Partij van de Arbeid

Den Haag, 14 januari 2008

Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de staatssecretaris van Economische Zaken

over het bod van de kabelmaatschappijen Casema, Essent en @Home op de voetbalrechten.


1. Heeft u kennis genomen van het nieuws dat Zesko Holding, de moedermaatschappij van Essent, Casema en @Home, een bod overweegt op de voetbalrechten van de Eredivisie?{1}


2. Is het correct dat de samenvattingen van de Eredivisie conform de bepalingen in de Mediawet moeten worden uitgezonden op een open net?


3. Hebben deze kabelmaatschappijen gezamenlijk voldoende dekking in Nederland om, met de opzet van een eigen analoog kanaal, te voldoen aan de definitie van een open net in de Mediawet?


4. Acht u het wenselijk dat netwerkaanbieders, zoals kabelmaatschappijen, TV-zenders gaan beconcurreren, terwijl die TV-zenders voor de doorgifte van hun programma's afhankelijk zijn van diezelfde kabelmaatschappijen die een zeer grote machtspositie hebben op de markt?


5. Vindt u dat er sprake is van eerlijke concurrentie als kabelmaatschappijen met TV-zenders en anderen strijden om de voetbalrechten terwijl de kabelmaatschappijen de macht hebben om te bepalen wie over een open net kan beschikken wat een voorwaarde is om de voetbalrechten te kunnen verwerven?


6. Acht u het wenselijk dat netwerkaanbieders, zoals kabelmaatschappijen, andere netwerkaanbieders beconcurreren door de verwerving van exclusieve programmarechten, waardoor consumenten die bepaalde programma's (in dit geval het voetbal) willen zien, gedwongen worden een kabelaansluiting af te nemen?


7. Heeft de OPTA middelen om de kabelmaatschappijen bij eventuele verwerving van de voetbalrechten te dwingen de programma's non-discriminatoir en tegen een redelijk tarief aan te bieden aan andere, concurrerende netwerkaanbieders zoals Digitenne of TV via ADSL?


8. Heeft u binnen de Europese richtlijnen mogelijkheden om de kabelmaatschappijen bij eventuele verwerving van de voetbalrechten te dwingen de programma's non-discriminatoir en tegen een redelijk tarief aan te bieden aan andere netwerkaanbieders, dan wel om de wet te wijzigen om de kabelmaatschappijen daartoe te dwingen?


9. Indien de kabelmaatschappijen de voetbalrechten verwerven, hebben zij dan de vrijheid om het tarief voor het standaardpakket te verhogen of blijft de bevriezing van de tarieven ook in dat geval in stand?


10. Kunt u uiteenzetten hoe op Europees niveau de stand van zaken is in de discussie over de verwerving van exclusieve programmarechten door netwerkaanbieders?


11. Bent u bereid deze discussie in Europees verband (verder) aan te zwengelen om zodoende te bewerkstelligen dat netwerkaanbieders niet langer wordt toegestaan programmarechten exclusief te verwerven en deze zodoende te onthouden aan concurrerende netwerkaanbieders zodat koppelverkoop ontstaat tussen netwerk en programma's?

Met vriendelijke groet,

Chantal Linnemann
Publieksvoorlichter

Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 118
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2703
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl

{1} Zie o.a. Teletekst pagina 106, d.d. 14-1-2008