Raad van de Europese Unie

Here is the latest news for which you have subscribed.


-Algemene Zaken en Externe Betrekkingen:
PERSMEDEDELING 2840e zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen EXTERNE BETREKKINGEN Brussel, 10 december 2007 : http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/gena/98087.pdf (your selected language)

P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B . 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 2 3 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
16327/07 (Presse 289) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL

16327/07 (Presse 289)
(OR. en)
PERSMEDEDELING

2840e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
EXTERNE BETREKKINGEN
Brussel, 10 december 2007
Voorzitter de heer Luís AMADO
minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken van Portugal

* Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen werden zonder debat aangenomen tijdens de 2839e zitting van de Raad Algemene Zaken (16326/07).
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een evaluatie gehouden van de vorderingen in de onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) met regio's en staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan in de aanloop naar de uiterste datum van 31 december 2007 voor de totstandbrenging van die overeenkomsten. Hij heeft een politiek akkoord bereikt over een ontwerpverordening betreffende markttoegang, strekkende tot uitvoering van interim-EPO's met bepaalde ACSregio's en -staten. De verordening betreffende markttoegang biedt rechten- en contingentvrije toegang tot de communautaire markt, met verbeteringen in de vorige oorsprongsregels op grond van de ACSEU- Partnerschapsovereenkomst van Cotonou, aan ACS-staten die WTO-conforme overeenkomsten met de Gemeenschap hebben geparafeerd.
De Raad was verheugd over het houden van de conferentie van Annapolis over het vredesproces in het Midden-Oosten en de afspraak tussen premier Olmert en president Abbas om onmiddellijk op goede trouw gebaseerde bilaterale onderhandelingen in te leiden met het oog op de sluiting van een vredesverdrag voor het eind van 2008. De Raad onderstreepte dat de EU vastbesloten is om deze nieuwe dynamiek kracht bij te zetten door de partijen bij hun onderhandelingen duurzaam en actief te steunen en door nauw samen te werken met de internationale partners. De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden met de Palestijnse premier Salam FAYYAD. De Raad heeft andermaal zijn krachtige steun uitgesproken voor de inspanningen van de Afrikaanse Unie en de VN om tot een oplossing te komen voor het conflict in Darfur. Hij benadrukte dat hij zich ten volle zal blijven inzetten voor de uitvoering van resolutie 1778 van de Veiligheidsraad, waarin toestemming wordt gegeven voor de inzet van een multidimensionale aanwezigheid in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, waarvan de EU het militaire element mag leveren, en ziet ernaar uit het huidige proces van opbouw van de troepenmacht spoedig te kunnen afsluiten en alle nodige middelen voor de uitvoering van deze operatie beschikbaar te kunnen maken.
10.XII.2007

1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
16327/07 (Presse 289) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS................................................................................................................................. 4 BESPROKEN PUNTEN
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID.......................................................................................... 6 ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN ........................................................ 7 BIRMA/MYANMAR......................................................................................................................... 8 SUDAN/TSJAAD - Conclusies van de Raad...................................................................................... 9 WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad ........................................................................ 12 IRAN................................................................................................................................................. 15 MIDDEN-OOSTEN.......................................................................................................................... 16 Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad........................................................ 16 Libanon - Conclusies van de Raad..................................................................................................... 17 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
geen

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 4
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Bulgarije:
de heer Ivailo KALFIN viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken Tsjechië:
de heer Alexandr VONDRA viceminister-president, belast met Europese Zaken de heer Karel SCHWARZENBERG minister van Buitenlandse Zaken Denemarken:
de heer Per Stig MOLLER minister van Buitenlandse Zaken Duitsland:
de heer Frank-Walter STEINMEIER minister van Buitenlandse Zaken de heer Gunter GLOSER staatsminister van Buitenlandse Zaken Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken de heer Tom KITT Government Chief Whip en onderminister, ministerie van Defensie
Griekenland:
mevrouw Dora BAKOYANNI minister van Buitenlandse Zaken de heer Ioannis VALINAKIS staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Spanje:
de heer Miguel Angel MORATINOS minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking Frankrijk:
de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse en Europese Zaken de heer Jean-Pierre JOUYET staatssecretaris, belast met Europese Zaken Italië:
de heer Massimo D'ALEMA viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken Cyprus:
mevrouw Erato KOZAKOU-MARCOULLIS minister van Buitenlandse Zaken Letland:
de heer M.ris RIEKSTI.. minister van Buitenlandse Zaken Litouwen:
de heer .ygimantas PAVILIONIS vicestaatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met EU-aangelegenheden
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
mevrouw Kinga GONCZ minister van Buitenlandse Zaken Malta:
de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken Nederland:
de heer Franciscus TIMMERMANS minister voor Europese Zaken
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 5
NL
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Europese en Internationale Zaken Polen:
mevrouw Gra.yna BERNATOWICZ vicestaatssecretaris voor Europese Zaken Portugal:
de heer Luis AMADO minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken de heer Manuel LOBO ANTUNES toegevoegd staatssecretaris van Europese Zaken Roemenië:
de heer Adrian CIOROIANU minister van Buitenlandse Zaken Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken de heer Janez LENAR.I. staatssecretaris, Regeringsbureau voor Europese zaken Slowakije:
de heer Jan KUBI. minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Ilkka KANERVA minister van Buitenlandse Zaken mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken Zweden:
de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken mevrouw Cecilia MALMSTROM minister van Europese Zaken Verenigd Koninkrijk:
de heer David MILIBAND minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken de heer Gareth THOMAS staatssecretaris van Handel en Consumentenzaken; staatssecretaris, ministerie van Internationale
Ontwikkeling
Commissie:
de heer Olli REHN lid
de heer Louis MICHEL lid
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
de heer Peter MANDELSON lid
Secretariaat-generaal van de Raad:
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 6
NL
BESPROKEN PUNTEN
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID
De Raad werd door de Commissie ingelicht over de vorderingen in verband met de verdere ontwikkeling van het Europees nabuurschapsbeleid van de EU. Hij heeft een gedachtewisseling gehouden.

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 7
NL
ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN
De Raad werd door de Commissie ingelicht over de vorderingen bij de onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) met regio's en staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan in de aanloop naar de uiterste datum van 31 december 2007 voor de totstandbrenging van die overeenkomsten.
Hij heeft een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening betreffende markttoegang, strekkende tot uitvoering van interim-EPO's met bepaalde ACS-regio's en -staten. De verordening zal na de definitieve opstelling van de tekst zonder verder debat door de Raad worden aangenomen tijdens zijn zitting op 20 december. De verordening betreffende markttoegang voorziet in rechten- en contingentvrije toegang tot de communautaire markt, met verbeteringen in de vorige oorsprongsregels op grond van de ACS-EUPartnerschapsovereenkomst van Cotonou, aan ACS-staten die WTO-conforme overeenkomsten met de Gemeenschap hebben geparafeerd.
De minst ontwikkelde landen (MOL's) genieten reeds rechten- en contingentvrije toegang tot de Gemeenschap uit hoofde van bepalingen die in 2001 zijn ingevoerd; de verordening brengt hun echter het voordeel van verbeterde oorsprongsregels. Niet-MOL's zullen een betere markttoegang krijgen dan voorheen en profiteren eveneens van de verbeterde oorsprongsregels. Daarmee zal het gevaar van verhoogde douanerechten voor de niet-MOL's ten gevolge van het verstrijken van de handelspreferenties van Cotonou op 31 december, zijn afgewend. Bij de verordening worden de verbintenissen die de Gemeenschap de afgelopen maanden met veel ACS-staten is aangegaan, in EU-wetgeving omgezet. Deze verbeterde regelingen gaan in vanaf
1 januari 2008, met overgangsperioden voor rijst en suiker. Overeengekomen is, dat iedere ACS-staat die voor 20 december een overeenkomst met de Gemeenschap parafeert, door de Raad, op voorstel van de Commissie, kan worden opgenomen in de lijst van landen waarop de verordening betreffende markttoegang van toepassing is.
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 8
NL
BIRMA/MYANMAR
De Raad heeft de situatie in Birma/Myanmar besproken tegen de achtergrond van de lopende VNactiviteiten van de speciale gezant Ibrahim Gambari en van de speciale rapporteur inzake mensenrechten Sergio Pinheiro naar aanleiding van de recente arrestaties, detenties en verdwijningen in het land. Er werd nota van genomen dat met de benoeming van Piero Fassino als speciale gezant van de EU voor Birma/Myanmar op 6 november ter ondersteuning van de missie van goede diensten van de VN wordt onderstreept hoezeer de EU belang hecht aan de verbetering van de situatie, en dat de heer Fassino reeds actief contacten heeft gelegd met partners die belangrijk zijn voor het bereiken van dat doel.

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 9
NL
SUDAN/TSJAAD - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De EU spreekt andermaal zijn krachtige steun uit voor de voortdurende inspanningen van de Afrikaanse Unie (AU) en de Verenigde Naties (VN) om tot een oplossing te komen voor het conflict in Darfur, en herhaalt er vast van overtuigd te zijn dat een blijvende, inclusieve vrede het best kan worden bereikt door een algehele, regionale aanpak van het conflict.

2. De Raad is na de informatie die op 27 november 2007 door Onder-Secretaris-Generaal (USG) Jean-Marie Guehenno aan de VN-Veiligheidsraad is verstrekt, ernstig bezorgd over de vooruitzichten voor de hybride AU-VN-vredeshandhavingsmissie in Darfur (UNAMID).

3. De Raad attendeert op het gebrek aan medewerking van de regering van Sudan bij de inzet van een effectieve troepenmacht. De Raad benadrukt dat de UNAMID-missie plaatsvindt uit hoofde van een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, en dat iedere obstructie door de regering van Sudan of andere partijen, rechtstreeks indruist tegen de wil van de Veiligheidsraad. De Raad herhaalt dat hij bereid is om, met name in het kader van de VN, verdere maatregelen te overwegen tegen elke partij die een snelle inzet van een effectieve troepenmacht belemmert.

4. De Raad erkent het algemeen vredesakkoord (CPA) als het fundament voor langdurige stabiliteit en de weg vooruit voor democratie in Sudan en dringt er zowel bij de Nationale Congrespartij (NCP) als de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging (SPLM) op aan, geschillen bij de uitvoering van het CPA, met name de demarcatie van de grens van Abyei en de verplaatsing van troepen, zo spoedig mogelijk op te lossen.
5. De Raad begroet de opening van de politieke besprekingen in Sirte, Libie, op 27 oktober als het begin van een proces om een duurzame vrede in Darfur te bewerkstelligen. De Raad spreekt opnieuw zijn steun uit voor de bemiddeling onder auspicien van de VN en de AU, verheugt zich erover dat de civiele samenleving bij het proces betrokken wordt, en dringt er bij de rebellenbewegingen op aan, zich te blijven inspannen om meer eenheid te bereiken en zich voor te bereiden op de start van onderhandelingen. De Raad bevestigt opnieuw dat hij bereid is bij de besprekingen op alle mogelijke wijzen behulpzaam te zijn, en verheugt zich over de inspanningen die de lidstaten, de Europese Commissie en de SVEU voor Sudan zich hebben getroost, onder meer door hun verschillende bijdragen aan het daarvoor ingestelde AU/VN-trustfonds. De Raad benadrukt dat de besprekingen moeten worden geschraagd door een verhoogde veiligheid, met name door een spoedige toezegging door alle partijen dat zij een controleerbare staking van de vijandelijkheden in acht zullen nemen. De Raad herinnert aan zijn standpunt dat elke partij die niet constructief meewerkt aan het vredesproces, beschouwd moet worden als een obstakel voor de vrede, en dat hij met name in het kader van de VN, overeenkomstig resolutie 1591 van de Veiligheidsraad nadere passende maatregelen tegen die partij zal bevorderen.
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 10
NL

6. De Raad blijft ernstig bezorgd over de humanitaire crisis in de regio en met name in Darfur, en veroordeelt het toenemend geweld, in het bijzonder tegen humanitaire werkers. De Raad zal deze ontwikkelingen op de voet blijven volgen. De Raad dringt er bij de regering van Sudan op aan, haar toezeggingen in het kader van het gezamenlijk communique na te komen en punten van zorg te behandelen via de gevestigde kanalen (bijvoorbeeld het Comite van hoog niveau). Als onderdeel daarvan zou de regering van Sudan snel met een aankondiging moeten komen over de verlenging van het moratorium op de beperking van de humanitaire toegang. De Raad bevestigt dat hij bereid is om, met name in het kader van de VN, verdere maatregelen te overwegen tegen elke partij die de vrede en veiligheid in Darfur of in de regio ondermijnt door gewelddadigheden, en met name tegen elke partij die humanitaire toegang belemmert.
7. In overeenstemming met resolutie 1593 (2005) van de VN-Veiligheidsraad doet de Raad een beroep op de regering van Sudan om onvoorwaardelijk met het Internationaal Strafhof samen te werken en de twee personen waarvoor dit Strafhof op 27 april 2007 aanhoudingsbevelen heeft uitgevaardigd op verdenking van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur uit te leveren.

8. De Raad betreurt de recente aanslagen door Tsjadische rebellengroeperingen, die ten dele vanuit Darfur opereren, en spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de hernieuwde militaire confrontaties tussen rebellengroeperingen en Tsjadische strijdkrachten in Oost- Tsjaad. Hij dringt er bij Tsjaad op aan om, in samenwerking met Sudan en Libie, de nodige omstandigheden te scheppen voor een duurzame politieke oplossing ter uitvoering van het vredesakkoord van Sirte. De Raad dringt er voorts bij de regeringen van Sudan en Tsjaad op aan, hun verplichtingen uit hoofde van de akkoorden van Tripoli en Sirte na te komen, en met name een eind te maken aan de steun voor gewapende bewegingen die de regio destabiliseren. Hij herinnert met name aan de verantwoordelijkheid van de regering van Sudan om gewapende groeperingen te beletten de grens over te trekken naar Tsjaad.
9. De Raad benadrukt dat hij zich ten volle zal blijven inzetten voor de uitvoering van resolutie 1778 (2007) van de VN-Veiligheidsraad, waarin toestemming wordt gegeven voor de inzet van een multidimensionale aanwezigheid in Tsjaad en de Centraal- Afrikaanse Republiek, waarvan de EU het militaire element mag leveren. In het licht van de recente spanningen in de grensstreek van Tsjaad en Sudan herhaalt hij dat het conflict in Darfur moet worden aangepakt in het kader van een algehele, regionale aanpak. In dit verband blijven de inzet van EUFOR TCHAD/RCA en de daarmee samenhangende EGacties, tezamen met de VN-missie MINURCAT, van cruciaal belang.
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 11
NL

10. De planning van de operatie vindt plaats in volledige coordinatie met de VN en in overleg met de Afrikaanse partners, en zowel de regering van Tsjaad als die van de Centraal- Afrikaanse Republiek heeft deze inzet verwelkomd. De inzet van EUFOR TCHAD/RCA beoogt actief te werken aan de verbetering van de veiligheidssituatie in het oosten van Tsjaad en in het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, en een bijdrage te leveren tot de veiligheid en handelingsvrijheid van MINURCAT. In aansluiting op zijn besluit van oktober 2007 om gedurende een jaar een overbruggende militaire operatie uit te voeren in het oosten van Tsjaad en in het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, welk besluit in november 2007 is bevestigd, neemt de Raad nota van de stand van de voorbereidingen voor de start van de operatie. De Raad ziet ernaar uit het huidige proces van opbouw van de troepenmacht spoedig te kunnen afsluiten en alle nodige middelen voor de uitvoering van deze operatie beschikbaar te kunnen maken."
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 12
NL
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad
Tijdens de lunch hebben de ministers de situatie in de Westelijke Balkan besproken en daarbij bijzondere aandacht geschonken aan Kosovo in het licht van de afronding van het trojkaproces van de contactgroep.
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad heeft van gedachten gewisseld over de mededeling van de Commissie, "Uitbreidingsstrategie en voornaamste uitdagingen 2007-2008" met de bijbehorende voortgangsverslagen over Albanie, Bosnie en Herzegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonie, Montenegro, Servie, en Kosovo zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de VN-Veiligheidsraad. De Raad was het in grote lijnen eens met de beoordeling van de Europese Commissie. In het besef dat het komende jaar een belangrijk jaar zal zijn in de consolidatie van het overgangsproces in de Westelijke Balkan, bevestigt de Raad opnieuw dat de toekomst van de Westelijke Balkan in de Europese Unie ligt, en dat hij de regio op de weg naar de EU zal blijven steunen. De inzet van de EU via het stabilisatie- en associatieproces heeft een grote bijdrage geleverd tot de vorderingen die de landen van de regio de afgelopen jaren hebben gemaakt. Op die resultaten moet nu worden voortgebouwd, en zij moeten onomkeerbaar worden gemaakt. Onder verwijzing naar de conclusies van de Europese Raad van december 2006 herhaalt de Raad dat elk land van het ene stadium naar het volgende gaat wanneer het aan de voorwaarden heeft voldaan. Mits aan de voorwaarden is voldaan, kunnen er bij de eerstvolgende gelegenheid stabilisatie- en associatieovereenkomsten worden ondertekend met de overige landen van de Westelijke Balkan. De Raad is van oordeel dat de uitdagingen waarvoor de landen op de Westelijke Balkan staan, rechtvaardigen dat het accent meer gelegd wordt op de belangrijkste prioriteiten op hervormingsgebied, die betrekking hebben op de opbouw van de staat, de rechtsstaat, verzoening, administratieve en justitiele hervorming en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Goede vooruitgang op deze punten, in combinatie met duurzame economische en sociale ontwikkeling, zal de landen van de regio in staat stellen verder te bouwen aan een moderne democratie en te werken aan een politieke cultuur van dialoog en verdraagzaamheid. De Raad wijst eens te meer op het belang van regionale samenwerking en goed nabuurschap, evenals van de noodzaak om voor alle partijen aanvaardbare oplossingen te vinden voor bestaande problemen met buurlanden. Hij is ingenomen met de goede vooruitgang die in de regionale samenwerking is geboekt op gebieden als handel, energie, vervoer en milieu en spreekt de hoop uit dat die zal doorzetten, ook in de bevoegde regionale fora en initiatieven. De Raad constateert met voldoening dat de landen van de Westelijke Balkan met de overgang van het Stabiliteitspact naar een Regionale Samenwerkingsraad, meer verantwoordelijkheid voor de regionale samenwerking zullen nemen.

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 13
NL
De Raad verwelkomt het voornemen van de Commissie om begin 2008 met een mededeling te komen waarin de balans van de ontwikkelingen wordt opgemaakt en de weg gewezen wordt voor het vervolg van de agenda van Thessaloniki en de mededeling van Salzburg over de koers van de landen van de Westelijke Balkan richting EU. In deze context verzoekt de Raad de Commissie nader de mogelijkheden te onderzoeken om contacten tussen bevolkingen en de ontwikkeling van de civiele samenleving te stimuleren. De Raad herinnert aan zijn conclusies van 18 juni en verklaart zich bereid in de eerste helft van 2008 over deze kwesties te praten, op basis van de Commissiemededeling en van bijdragen van de lidstaten.
Albanië
De Raad constateert dat Albanie op een aantal gebieden vorderingen heeft gemaakt, maar onderstreept dat goed bestuur en de rechtsstaat, met name de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, de grote uitdagingen blijven die een aanhoudende inzet vereisen. De Raad neemt nota van de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van de bescherming van minderheden en de vrijheid van meningsuiting, en benadrukt dat het van belang is dat Albanie op die gebieden vorderingen blijft maken. De Raad roept alle politieke krachten op bij te dragen aan een constructieve dialoog om de hervormingen verder op weg te helpen, met name op het gebied van verkiezingen en justitie. De Raad neemt er nota van dat Albanie zijn handelsverplichtingen in het kader van de interimovereenkomst probleemloos nakomt, en wijst erop dat een ononderbroken, efficiente uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst essentieel is op de weg naar de Europese Unie. De Raad wijst ook op het belang van de onafgebroken constructieve, stabiliserende rol van Albanie in de regio.
Bosnië en Herzegovina
De Raad is ingenomen met de laatste positieve ontwikkelingen, waaronder een hernieuwde inzet voor politiehervormingen. De Raad spreekt echter andermaal zijn bezorgdheid uit over de politieke situatie in Bosnie en Herzegovina, en over de vertragingen die het afgelopen jaar in de hervormingen zijn opgetreden Hij onderstreept de verantwoordelijkheid van de politieke leiders om te zorgen voor een volledig functioneren van de staatsinstellingen en vaart te zetten achter de hervormingen die essentieel zijn voor Bosnie en Herzegovina om vooruit te komen en zelf het bestuur van het land ter hand te nemen. De Raad zegt nogmaals zijn volledige steun toe aan de HV/SVEU, de heer Miroslav Lajcak, en diens inspanningen om vorderingen met de hervormingsagenda te bewerkstelligen.
De Raad neemt nota van de parafering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, die een belangrijke stap is. De Raad bevestigt opnieuw dat hij bereid is om, zodra is voldaan aan de vier voorwaarden, waaronder volledige samenwerking met het ICTY, een stabilisatie- en associatieovereenkomst te ondertekenen.

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 14
NL
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
De Raad neemt er nota van dat de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonie enige vooruitgang heeft geboekt, maar betreurt de vertragingen in de hervormingen ten gevolge van de interne politieke spanningen, waardoor de aandacht van de politieke instellingen van het land afgeleid werd van de prioriteiten van de Europese integratie. De Raad moedigt alle politieke partijen aan de politieke dialoog en samenwerking te verdiepen, ook inzake interetnische betrekkingen, en zo het toetredingsproces voort te zetten. Hij roept op om het tempo van de hervormingen op te voeren op belangrijke gebieden als de hervorming van justitie en openbaar bestuur, de uitvoering van de politiehervorming en corruptiebestrijding, het aanpakken van de werkloosheid en het verbeteren van het algemene ondernemersklimaat. De Raad stelt echter vast dat er wat betreft de kwestie van de naam nog steeds geen oplossing is. Hij roept de regering op om in het kader van een constructieve aanpak nieuwe pogingen in het werk te stellen om via onderhandelingen een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden voor het geschil met Griekenland over de naam, onder het toeziend oog van de VN, en aldus bij te dragen aan regionale samenwerking en goed nabuurschap.
Montenegro
De Raad constateert dat Montenegro, sinds het onafhankelijk is, op een aantal gebieden vorderingen heeft gemaakt, waaronder de aanneming van een grondwet en de invoering van het nodige rechtskader en de nodige instellingen. De Raad benadrukt dat Montenegro de nieuwe grondwet moet toepassen in overeenstemming met de Europese normen, en de consensus rond de basiselementen van de opbouw van de staat moet blijven verbreden. Hij moedigt Montenegro aan zijn administratieve vermogen verder te vergroten, en resultaten van betekenis te boeken op hervormingsgebied, met name bij de versterking van de rechtsstaat en de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit.
Servië
De Raad neemt nota van de parafering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, die een belangrijke stap is, en memoreert dat de ondertekening afhangt van de vraag of Servie volledig samenwerkt met het ICTY. De Raad roept op tot verdere inspanningen voor de hervormingen, met name van de rechterlijke macht en van de veiligheidssector, en op het gebied van corruptiebestrijding en structurele economische hervormingen. Wat de institutionele capaciteit van Servie betreft, vertrouwt de Raad erop dat Servie in staat zal zijn de voorbereiding op de weg naar de EU te versnellen.
Servië/Kosovo
De Raad neemt nota van de vorderingen die de voorlopige instellingen voor zelfbestuur bij het aanpakken van bepaalde prioriteiten hebben gemaakt, maar benadrukt dat er nog grote inspanningen geleverd moeten worden om de rechtsstaat, het anti-corruptiebeleid en de bestrijding van de georganiseerde misdaad te versterken, en om de dialoog tussen de gemeenschappen te stimuleren. De Raad herinnert eraan dat het van cruciaal belang is de normen voor Kosovo, met inbegrip van de bescherming van minderheden en van plaatsen van historisch of religieus belang, verder effectief uit te voeren. De Raad beklemtoont dat een oplossing voor de status van Kosovo vorderingen met de hervormingsagenda zal vergemakkelijken. De Raad bevestigt dat de Europese Unie haar verantwoordelijkheden in Kosovo zal blijven nemen."
10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 15
NL
IRAN
Tijdens de lunch hebben de ministers de ontwikkelingen in verband met het Iraanse nucleaire vraagstuk besproken. Hoge vertegenwoordiger Javier Solana heeft de ministers ingelicht over zijn meest recente contacten met de Iraanse onderhandelaar Said Jalili op 30 november. De ministers hebben deze ontwikkelingen ook besproken in het kader van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie. Zij lieten aantekenen dat de staatshoofden en regeringsleiders van de EU tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad op 14 december naar verwachting conclusies over Iran zullen aannemen.

10.XII.2007

16327/07 (Presse 289) 16
NL
MIDDEN-OOSTEN
Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden met de Palestijnse premier Salam FAYYAD over de vooruitzichten na de ontmoeting in Annapolis.
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De EU is verheugd over het houden van de conferentie van Annapolis en de afspraak tussen premier Olmert en president Abbas om onmiddellijk op goede trouw gebaseerde bilaterale onderhandelingen in te leiden met het oog op de sluiting van een vredesverdrag voor het eind van 2008. Het resultaat moet zijn dat op de Westoever en in Gaza een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat tot stand komt waarin alle Palestijnen verenigd zijn en zij aan zij met Israel en zijn buurlanden in vrede en veiligheid leven. Het is eveneens belangrijk dat de partijen parallel aan de onderhandelingen hun routekaart-verplichtingen nakomen. De EU is verheugd over de ruime deelneming van Arabische partners aan de conferentie en zij dringt aan op hun voortgezette en positieve betrokkenheid.

2. De EU is vastbesloten om deze nieuwe dynamiek kracht bij te zetten door de partijen bij hun onderhandelingen duurzaam en actief te steunen en door nauw samen te werken met andere leden van het Kwartet en partners in de regio teneinde de onderhandelingen op koers te houden. Overeenkomstig de actiestrategie van de EU: "Staatsopbouw voor vrede in het Midden-Oosten" is de EU paraat om haar optreden ter ondersteuning van een nieuw, substantieel en geloofwaardig proces aan te passen en te versterken. Een van de onmiddellijke prioriteiten van de EU is het verder versterken van de veiligheid en de openbare orde. In dit verband is de hervatting en uitbreiding van EUPOL COPPS een belangrijk element ter verhoging van de veiligheid. Daartoe verwacht de Raad van Israel dat het zich zonder verdere vertraging constructief beijvert voor het accrediteren van de missie. De EU zal tevens haar programma's verder versterken ter stimulering van het opbouwen van instellingen, goed bestuur, bijdragen van de civiele samenleving en steun voor groei van de Palestijnse economie, en daarbij nauw samenwerken met de vertegenwoordiger van het Kwartet. De Raad is verheugd over de werkzaamheden van Tony Blair en met name over zijn recente aankondiging van een reeks projecten met snelle impact.

3. De donorconferentie die in december in Parijs plaatsvindt zal de hele internationale gemeenschap een belangrijke gelegenheid bieden om haar voornemen om te helpen bij de economische en financiele ontwikkeling van een toekomstige levensvatbare Palestijnse staat kracht bij te zetten en de nodige steun aan het post-Annapolis-proces te verstrekken. In dit verband ziet de EU uit naar het Palestijnse plan voor hervorming en ontwikkeling. Om de invoering van een nieuw steunmechanisme mogelijk te maken staat de EU achter de verlenging van de handelsintegratiemechanismen met drie maanden. 10.XII.2007
16327/07 (Presse 289) 17
NL

4. De Raad spreekt opnieuw zijn ernstige verontrusting uit over de humanitaire situatie in Gaza en doet een oproep om de essentiele diensten te blijven verlenen. Alle partijen moeten zich met spoed inzetten voor het openen van de doorgangen van en naar Gaza, zowel om humanitaire redenen als voor handelsverkeer. De EU is verheugd dat onlangs, als eerste stap, weer doorgang is verleend voor de uitvoer van landbouwproducten. Deze maatregelen zullen vooruitgang op de politieke weg bevorderen.
5. De Raad memoreert dat vrede in het Midden-Oosten een alomvattende oplossing vergt in de vorm van een duurzame en rechtvaardige regeling voor alle componenten van het conflict op basis van de beginselen van land voor vrede, de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad, de routekaart, en eerdere akkoorden tussen de partijen. De Raad benadrukt opnieuw het belang van het Arabische vredesinitiatief, dat een belangrijk element is om het vredesproces in het Midden-Oosten vooruit te helpen." Libanon - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad is ernstig bezorgd over het feit dat Libanon momenteel geen staatshoofd heeft. Hij betreurt het dat nog geen nieuwe president kon worden gekozen en dat de parlementaire zitting opnieuw is uitgesteld, nu tot 11 december. De Raad hoopt dat nu een oplossing kan worden gevonden en wijst er eens te meer op dat het belangrijk is dat een oplossing wordt bereikt door middel van een dialoog en in een geest van consensus, en met volledige eerbiediging van de Libanese democratische instellingen en grondwettelijke regels.
2. De Raad blijft hopen dat alle partijen flexibel en op een verantwoordelijke wijze zullen kunnen samenwerken om tot een oplossing te komen die voor alle partijen aanvaardbaar is. Hij moedigt alle betrokken Libanese actoren aan om de huidige impasse te doorbreken, en verheugt zich over de recente tekenen van vooruitgang bij het zoeken naar overeenstemming.

3. De EU heeft een actieve rol gespeeld door een constructieve dialoog tussen de partijen aan te moedigen, en zal dat blijven doen.

4. De Raad doet een beroep op alle betrokken partijen om het verkiezingsproces te eerbiedigen, en zich te onthouden van ieder optreden dat de openbare orde en de veiligheid van burgers in gevaar zou kunnen brengen. De Raad herinnert aan het belang dat stabiliteit in Libanon voor de gehele regio heeft.

5. De Raad verwijst naar eerdere verklaringen en blijft vastbesloten de soevereiniteit, de onafhankelijkheid, de territoriale integriteit, de eenheid en de stabiliteit van Libanon te versterken, in overeenstemming met, onder meer, de Resoluties 1559, 1680, 1701 en 1757 van de VN-Veiligheidsraad."
10.XII.2007
16327/07 (Presse 289) 18
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Zie persmededeling 16326/07.