensenrechtenraad. Zij sprak haar zorg uit over
het falen van nationale instituties om de bescherming van mensenrechten te
waarborgen. De EU en Nederland hebben in twee interventies hun zorg uitgesproken
over de verslechterde situatie in Sri Lanka en de oproep van Mw. Arbour voor de
vestiging van een OHCHR-vertegenwoordiging gesteund.
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat Sri Lanka aan de aandacht van de internationale
gemeenschap dreigt te ontsnappen? Hoe voorkomt u dat Sri Lanka, nu het als
partnerland uitgefaseerd gaat worden van ontwikkelingssamenwerking, een verloren
land gaat worden?
Antwoord
Nederland zal zich ook na uitfasering van de ontwikkelingsrelatie zowel
bilateraal als in EU-verband blijven inzetten om de strijdende partijen nader
tot elkaar te brengen. Ook in de Mensenrechtenraad en in andere multilaterale
fora zullen de gevolgen van het conflict aan de orde worden gesteld. Sri Lanka
wordt met een zekere regelmaat bezocht door speciale VN-rapporteurs die daarover
rapporteren in diverse VN-gremia. Van 13 tot 21 december 2007 brengt Walter Kä
lin, de Vertegenwoordiger van de Secretaris Generaal van de VN voor de
Mensenrechten van Binnenlandse Ontheemden, op uitnodiging van de regering een
bezoek aan Sri Lanka.
In humanitaire termen is de huidige crisis in Sri Lanka inderdaad een
zogenaamde forgotten crisis. Het conflict en de impact op het dagelijks
leven van de Sri Lankaanse burgers creëren weinig internationale media-aandacht.
Nederland blijft met andere EU-donoren, zoals de Europese Commissie (DG ECHO) en
het Verenigd Koninkrijk actief op het gebied van acute humanitaire hulpverlening
en de bescherming van mensenrechten.
Vraag 4
Kunt u bilateraal en in EU-verband druk uitoefenen op de betrokken partijen in
Sri Lanka om het geweld en het schenden van mensenrechten te beëindigen? Zo ja,
hoe gaat u dat doen?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Nederland steunt de plannen van de EU voor een Troika begin volgend jaar. Ook
zal onderzocht worden of de Nederlandse mensenrechtenambassadeur in 2008 een
bezoek kan brengen aan Sri Lanka. Ook in de Mensenrechtenraad zal de druk op Sri
Lanka worden gecontinueerd. Nederland zal blijven aandringen op actualisering en
de behandeling van de EU-resolutie over Sri Lanka in de Raad indien blijkt dat
er geen overeenstemming bereikt wordt over een OHCHR-vertegenwoordiging in Sri
Lanka. Nederland heeft diverse malen in internationale fora de situatie van Sri
Lanka middels interventies opgebracht en zal dat blijven doen. Verder steunt
Nederland actief lokale mensenrechten organisaties.
Bilateraal houdt de Nederlandse ambassade, in goed overleg met de Noorse
bemiddelaar, nauw contact met de Sri Lankaanse regering en zo mogelijk de LTTE.
Beide partijen hebben recentelijk te kennen gegeven geen aanleiding te zien voor
het doen van concessies en geven daarmee in de praktijk de voorkeur aan het ha
ndhaven van de status quo. Hiermee is de speelruimte voor bilaterale
interventie uitermate beperkt.
1) Trouw, 4 december 2007
Ministerie van Buitenlandse Zaken