Ingezonden persbericht


Persbericht

Maastricht, 10 januari 2008

NIEUWE CONCURRENTIE TUSSEN ZIEKENHUIZEN RESULTEERT IN REGIONALE WACHTLIJSTEN EN NOG HOGERE ZORGPREMIES.

Oudere, chronisch zieke en langzaam herstellende patiënten - dus voor ziekenhuizen 'te dure patiënten'- worden geconfronteerd met snelgroeiende regionale wachtlijsten. Daarnaast betalen de jaarlijks honderdduizenden orthopedische patiënten binnenkort een aanzienlijk hogere ziektekostenrekening. De oorzaken: de introductie door Den Haag van de maatstafconcurrentie en het grotere zorgsegment waarvoor een vrije prijs kan worden onderhandeld tussen ziekenhuizen en verzekeraars.

Nieuwe zorgbureaucratie
Dit nieuwe reguleringssysteem moet (in theorie) de efficiencyverschillen tussen ziekenhuizen zoveel mogelijk beperken. Het is deze nieuwe bureaucratische toetsingsstructuur die de aanzienlijk hogere ziektekostenrekening en bijbehorende hogere premies genereert. Daarnaast groeien in bepaalde regio's straks de wachtlijsten omdat ziekenhuizen steeds moeilijker aan hun basisverplichtingen voor bepaalde groepen patiënten kunnen voldoen. Denk hierbij met name aan oudere, chronisch zieke en langzaam herstellende patiënten. Zij vallen namelijk buiten die maatstaf en veroorzaken dus in verhouding voor de ziekenhuizen te veel kosten. De maatstaf is niets anders dan een prijsplafond. En wel in de vorm van een gemiddeld maximale prijs die een ziekenhuis voor een bepaalde behandeling mag berekenen. Deze waarschuwing uit orthopedisch chirurg prof. dr. Ruud Pöll, voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging op 10 januari tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering in Maastricht.

Prestatiebekostiging
Volgens prof. Pöll bepalen de zogeheten vrije ziekenhuisprijzen en de maatstafconcurrentie in de komende vijf jaar, grotendeels de toekomst van de orthopedische zorg in Nederland. Daardoor wordt de orthopedisch chirurg veel te veel beperkt in zijn mogelijkheden om een nog betere orthopedische zorg te kunnen garanderen. De Nederlandse Zorgautoriteit, de NZa, adviseerde in april 2007 de minister om op korte termijn de ziekenhuisprijzen vrij te maken. Daarmee zou de prestatiebekostiging van de ziekenhuizen vorm krijgen. Het deel van de ziekenhuiszorg met volledige vrije prijzen groeit, conform het regeerakkoord, van 10 naar 20%. Voor de overige planbare zorg zijn de vrije prijzen onder een tijdelijke maatstaf mogelijk. Een overgangsregeling moet bij de start al te grote schommelingen opvangen. Op deze wijze komt er in 2009 een maatstafconcurrentie van 25%, in 2010 is dat 50%, in 2011 is dit 75% waarna de maatstafregulering in 2012 kan worden beëindigd. Deze maatstafconcurrentie moet, aldus het kabinet, in 2012 culmineren in 400 miljoen euro aan doelmatigheidswinst. De NZa meldt dat de consument, de patiënt, voordeel heeft van deze voorstellen in de vorm van lagere prijzen en meer kwaliteit. Dit is volgens prof. Pöll zeer te betwijfelen.

Kostenexplosie
Prof. Pöll: 'Het lijkt wel of Den Haag, ziekenhuizen, zorgverzekeraars etc. van de invoering van de Diagnose Behandelingscombinatie (DBC), niets hebben geleerd. Het DBC systeem heeft vreselijk veel in de ziekenhuizen overhoop gehaald. Zeer weinigen, misschien wel niemand meer, begreep hoe het precies werkte. Feit is dat het de bureaucratie fors heeft versterkt. Daarnaast genereerde het enorme kosten, meerdere honderden miljoenen euro's, door meer administratie, bureaucratie en de introductie van controlesystemen. En wat is anno 2008 de winst voor de zorg voor de patiënt? Naar alle waarschijnlijkheid minder continuïteit en toegankelijkheid van zorg, minder kwaliteit, minder service en minder veiligheid, alle geavanceerde apparatuur ten spijt.' Zeker is het dat de bureaucratie, de kosten van administratie en controlesystemen zullen toenemen, waardoor uiteindelijk de ziektekostenpremies hoger zullen worden.

Voor verdere informatie: Professor Ruud Pöll, voorzitter van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging; Mobiel: 06 50510035, of Chris van der Togt, directeur van de NOV, 06-53520802.


---- --