Gepubliceerd op 15 januari 2008
Simulatie sterrenhoop op netwerk supercomputers
Gepubliceerd op 15 januari 2008
Een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam heeft met succes
een sterrenhoop gesimuleerd over een wereldwijd netwerk van GRAPE-6Af
supercomputers. Om de simulatie mogelijk te maken, werden de
supercomputers, die in Nederland, Japan en de Verenigde Staten staan,
gekoppeld aan een computationeel grid.
Informaticus Derek Groen en numeriek sterrenkundige Simon Portegies
Zwart van de UvA hebben samen met collega's in Japan en de VS de
supercomputers gekoppeld om zodoende grote berekeningen mogelijk te
maken. Voor dit experiment is de speciale GRAPE-6Af computer gebruikt,
die meer dan honderd keer sneller rekent dan een gewone pc. Deze
berekeningen zijn nodig om de effecten van de zwaartekracht op de
beweging van sterren te bepalen, wat het belangrijkste onderdeel is
van het simuleren van een sterrenhoop. Wetenschappers hebben eerder al
algoritmes geschreven voor een simulatie op een lokaal netwerk van
GRAPE, maar deze bleken minder geschikt voor gebruik over een
intercontinentaal netwerk.
Het knelpunt in dergelijke berekeningen is de communicatie tussen de
computers', zegt Groen. Hemelsbreed liggen Amsterdam en Tokio meer dan
9.000 kilometer uit elkaar, en voor de computers kost het ongeveer 0,3
seconden om elkaar alleen maar gedag te zeggen. In een lokaal netwerk
is die communicatie veel sneller, doordat de afstand tussen de
computers kleiner is. Het probleem waar de wetenschappers mee te
kampen hadden is hoe een berekening door computers op een dergelijke
grote onderlinge afstand toch efficiënt zou kunnen verlopen. Uit de
resultaten blijkt dat het vergroten van de bandbreedte van het netwerk
de berekeningen een stuk efficiënter maakt, ondanks de 0,3 seconden
die het kost om contact te maken. `We hebben aangetoond dat een
grootschalige berekening over een netwerk efficiënter kan verlopen',
licht Portegies Zwart toe. `Nu kunnen we problemen doorrekenen die
meer capaciteit vereisen dan dat we op een enkele supercomputer kunnen
krijgen.'
Bron: NOVA / UvA Persvoorlichting
Universiteit van Amsterdam