10 jan 2
008
Verantwoord autorijden op groene brandstof komt steeds dichterbij.
Ing. Ronald Maas promoveert aan Wageningen Universiteit op de
omzetting van tarwestro in ethanol en melkzuur. Daarmee geeft hij het
gebruik van gewasresten als alternatieve brandstof een flinke impuls.
Begin dit jaar steeg de prijs van aardolie naar een recordhoogte.
Tegelijkertijd neemt de roep om klimaatneutrale energiebronnen verder
toe. Als alternatief voor fossiele brandstoffen, zoals aardolie, is
biomassa veelbelovend. Maar die grondstof heeft als groot nadeel dat
de productie ervan concurreert met voedselproductie. Daarom zijn alle
pijlen gericht op het gebruik van gewasresten zoals stro, bermgras en
wilgentakken.
Deze vezelrijke plantendelen bestaan echter voor een groot deel uit
cellulose, dat moeilijk om te zetten is tot de suikers die nodig zijn
voor ethanol, het alternatief voor benzine. Rijden op gewasresten
klonk daarom wel mooi, maar leek lange tijd nog ver weg door de
complexe samenstelling van houtachtige biomassa. Promovendus Maas
heeft nu echter een techniek ontwikkeld waarbij verschillende
behandelingen, zoals verhitting en toevoeging van loog en enzymen, het
plantenmateriaal gezamenlijk afbreken tot de benodigde enkelvoudige
suikers. Micro-organismen zetten deze suikers vervolgens om in
ethanol.
De suikers uit stro zijn ook voor andere doeleinden te gebruiken. Maas
laat in zijn onderzoek zien dat de micro-organismen de suikers om
kunnen zetten in melkzuur, een belangrijke bouwsteen voor biologisch
afbreekbare plastics.
Ongeveer een derde deel van het stro kan overigens helemaal niet
worden afgebroken en omgezet in ethanol of melkzuur, ondanks de
verschillende behandelingen van de plantenresten. Maar door dit
materiaal deels te verbranden en deels te gebruiken voor de productie
van methaangas, zorgt het stro zelf voor de energie die nodig is om de
transformatie naar suikers tot stand te laten komen. Er blijft volgens
Maas zelfs nog energie over die kan worden toegevoegd aan het
elektriciteitsnetwerk.
Met de ontwikkeling van deze methode lijken houtige plantenresten
zoals stro een haalbaar en duurzaam alternatief voor fossiele
brandstoffen. Want Maasâ vinding maakt rijden op goedkope houtachtige
gewasresten technisch mogelijk, zodat gebruik van biobrandstof niet
meer ten koste hoeft te gaan van de voedselproductie. Toch zal niet
vanaf morgen iedereen op stro rijden, waarschuwt Maas. âDe toepassing
van tweede generatie biobrandstoffen is complex en hangt onder andere
af van investeerders die de techniek op grote schaal moeten gaan
inzettenâ, zegt Maas. Er is in ieder geval wel voldoende stro en
andere houtachtige biomassa om aardolie deels te kunnen vervangen.
âTheoretisch gezien is Nederland nu dus in staat om de komende jaren
volgens de EU-doelstelling bijna zes procent van de benzine te
vervangen door biobrandstofâ, concludeert Maas.
Ronald Maas promoveert op 16 januari bij prof. Gerrit Eggink,
hoogleraar Industriële biotechnologie, sectie proceskunde. / Laurien
Holtjer
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u
aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@cereales.nl. Zie archief (inclusief Wb-artikelen) op
http://www.resource-online.nl.