Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over het schrappen van banen in het Laurentius Ziekenhuis
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
14 januari 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Van Gerven
(SP) over het schrappen van banen in het Laurentius Ziekenhuis
(2010806350).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het Laurentius Ziekenhuis 150
banen schrapt? 1)
Antwoord 1
Sinds enige jaren is het beleid erop gericht de zorg efficiënter te
organiseren. Ziekenhuizen worden door de maatregelen van dit beleid
uitgedaagd tot efficiëntieverbeteringen.
Het Laurentius Ziekenhuis geeft aan dat na analyses waarin het
kostenniveau van het Laurentius Ziekenhuis is vergeleken met andere
ziekenhuizen blijkt dat zij efficiënter kunnen en moeten werken en dat
dit met name geldt voor de personele kosten. De verwachting is de
personeelsreductie van 150 fte's zonder gedwongen ontslagen te kunnen
doen en dat dit niet de zorggerelateerde functies zal treffen.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraken dat dit het gevolg is van de
overheidsbezuiniging voor volgend jaar? 2)
Antwoord 2
Zoals ik in vraag 1 aangaf is het beleid erop gericht de zorg
efficiënter te organiseren. Door diverse maatregelen worden
ziekenhuizen uitgedaagd tot efficiëntieverbeteringen. Eén van die
maatregelen is een taakstellende efficiencybesparing voor 2008. Het is
aan ziekenhuizen zelf om te bepalen hoe zij hier invulling aan geven.
Daarbij teken ik aan dat in de ziekenhuizen nog steeds sprake is van
een forse volumegroei, die de ombuigingen verregaand overtreffen.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de uitspraak dat dit het gevolg is van
onzekerheid over de gevolgen van de wijzigingen in de
Diagnosebehandelingcombinatie (DBC)-financiering? 3)
Antwoord 3
Ik begrijp dat ziekenhuizen tijd nodig hebben om de veranderingen
rondom de prestatiebekostiging te overzien en hun organisatie hierop
aan te passen. Ik heb daarom gekozen voor een gefaseerde overgang die
met voldoende zekerheden omkleed is. In de afgelopen periode heeft
hierover veelvuldig overleg plaatsgevonden tussen de NVZ vereniging
van ziekenhuizen en mijn departement.
De invoering van DBC-bekostiging met een maatstaf houdt rekening met
de huidige kostenverschillen tussen instellingen. De relatief
ondoelmatige instellingen krijgen drie jaar de tijd om hun kosten aan
te passen aan het landelijke doelmatige prijsniveau. Hiermee wordt
ondoelmatige instellingen voldoende tijd gegeven om hun kosten per DBC
te verlagen. Om zoveel mogelijk financiële zekerheid aan de
ziekenhuizen te bieden, wordt de maatstaf voor de gehele periode van
drie jaar vastgesteld. Een instelling kan zo een solide financieel
beleid voeren.
Vraag 4
Erkent u de onzekerheid die bij ziekenhuizen bestaat over de
taakstelling en de lagere financiering als gevolg van de
maatstafconcurrentie? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals ik in vraag 3 aangeef besef ik dat de invoering van de nieuwe
bekostiging veel vraagt van ziekenhuizen en kies ik daarom voor een
gefaseerde overgang. Ongewenste effecten en onverantwoorde risico's in
de transitiefase worden zoveel mogelijk beperkt. De ziekenhuizen
krijgen op deze manier op verantwoorde wijze meer ruimte om naar eigen
inzicht invulling te geven aan de zorg, zowel medisch inhoudelijk als
bedrijfseconomisch.
Vraag 5
Bent u bereid de kwestie in het Laurentius Ziekenhuis te bekijken? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 5
Ik ben van mening dat ik de agenda voor veranderingen in de
ziekenhuisbekostiging met voldoende waarborgen omkleed heb. Verder
meen ik dat het Laurentius Ziekenhuis met dit besluit een weloverwogen
invulling geeft aan zijn eigen verantwoordelijkheid om de continuïteit
van het ziekenhuis en de kwaliteit van de zorgverlening te kunnen
waarborgen.
1) Zorgvisie, 5 december 2007
2) zie noot 1
3) zie noot 1