Persberichten
Gedeputeerde Staten door Raad van State in gelijk gesteld
Vandaag, woensdag 16 januari 2008, heeft de Raad van State het college
van Gedeputeerde Staten, inzake het aangevochten besluit tot geen
afgifte van een milieu-vergunning aan Biomassa Holding BV, in het
gelijk gesteld.
Op 3 oktober 2006 hebben Gedeputeerde Staten besloten geen
milieuvergunning te verlenen aan het bedrijf Biomassa Holding BV om in
Nederweert mest en voedselresten te kunnen vergisten tot gas. De
weigering was gebaseerd op een onderzoek van het Bureau Bibob waaruit
gebleken was dat:
* er een ernstige mate van gevaar aanwezig was dat de aangevraagde
vergunning mede zou worden gebruikt om strafbare feiten te plegen;
* er feiten en omstandigheden aanwezig waren die erop wezen dan wel
redelijkerwijs deden vermoeden dat ter verkrijging van de
gevraagde vergunning een strafbaar feit was gepleegd, waarvan ook
aangifte is gedaan.
Gedeputeerde Staten stelden daarbij dat de maatschappelijke belangen
die in het geding zijn bij de weigering zwaarder moeten wegen dan de
belangen van degene die de vergunning vraagt.
Biomassa Holding BV - op augustus 2007 in staat van faillissement
verklaard - heeft de weigering van Gedeputeerde Staten om vergunning
te verlenen aangevochten bij de Raad van State.
In haar uitspraak van woensdag 16 januari 2008 heeft de Raad van State
het college van GS op alle onderdelen van het aangevochten besluit in
het gelijk gesteld en daarmee de weigering om de vergunning te
verlenen definitief bekrachtigd.
De Raad van State onderschrijft de visie van GS dat in de
Bibob-beoordeling ook derden mogen worden betrokken. Daarbij moet
aannemelijk worden gemaakt dat deze in een zakelijke
samenwerkingsverband staan met degene die de vergunning aanvraagt.
16-1-2008 15:38
Provincie Limburg