Radboud Universiteit Nijmegen


Student debuteert in Nature na stage in VS

Een student moleculaire levenswetenschappen deed tijdens zijn stage aan Princeton University mee aan een onderzoek dat vorige week een publicatie in Nature waard bleek. Zijn bijdrage in het lab was belangrijk genoeg om hem op de auteurslijst te zetten. Een bijzonder debuut.

Klaas Schotanus is zesdejaars Moleculaire levenswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Tijdens zijn stage bij evolutionaire microbiologie kwam hij in de ban van ciliaten, eencelligen. Een voorbeeld van een ciliaat is het pantoffeldiertje. Ze zijn geliefd als modelsysteem voor genetisch onderzoek omdat ze - net als de mens - een kern in hun cel hebben. Sterker nog: ze hebben er twee, een grote en een kleine. In de kleine kern wordt het genetisch materiaal bewaard - zeg maar een archiefkopie, het erfelijk materiaal in de grote kern is de werkkopie die wordt afgelezen en later vertaald in eiwitten.

Opmerkelijk genoeg zit de genetische informatie in het 'archief' in de kleine kern niet in de juiste volgorde. Tijdens de seksuele voortplanting valt de grote kern uit elkaar. Hoe komt de erfelijk code dan correct in de nakomelingen terecht? Schotanus kwam nauw met die vraag in aanraking bij zijn vervolgstage aan Princeton University (VS) bij de ciliatengroep van Laura Landweber.

Het blijkt dat RNA uit de grote kern een rol speelt om het genetische materiaal van de archiefkopie in de juiste volgorde te zetten. De onderzoekers van Princeton Universty verrichtten onderzoek naar dit verschijnsel bij de ciliaat Oxytricha trifallax. Ze hadden het vermoeden dat RNA uit de grote kern een rol zou spelen. En dat blijkt zo te zijn: op een bepaald moment in de celdeling vormt het RNA een volledige back-up voor het genoom en de volgorde ervan. Om dat vast te stellen, gebruikten de onderzoekers verschillende technieken.

'Toen de groep op congres moest, heb ik het afgemaakt', vertelt Schotanus, afkomstig uit Minnertsga in Friesland. 'Ik heb gekeken of de volgorde van het DNA veranderde nadat we veranderd RNA in de cel hadden gebracht. Dat bleek zo te zijn. En daardoor had ik mijn eerste publicatie, en nog wel in Nature!'