Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-Gravenhage Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Uw brief
Ons kenmerk AI/CB/2007/41412
Datum 8 januari 2008
Onderwerp Inspectieverslag Brandweer
Hierbij bied ik u het eindverslag aan van het project "Inspecties Brandweer" van de
Arbeidsinspectie. De inspecties zijn in de periode van augustus 2006 tot april 2007 uitgevoerd
op grond van de Arbeidsomstandighedenwet.
De inspecties zijn een vervolg op de inspecties die zijn uitgevoerd in 1999/2000. Er zijn toen
met de sector afspraken gemaakt om de veiligheidsrisico's beter in kaart te brengen. Tevens is
aangedrongen op maatregelen om vallen van hoogten te voorkomen en de risico's van het
werken met gevaarlijke stoffen te verminderen. Naast deze onderwerpen zijn in het
vervolgproject korpsen geïnspecteerd waar zich duikteams bevinden. Een risicovolle
bezigheid, getuige het dodelijk ongeval dat in maart van dit jaar plaatsvond in Urk.
De inspecties vonden plaats in afstemming met de Inspectie voor de Openbare Orde en
Veiligheid (IOOV). De IOOV zond in maart 2005 het rapport `'Veiligheidsbewustzijn bij
brandweerpersoneel'' naar de Tweede Kamer. De IOOV onderzocht in dit rapport een aantal
ongevallen bij de brandweerkorpsen en concludeert daaruit, dat er bij de korpsen vaak
onvoldoende aandacht is voor de veiligheid van de ingezette brandweermedewerkers. Begin
dit jaar verscheen het rapport `Bestuurlijke aansturing van de brandweerzorg' van de IOOV,
waarin wordt ingegaan op de rol van gemeentebesturen bij de professionalisering van de
brandweer.
Gelet op de resultaten heeft de Arbeidsinspectie (AI), in het kader van het beleid om de
verantwoordelijkheid voor de aanpak van de risico's primair te leggen bij de sectoren, aan de
Nederlandse Vereniging van Gemeenten (VNG) en aan de brancheorganisatie, de Nederlandse
Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), gevraagd welke maatregelen
worden genomen om de situatie te verbeteren. Tevens heeft de AI de vraag naar maatregelen
voorgelegd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De reacties op dit verzoek staan onderaan deze brief vermeld.
Conclusies en aanbevelingen
De conclusies in het inspectieverslag zijn dat de brandweerkorpsen nog onvoldoende inzicht
hebben in de veiligheidsrisico's die zich voordoen bij het repressieve optreden, zoals
brandbestrijding. In dat opzicht is er nog maar weinig verbeterd sinds de inspecties van
1999/2000.
In de risicoinventarisatie- en evaluatie en in de plannen van aanpak dient integraal aandacht te
worden besteed aan de risico's en maatregelen om de risico's te verminderen. De korpsen
hebben verder nog onvoldoende maatregelen genomen om vallen van hoogte te voorkomen.
Onderhoud en keuring van het ademluchttoestel bleken over het algemeen wel in orde. Bij de
inspecties op duikarbeid zijn nog teveel overtredingen aangetroffen.
De korpsen wordt aanbevolen de aanpak van veiligheidsrisico's een veel grotere prioriteit te
geven, zodat de manschappen zich meer bewust worden van de risico's en ongevallen
voorkomen worden. Het is aan de branchevereniging om de korpsen hierin te stimuleren en
voor te lichten over wet- en regelgeving. De gemeenten zijn als werkgever verplicht de
korpsen te faciliteren bij de te nemen maatregelen.
Maatregelen
Mijn collega van BZK, het College van Arbeidszaken van de VNG en de NVBR kwalificeren
de inspectieresultaten als verontrustend resp. zorgelijk.
De resultaten van de inspecties hebben geleid tot nieuwe intiatieven bij de sector en bij BZK
om de risico's van het repressieve optreden van de brandweerkorpsen aan te pakken, naast de
al bestaande maatregelen in het kader van de kwaliteitsverbetering.
Zij geven aan op dit moment gezamenlijk in het Project Kwaliteit brandweerpersoneel te
werken aan de professionalisering van de brandweer. Onderdeel hiervan is een integrale
benadering van opleiden, oefenen en bijscholen, waarbij aandacht wordt gegeven aan het
veiligheidsbewustzijn.
De VNG merkt op dat de beroepsgroep de afgelopen jaren sectorbrede initiatieven heeft
genomen ter verbetering, welke initiatieven op dit moment hun beslag in de praktijk krijgen.
Omdat de uitrol van deze initiatieven op dit moment plaatsvindt, ziet men deze initiatieven niet
in de rapportage terug. De verwijzing naar het IOOV-rappport over de bestuurlijke aansturing
van de brandweer vindt de VNG onvoldoende onderbouwd.
De VNG zal in overleg treden met de NVBR en vervolgens in een ledenbrief aan de
gemeentebesturen aandacht geven aan de verantwoordelijkheden van de gemeente als
werkgever en suggesties doen over de wijze waarop gemeentebestuurders de korpsleiding
kunnen ondersteunen bij de verbeteringen in het arbobeleid.
---
De NVBR noemt enkele sectorbrede initiatieven van de afgelopen jaren:
1. De oprichting in 2005 van het platform Arbeidsveiligheid Repressieve Taakstelling, dat
in december 2006 een branchemodel `Leidraad inventarisatie veiligheidsaspecten bij
repressief optreden' onder de brandweerkorpsen verspreidde. Deze leidraad wordt op
dit moment bij de brandweerkorpsen geïmplementeerd.
2. In 2006 is specifiek voor de duiktaak het platform Bestrijding Waterongevallen
opgericht. Het platform is van mening dat door het verenigen van de gehele sector
beroepsduiken (incl. de brandweer) de kennis en expertise verder toeneemt en beter
wordt gedeeld.
3. De regio's hebben in de afgelopen jaren een arbo-coördinator of veiligheidskundige in
dienst genomen of hebben een 'leeragentschap' ingericht. Hierdoor is een goede basis
gelegd voor het verbeteren en versterken van de aandacht voor arbeidsveiligheid en het
leren van repressief brandweeroptreden (in zijn algemeenheid en van
(bijna-)ongevallen in het bijzonder).
4. BZK en het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra hebben gezamenlijk een
bijscholingscursus opgezet voor bevelvoerders. De training richt zich specifiek op
veiligheidaspecten tijdens repressief optreden. Ook voor officieren wordt een
dergelijke opleiding ontwikkeld.
De NVBR is van mening dat buiten deze initiatieven er meer aandacht zal moet komen voor de
arbeidsveiligheid van brandweerpersoneel. De NVBR ziet het als haar taak om de korpsen
hierin te stimuleren en te ondersteunen. De gemeenten zijn als werkgever verplicht de korpsen
te faciliteren bij de te nemen maatregelen
Concreet ziet de NVBR als branchevereniging de volgende taken voor haar weggelegd:
- In de eerste plaats zal de NVBR haar leden (de regionale en gemeentelijke commandanten)
informeren over het rapport van de Arbeidsinspectie. Dit is een eerste, maar zeker niet een
laatste, stap om de bewustwording van de risico's van het vak zowel bij de korpsleiding als
bij het brandweerpersoneel te vergroten. Dit vraagt naast voorlichting en kennisoverdracht
ook om daadwerkelijk realistisch oefenen, waarbij niet alleen wordt geoefend met 'echte'
brand, maar waar vooral de besluitvorming onder tijdsdruk en stress wordt geoefend.
- Verder zal de NVBR de lokale en regionale brandweer adviseren om bij de zorg voor
arbeidsveiligheid voor brandweerpersoneel ook het verantwoordelijke bestuur te
betrekken. Verder adviseert de NVBR om binnen de regio's de krachten te bundelen om de
arbeidsveiligheid voor de brandweer verder te verbeteren en adviseert zij om in lokale en
regionale beleidsplannen expliciet aandacht te besteden aan de arbeidsveiligheid.
- Ook wil de NVBR het brandweerveld ondersteunen door instrumenten beschikbaar te
stellen die de arbeidsveiligheid helpen te verhogen. Een voorbeeld hiervan is het hier
eerdergenoemde branchemodel 'Leidraad inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief
optreden' dat vanuit de NVBR onder de brandweerkorpsen is verspreid. Tevens wil zij zich
inspannen om alle kennis en ervaringen met betrekking tot repressieve arbeidsveiligheid en
het registreren en leren van (bijna)-ongevallen te bundelen. Op deze wijze kan lering
---
getrokken worden uit het relatief hoge aantal (bijna)ongevallen onder brandweerpersoneel en
ontstaat er een landelijk informatiepunt. Het platform ART van de NVBR kan hierin een
coördinerende rol vervullen.
De Minister van BZK deelt de conclusie in het rapport de dat arbeidsveiligheid bij de
brandweerkorpsen meer aandacht verdient.
De gemeente is bestuurlijk verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van het
brandweerpersoneel. Zij acht het dan ook een goede zaak dat het College van Arbeidszaken
van de VNG haar verantwoordelijkheid neemt en het initiatief neemt om een ledenbrief aan de
gemeenten te sturen. Op deze wijze wordt de aandacht gevestigd op de verantwoordelijkheid
van de gemeente als werkgever. Tevens worden suggesties gedaan op welke wijze
gemeentebestuurders de leiding van brandweerkorpsen kunnen ondersteunen bij de verbetering
van het arbeidsveiligheidsbeleid.
De Minister van BZK ondersteunt de initiatieven van de NVBR om de brandweerkorpsen te
stimuleren en te ondersteunen bij het verbeteren van de arbeidsveiligheid van
brandweerpersoneel.
BZK (h)erkent de problematiek rondom het brandweerduiken. In samenwerking
met de NVBR wordt verkend of het brandweerduiken ondergebracht kan worden
bij het beroepsduiken onder overdruk waarvoor het ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid verantwoordelijk is.
Het onderbrengen van het brandweerduiken bij beroepsduiken heeft verschillende voordelen.
De brandweer kan aansluiten bij ontwikkelingen op het gebied van materiaal uit de duiksector.
Daarnaast kan de brandweer invloed uitoefenen op de veranderende regelgeving binnen de
sector: "arbeid onder overdruk". Brandweerkorpsen die andere eisen stellen aan hun duikers in
verband met specifieke omstandigheden in hun uitrukgebied kunnen duikers opleiden binnen
een modulaire opleidingssystematiek.
Binnen Nederland is het gehele spectrum van "arbeid onder overdruk" dan vertegenwoordigd
in één structuur. Aan het brandweerduiken kunnen zo zwaardere kwaliteitseisen gesteld
worden. De kans op ongevallen bij het brandweerduiken kan zo worden beperkt.
Tenslotte zal BZK aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid Nibra (Nifv) op korte
termijn de opdracht verstrekken om een cursus te ontwikkelen voor het verzorgen van
bijscholing van docenten op het gebied van veilig repressief optreden door de brandweer. Door
middel van deze cursus kunnen docenten worden opgeleid die de meest actuele kennis op het
gebied van veilig repressief optreden binnen de brandweerkorpsen kunnen overdragen. Om de
overdracht van deze kennis binnen de brandweerorganisatie verder te stimuleren zal tevens aan
het Nifv worden gevraagd, om aansluitend, de bijscholing van docenten op het gebied van
veilig repressief optreden ter hand te nemen.
In overleg met VNG en NVBR zal worden bezien op welke wijze deskundigheidsbevordering
op het gebied van arbeidsveiligheid bij de brandweer het beste verder ontwikkeld kan worden.
---
De Minister van BZK stelt vast dat de brandweer de afgelopen periode verschillende
initiatieven heeft genomen om de arbeidsomstandigheden verder te verbeteren.
Evenals de VNG merkt zij op dat de implementatie hiervan op dit moment plaatsvindt of
onlangs heeft plaatsgevonden. Om die reden zijn de effecten van deze initiatieven nog niet
volledig terug te vinden in de rapportage van de Arbeidsinspectie over de periode augustus
2006 tot en met april 2007.
Gezien de resultaten van de inspecties en de activiteiten die de branche mede naar aanleiding
daarvan heeft ingezet zal de Arbeidsinspectie de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen.
Mede naar aanleiding van de verdere voortgang van dit proces zal de Arbeidsinspectie het
moment bepalen waarop zij opnieuw zal inspecteren naar de implementatie van maatregelen
om de veiligheidsrisico's te verminderen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid