Werkgeversvereniging AWVN
Wijziging rentepercentage waardeoverdracht pensioenaanspraken
Datum: 11 januari 2008
Wijziging rentepercentage per 1-1-2008 bij waardeoverdracht
pensioenaanspraken
Werknemers hebben een wettelijk recht op de waardeoverdracht van hun
pensioenaanspraken bij verandering van werkgever. Tot en met 2007 werd
de overdrachtswaarde berekend op een vaste rente van 4%. Met ingang
van 1 januari 2008 is dit veranderd en is de overdrachtswaarde
gebaseerd op de marktrente.
Sinds 8 juli 1994 heeft een werknemer een wettelijk recht op
waardeoverdracht bij verandering van werkgever. De werknemer moet dan
wel binnen 6 maanden na opname in een nieuwe pensioenregeling een
verzoek tot waardeoverdracht doen. De werkgever is verplicht daaraan
mee te werken. Daarna bestaat er geen "recht" meer, maar nog wel de
mogelijkheid tot vrijwillige waardeoverdracht.
In de Pensioenwet zijn diverse bepalingen opgenomen met betrekking tot
waardeoverdracht. De technische uitvoering van de waardeoverdracht
wordt krachtens de Pensioenwet nader geregeld in:
a. het Besluit Uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte
Beroepspensioenregeling;
b. de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte Beroepspensioenregeling.
Tot en met 2007 werd de overdrachtswaarde berekend op een vaste rente
van 4%. Met ingang van 1 januari 2008 verandert dit en wordt de
overdrachtswaarde gebaseerd op de marktrente. Deze marktrente wordt
jaarlijks bepaald op basis van de per 1 oktober door DNB gepubliceerde
rentetermijnstructuur met een looptijd van 25 jaar. Voor 2008 is de
rekenrente voor pensioenfondsen vastgesteld op 4,9%. Deze rekenrente
geldt zowel bij inkomende als uitgaande waardeoverdrachten.
Veel direct verzekerde pensioenregelingen hebben de aanspraken
verzekerd op 3% rekenrente. Het feit dat de rekenrente voor
waardeoverdracht nu wijzigt, heeft forse gevolgen in het geval een
werknemer die van werkkring verandert over gaat naar een
pensioenregeling bij een verzekeraar. In dat geval worden de
pensioenaanspraken ingekocht op basis van 3%, terwijl de waarde die
feitelijk wordt overgedragen is berekend op 4,9%. De verschillen
kunnen ook ontstaan, hoewel minder groot, in het geval een
herverzekerd pensioenfonds nog werkt met een rekenrente van 4%.
Volgens de geldende waardeoverdrachtregels moet de nieuwe werkgever
het verschil aanvullen. Veel werkgevers zijn zich niet bewust van deze
mogelijk forse consequentie wanneer een nieuwe werknemer gebruik maakt
van het wettelijk recht op waardeoverdracht.
Het is overigens niet zo dat het geld bij de verzekeraars blijft
hangen. In geval een werknemer vertrekt en zijn pensioenaanspraken
meeneemt, krijgt de oude werkgever het teveel aan gereserveerde
voorziening terug.
Een kort rekenvoorbeeld. Stel u neemt een man van 45 jaar aan met een
reeds opgebouwd ouderdomspensioen van EUR 12.000 en een opgebouwd
nabestaandenpensioen van EUR 8.400. De overdrachtswaarde op 4,9%
bedraagt dan ongeveer EUR 63.000. Voor een regeling met een rekenrente
op 4% is ongeveer EUR 80.000 nodig om hetzelfde pensioen te kunnen
aankopen. Bij rekenrente van 3% is ongeveer EUR 107.000,-- benodigd.
Dit betekent dus een benodigde aanvulling van respectievelijk EUR
17.000 of EUR 44.000. De aanvulling komt volledig voor rekening van
de nieuwe werkgever.
Ter vergelijking: in 2007, toen nog de vaste rente van 4% gehanteerd
werd, waren in dit voorbeeld geen kosten voor waardeoverdracht bij een
4%-contract en ongeveer EUR 27.000 bij een 3%-contract. Kortom, een
zeer forse kostenstijging die verder kan oplopen naar mate de over te
nemen pensioenen hoger zijn, hetgeen vaak het geval is naar mate de
werknemer ouder wordt.
Het omgekeerde speelt ook. Als u een pensioenregeling heeft met een
rekenrente van 3% en een vetrekkende werknemer draagt zijn
pensioenaanspraken over naar zijn nieuwe werkgever, dan zou u in het
bovenstaande voorbeeld een teruggave krijgen van ongeveer EUR
44.000. Dit bedrag wordt dan in uw rekening-courant met de verzekeraar
gecrediteerd.
In december 2007 is bij de behandeling van de zogenoemde `Veegwet
Pensioenwet' door de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de
regering wordt verzocht om in overleg te treden met de Stichting van
de Arbeid en de pensioenkoepels om voor de zomer 2008 met voorstellen
te komen om de kostenproblematiek bij waardeoverdrachten op te lossen.
De politiek heeft dit probleem derhalve onderkend en de sociale
partners gevraagd om daarvoor in overleg met de pensioenkoepels - voor
zover dat mogelijk is - een oplossing te vinden.
Bedrijven die meer willen weten over de impact van de nieuwe
rekenregels op de eigen pensioenregeling, kunnen een afspraak maken
met één van de pensioenadviseurs van de AWVN. U komt met ze in contact
via de AWVN-werkgeverslijn, (070) 850 86 05 of werkgeverslijn@awvn.nl.