EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl

01/13/2008 - EVO waarschuwt Tweede Kamer voor krampachtig protectionisme transportbranche

krampachtig protectionisme transportbranche

Het kabinet heeft bij de Wet Wegvervoer Goederen als uitgangspunt genomen dat de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse wegvervoer moet verbeteren door het schrappen van alle niet Europees voorgeschreven regels. Gevolg: minder bureaucratie, minder regelzucht en minder administratieve lasten. De transportbranche probeert nu alsnog allerlei wetswijzigingen doorgevoerd te krijgen voor de behandeling door de Tweede Kamer op 17 januari die er enkel op gericht zijn de eigen markt te beschermen. Krampachtig protectionisme, volgens EVO.

Kennelijk is administratieve lastenverlichting plotseling geen issue meer wanneer het eigen belang in het geding komt. EVO is er daarom van overtuigd dat de Tweede Kamer tijdens de behandeling niet gevoelig blijkt te zijn voor deze Operatie Marktbescherming van de transportbranche. Kabinet en Tweede Kamer hebben nadrukkelijk gevraagd om vermindering van de administratieve lasten. Nu akkoord gaan met de voorstellen van de transportbranche, staat daar haaks op.

De ondergrens van 500 kg laadvermogen voor vergunningplicht bij vervoer voor derden gaat volgens het wetsvoorstel omhoog naar een maximaal toegelaten gewicht van 3500 kg. Dit betekent in de praktijk dat voor een bestelauto met een laadvermogen tot globaal 1800 kg geen vergunning beroepsvervoer meer nodig is. Dat is een aanzienlijke lastenverlichting voor koeriers en vooral voor nieuwe toetreders tot deze markt. De branche vreest echter dat dit zorgt voor minder professionele vervoerders en onveiliger rijgedrag door nieuwkomers.

Dit zijn oneigenlijke argumenten. Het werkelijke bezwaar van de transportbranche is natuurlijk het wegvallen van een stukje bescherming voor haar leden in het wegtransport. Als vervoerders vrezen voor de verkeersveiligheid, dan moeten zij pleiten voor meer verkeerscontroles en betere handhaving. Het is volstrekt onlogisch om nieuwe regels te bedenken, terwijl de Verkeerswet dit aspect prima regelt.

Verder hebben de vervoerders bezwaar tegen het vervallen van de eis van dienstbetrekking voor chauffeurs. Nu is het nog verboden voor vervoerders om beroepsvervoer te verrichten met chauffeurs die niet bij die vervoerder in dienst zijn. In het nieuwe wetsvoorstel vervalt terecht deze verplichting. Een flexibelere inzet van chauffeurs is hard nodig omdat er een enorm tekort aan chauffeurs is (circa 5.000).

Ten slotte wil de transportbranche de leverancier van goederen bij wet aansprakelijk stellen voor overbelading. Dit is een volstrekt onredelijke wens, omdat dit punt allang is geregeld in de Algemene Vervoercondities 2002, nota bene mede door de vervoerders opgesteld vanuit haar rol in de Stichting Vervoeradres.