Ingezonden persbericht



---

File: vuurwerkgegevens 2004-2007.xls




|persbericht Halt Nederland                                    |
|                                                              |
|7 januari 2008                                                |
Daling vuurwerkverwijzingen naar Halt

De politie heeft in de afgelopen vuurwerkperiode (december 2007/januari 2008) aanzienlijk minder jeugdige vuurwerkovertreders naar Halt verwezen dan vorig jaar. Na het piekjaar 2006-2007 lijkt de tendens weer gekeerd. In totaal zijn 3.915 jongeren naar Halt verwezen voor een Halt-afdoening (3.560)) of een Stop-reactie (359). Vergeleken met 2006/2007 is dit een daling van 21%. Dit blijkt uit inventarisaties van Halt Nederland, de belangenbehartiger van de Halt-bureaus.

Jongeren tot 18 jaar worden naar een Halt-bureau verwezen voor onder andere het te vroeg afsteken en het in bezit hebben of afsteken van illegaal vuurwerk.

Bij alle Halt-bureaus, op één na (hier bleef het aantal verwijzingen gelijk), is het aantal vuurwerkverwijzingen afgenomen. De Halt-bureaus noemen een grote diversiteit aan factoren die hierbij een rol gespeeld zouden kunnen hebben. Hieruit valt geen tendens af te leiden. Wel kunnen we concluderen dat vorig jaar een duidelijk piekjaar was, met aantallen die boven het langjarige gemiddelde uitstijgen.

De cijfers nader bekeken

Hierbij wordt uitgegaan van de 3.407 jongeren die nu in het Halt-registratiesysteem staan (3.052 Halt en 355 Stop). De overige 542 (508 Halt en 34 Stop) zijn in deze analyses niet meegenomen.

Bijna 73% van de Halt- en bijna 90% van de Stop-jongeren zijn opgepakt voor het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijd. 95% van de overtreders zijn jongens. Het percentage jongens ligt bij vuurwerkverwijzingen beduidend hoger dan bij de Halt-delicten als totaal (circa 77% jongens en 23% meisjes).

Van 1999 tot en met 2001 was er sprake van een sterke terugloop in het aantal vuurwerkverwijzingen. In deze periode had de politie andere prioriteiten waardoor er minder aandacht was voor de aanpak van vuurwerkdelicten. Vanaf 2002 was voor het eerst een duidelijke stijging waarneembaar. In 2005/2006 werd de stijging tot stand gebracht (en was er zelfs sprake van een daling). Met de vuurwerkperiode van 2006/2007 kwamen de aantallen weer bijna terug op het niveau van 2004/2005. Deze toename blijkt nu dus niet structureel.

Afspraken met politie

Er is maar een enkel bureau dat geen contact heeft met de politie over vuurwerkverwijzingen. Bij de meerderheid van de Halt-bureaus wordt de politie geïnformeerd over de vuurwerkperiode - door overleg te voeren en voorlichtings(materiaal) aan te bieden. Vaak worden er ook concrete afspraken over de prioriteitsstelling of het aantal verwijzingen gemaakt.

Regio's

Op onze website www.halt.nl vindt u de aantallen vuurwerkverwijzingen naar politieregio. Hierbij springt politieregio Rotterdam-Rijnmond eruit, net zoals in de twee voorgaande jaren. Maar liefst 18,1% van het totaal aantal Halt-verwijzingen en 31,3% van het totaal aantal Stop-verwijzingen voor vuurwerkdelicten is afkomstig uit deze regio. In Rotterdam-Rijnmond worden structurele samenwerkingsafspraken rond vuurwerk gemaakt tussen het Openbaar Ministerie, de politie en Halt. Er wordt planmatig gewerkt aan een gerichte samenwerking rond de afhandeling en aanpak van vuurwerkzaken. Na de regio Rotterdam-Rijnmond volgen de regio's Utrecht (Halt 8,5%, Stop 9,9%) en Hollands Midden (Halt 6,7%, Stop 6,5%).



Ingezonden persbericht