Bodemdaling NW-Friesland: een eerlijk beeld


FRANEKERADEEL, 20080114 -- De bodemdaling in de gemeente Franekeradeel leidt tot de nodige ongerustheid. Het ministerie van Economische Zaken heeft ingenieursbureau Oranjewoud onderzoek laten doen naar de bodemdaling bij Franeker. Ir. Houtenbos, specialist op het gebied van het meten van bodemdaling, heeft een onafhankelijke contra-expertise uitgevoerd. Hieruit blijkt tweemaal zoveel bodemdaling door gaswinning dan gerapporteerd door EZ.

In het onderzoek zijn alle peilmerken in Franekeradeel en omgeving gebruikt. Binnen de invloedsfeer van de gas- en zoutwinning zijn alle peilmerken gedaald in de periode 1988 - 2006. Vóór aanvang van de delfstofwinning en buiten de invloedsfeer van de delfstofwinning is geen bodemdaling van betekenis gemeten. De bodemdaling bij de zoutwinninglocatie van Frisia bedraagt tweeëndertig centimeter. Hiervan is negenentwintig centimeter veroorzaakt door zoutwinning en drie door gaswinning bij Franeker. Boven het Vermilion gasveld twee kilometer ten westen van Franeker bedraagt de bodemdaling maximaal tweeëntwintig centimeter. Hiervan is twintig centimeter veroorzaakt door gaswinning en iets meer dan één door zoutwinning. In de bebouwde kom van Franeker varieert deze daling van drie tot dertien centimeter. De daling komt in zijn geheel voor rekening van de gaswinning. De kans op scheurvorming is vooral afhankelijk van de scheefstelling. Deze bereikt een maximum van zestien centimeter per kilometer bij Pietersbierum.

In de contra-expertise zijn alle metingen betrokken. Ook die op tijdstippen tussen de start van de gaswinning en de laatste meting en die naar peilmerken, die in 1997 speciaal zijn geplaatst boven het centrum van het gasveld om de bodemdaling daar beter in kaart te brengen. Door deze metingen buiten beschouwing te laten ontstond een te rooskleurig beeld van de bodemdaling door gaswinning in het onderzoek van Oranjewoud. Deze zou tien centimeter bedragen waar hij in werkelijkheid twintig centimeter is.

Toekomstige bodemdaling door gas- en zoutwinning
De contra-expertise heeft ook de ontwikkeling van de bodemdaling in de tijd in beeld gebracht. De verdieping van de bodemdalingschotel rond de winningputten bij Sexbierum (BAS 1 en BAS 2) is nagenoeg gestopt. Wel vindt nog verbreding van de schotel plaats. Wanneer deze stopt is moeilijk te voorspellen.
De relatie tussen de snelheid van gaswinning en die van de daardoor veroorzaakte bodemdaling is uiterst zorgwekkend. Terwijl de productiesnelheid halveerde, verviervoudigde de dalingssnelheid zich tot 2 cm per jaar bij de laatste meting. Een dergelijk gedrag is elders in Nederland onbekend en zal moeten worden verklaard voordat betrouwbare voorspellingen kunnen worden gemaakt.

Gedeputeerde Staten van Fryslân en de andere betrokken bestuurders hebben op 3 december 2007 de wens uitgesproken, dat de bodemdaling door gaswinning van Vermilion bij Franeker aan een maximum wordt gebonden. Op dezelfde manier als er een grens is gesteld aan de bodemdaling door zoutwinning.
Om een dergelijke maximumgrens aan de bodemdaling door gaswinning te kunnen handhaven moet er de komende tijd flink worden geïnvesteerd in overeenstemming tussen gesteente- en meetdeskundigen over de manier waarop de veroorzaakte bodemdaling uit de metingen moet worden afgeleidt. Anders dan bij zoutwinning zijn de verschillen van inzicht bij de bepaling van bodemdaling door gaswinning levensgroot. Zonder overeenstemming wordt de gasproducent een vrijbrief gegeven om de veroorzaakte schade via een beroep op `autonome daling' af te wentelen op derden.

Het contra-expertise rapport heet `Bodemdaling in NW-Friesland 1988-2008' en is digitaal op te vragen via houtenbos@home.nl.





Ingezonden persbericht