Beantwoording vragen van de leden De Pater-van der Meer en Van Gennip over
Nederlandse diplomaat in opspraak wegen adoptie
09-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De
Pater-van der Meer en Van Gennip over een Nederlandse diplomaat in
opspraak wegens adoptie. Deze vragen werden ingezonden op 14 december
2007 met kenmerk 2070806700.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, op vragen van de
leden De Pater-van der Meer en Van Gennip (CDA) over een Nederlandse
diplomaat in opspraak wegens adoptie.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de tv-uitzending over een Nederlandse
diplomaat in opspraak wegens adoptie?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hebben de beide partners de Nederlandse nationaliteit?
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Behoort het in de tv-uitzending genoemde echtpaar tot het corps
diplomatique van Nederland of hebben zij een andere functie bij de
Nederlandse overheid?
Antwoord
De man vervult momenteel de functie van Hoofd Bedrijfsvoering met de
titel van vice-consul op het Consulaat-Generaal te Hongkong.
Vraag 4
Klopt het dat het echtpaar een kind in Zuid-Korea heeft geadopteerd
tijdens hun (diplomatieke) stationering aldaar? Wat was de leeftijd
van het kind ten tijde van de adoptie?
Antwoord
Ja. Het kind is in september 1999 geboren en in januari 2000 opgenomen
in het gezin.
Het was toen ongeveer 4 maanden oud.
Vraag 5
Is deze adoptie onder het Haagse adoptieverdrag tot stand gekomen of
heeft het echtpaar op andere gronden de zorg voor het kind op zich
genomen?
Antwoord
De adoptie is uitsluitend naar Koreaans recht tot stand gekomen.
Vraag 6
Is dit echtpaar aansprakelijk voor de zorg voor het kind?
Antwoord
Ja.
Vraag 7
Bent u bekend met de beweegredenen van dit echtpaar om afstand te doen
van het kind?
Antwoord
Het kind is op medische indicatie uit huis geplaatst. De ouders hebben
geen afstand gedaan van het kind. Voor de beweegredenen van het paar
verwijs ik naar de verklaring die zij hebben afgelegd.
Vraag 8
Klopt het dat het kind stateloos is? Zo ja, volgen uit deze status van
het kind (morele) verplichtingen voor Nederland?
Antwoord
Het kind heeft de Koreaanse nationaliteit en is dus niet stateloos.
Vraag 9
Klopt het dat regelgeving ontbreekt voor gevallen waarin in het
buitenland woonachtige Nederlanders kinderen in dat betreffende land
adopteren? Zo ja, ziet u de noodzaak in van regelgeving ter
bescherming van in het buitenland door Nederlanders geadopteerde
kinderen?
Antwoord
Wanneer Nederlanders met een gewone verblijfplaats in het buitenland
een kind in dat betreffende land adopteren is sprake van een nationale
adoptie in dat land. Hoofdstuk 3 van de op 1 januari 2004 in werking
getreden Wet conflictenrecht adoptie (Stb 283) regelt de erkenning in
Nederland en de rechtsgevolgen van een adoptie in een land dat geen
partij is bij het Haags Adoptieverdrag. De erkenning van een adoptie
in een land dat wel partij is bij het Haags Adoptieverdrag wordt
beheerst door het erkenningsregime van voornoemd verdrag.
Vraag 10
Tot welke reacties van publiek en regering heeft deze situatie geleid
in Hong Kong en Zuid Korea? Op welke manier zet u zich in om de
bilaterale relatie met deze landen geen schade te laten oplopen?
Antwoord
In Zuid-Korea hebben de media tot nu toe beperkt aandacht besteed aan
de adoptiezaak. De ambassade is niet officieel benaderd door de
Koreaanse autoriteiten met vragen of verzoeken om nader overleg. Ook
het aantal e-mails en telefonische verzoeken van particulieren aan de
ambassade is beperkt gebleven. Tevens heeft het ministerie informeel
contact gezocht met de ambassade van Zuid-Korea alhier, om de
Nederlandse officiële positie te verduidelijken. Tot op heden lijkt de
relatie met Zuid-Korea geen schade te ondervinden van de zaak.
In Hongkong is de zaak begonnen door een artikel in de engelstalige
krant de Sunday Morning Post. Deze krant heeft meerdere artikelen
gepubliceerd. Met name vanuit de Koreaanse gemeenschap ter plaatse
heeft dit geleid tot stevige reacties. De overige (veelal
chineestalige) kranten beperken zich echter tot het melden van de
zaak. Het Consulaat-Generaal te Hongkong heeft in de media aangegeven
dat het een privékwestie betreft waar geen mededelingen over kunnen
worden gedaan.
De autoriteiten van Hongkong en het Koreaanse Consulaat stellen zich
terughoudend op. Ze hebben geen contact gezocht met het Nederlandse
Consulaat. Ze hebben zich beperkt tot de uitspraak dat het nu goed
gaat met het kind en dat zij het als een privékwestie beschouwen. Net
als in Zuid-Korea lijkt de relatie geen schade te ondervinden van deze
zaak.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken