Ministerie van Defensie

KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN

10-01-2008
Beantwoording vragen Militaire oefeningen op de Wadden Vraagsteller: Lid Van Velzen (SP)

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op vragen van het lid Van Velzen (SP) over militaire oefeningen op de Wadden (ingezonden 13 december 2007 met kenmerk 2070806650).

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 10 januari 2008
Ons kenmerk D/2008000281
Onderwerp Kamervragen over militaire oefeningen op de Wadden (2070806650)

Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Pagina 1/4

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden aan op vragen van het lid Van Velzen (SP) over militaire oefeningen op de Wadden (ingezonden 13 december 2007 met kenmerk 2070806650). DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries

Ministerie van Defensie
Pagina 2/4
Antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen (SP) over militaire oefeningen op de Wadden (ingezonden 13 december 2007 met kenmerk 2070806650). 1
Is het waar dat de Koninklijke Luchtmacht van 5 tot en met 7 december jl. boven de Waddenzee en de Vliehors oefende met F-16's en daarbij twintig bommen van 500 pond liet vallen op de Vliehors? 1)
Neen. Door slechte weersomstandigheden is de oefening niet doorgegaan. 2
Zijn voor de militaire oefeningen op de Vliehors de vereiste vergunning en ontheffing in het kader van de Natuurbeschermingswet respectievelijk de Flora- en faunawet verleend? Zo ja, kunt u deze aan de Kamer zenden? Zo neen, deelt u dan de mening dat deze oefeningen illegaal hebben plaatsgevonden? 3
Heeft het voor deze vergunning en ontheffing noodzakelijke onderzoek 2) naar de gevolgen van de oefeningen op de habitattypen en beschermde diersoorten reeds plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de resultaten van dit onderzoek? Zo neen, bent u bereid die alsnog te laten onderzoeken?
De Vliehors is sinds 1948 in gebruik bij de Koninklijke luchtmacht. Er wordt gedurende ongeveer 180 dagen per jaar, op doordeweekse dagen, geoefend. In de periode van 15 september tot 1 maart wordt geoefend met bommen met explosieve lading en met oefenbommen. Aan de bommen met explosieve lading is een maximum van 70 verbonden voor deze periode. Deze activiteiten vinden al tientallen jaren plaats, ruimschoots vóór de aanwijzing van de duinen van Vlieland en de Waddenzee als Natura 2000-gebied. Het gebruik heeft de aanwezigheid en instandhouding van de huidige beschermde natuurwaarden niet in de weg gestaan. Een directe ecologische urgentie om tot stopzetting van de oefeningen over te gaan, ontbreekt dan ook. Ministerie van Defensie
Pagina 3/4
Ik streef ernaar om het bestaande gebruik zoveel mogelijk te reguleren in beheerplannen, conform het beleid zoals vastgelegd in de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 1 september 2006 (Kamerstuk 30192 nr. 2) en het wetsvoorstel dat bij uw Kamer is ingediend (Kamerstukken 31 038, nrs. 1-2). Het beheerplan wordt daarin aangemerkt als het centrale instrument om uitvoering te geven aan de verplichting van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn. Hiervoor wordt momenteel door het onderzoeksinstituut Alterra een toets uitgevoerd naar de ecologische effecten van oefeningen van de luchtmacht op de Vliehors. De resultaten van dit onderzoek zijn medebepalend voor de verder te nemen maatregelen.
4
Bent u bereid de Kamer een overzicht te zenden van alle geldige vergunningen die Defensie heeft voor het laten plaatsvinden van activiteiten in gebieden waar de Natuurbeschermingswet van toepassing is? Zo neen, waarom niet? Mede namens de minster van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deel ik u mee dat Defensie voor nieuwe plannen of projecten een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 aanvraagt. De meeste (grotere) activiteiten in vogel- en habitatrichtlijngebieden die mogelijkerwijs vergunningplichtig zouden kunnen zijn, moeten worden gekwalificeerd als bestaand gebruik. Defensie streeft er naar het bestaande gebruik zo veel mogelijk in de nog op te stellen beheerplannen te reguleren, maar zal indien nodig in overleg met het bevoegde gezag een vergunning aanvragen. 5
Zijn aan de toekomstige vermelding op de Unesco werelderfgoedlijst restricties verbonden voor militair gebruik van het waddengebied? Zo ja, welke zijn dat? Hoe verhouden die zich tot de restricties uit de nieuwe Planologische Kernbeslissing (PKB) Waddenzee en de Natuurbeschermingswet? Zo neen, deelt u de mening dat het wenselijk is nadere restricties op te leggen voor het gebruiken van een werelderfgoed als militair oefenterrein?
De aanmelding van het Waddengebied door de Duitse en de Nederlandse regering voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst vindt plaats mét de bestaande activiteiten en mét de Ministerie van Defensie
Pagina 4/4
huidige nationale en internationale beschermings- en beheersregimes. UNESCO kan hieraan geen eigen regels toevoegen. Voor toekomstige ontwikkelingen in het gebied en de directe omgeving gelden de huidige toetsingskaders en regelgeving. Uit een aanwijzing tot Werelderfgoed zullen geen verdere regelgeving of beperkingen voortvloeien. De PKB Derde Nota Waddenzee vermeldt dat het kabinet een substantiële vermindering of een verplaatsing van militaire activiteiten uit het Waddengebied niet reëel acht, en stelt ten aanzien van het militaire gebruik van de Vliehors dat het aanvliegen van de schietrange zoveel als mogelijk vanaf de Noordzee in plaats van over de Waddenzee moet plaatsvinden. Nadere beperkingen aan het militair gebruik dan deze, dan wel restricties die eventueel voortvloeien uit de onder vraag 2/3 aangekondigde ecologische toetsing, acht ik niet nodig of wenselijk.
1) Metro, 5 december jl.
2) De zogenaamde passende beoordeling, verplicht op basis van de Natuurbeschermingswet wanneer de mogelijkheid op significante gevolgen van een activiteit niet zijn uit te sluiten.