Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kwaliteitssysteem


16 januari 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met bijgaand het kwaliteitssysteem van de Bond van Waaghouders en de Stichting Dierwaardig Vervoer, zoals verzocht door de Kamer.

Meer informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
L a ndbouw
Geachte Voorzitter,
Op uw verzoek doe ik u hierbij het kwaliteitssysteem toekomen van de Bond van Waaghouders en van de Stichting Dierwaardig Vervoer die bestaat uit de Commissie Veehandel van de PVE, de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee en Saveetra. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Landbouw
Dierenwelzijn
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: 20401
2500 EK den Haag
Telefoon: 070 3784817
Fax: 070 3786158
Telegramadres: Landvis
Web: www.minlnv.nl
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
TRCDL/2008/PB 16 januari 2008
Kwaliteitssysteem
2
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 1
Kwaliteitssysteem exportverzamelcentra - Quality Label Stichting NBW-Q
Secretariaat:
Nieuwe Veenendaalseweg 40
3911 MK Rhenen
TRACERING

- voedselveiligheid

- diergezondheid
BIOVEILIGHEID

- vrijwaring buitenland

- bescherming binnenlandse
veehouderij
WELZIJN DIEREN

- Verordening (EG) 1/2005

- Beschaafde omgang met dieren
OPLEIDING BETROKKENEN

- NBW-cursus Livestock handling
Tekst goedgekeurd door ledenvergadering 12 december 2007 te Rhenen Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 2
Inhoudsopgave
Onderwerp pagina('s)
Inleidende beschrijving 3, 4
NBW-kwaliteitssysteem / versterking positie 5
Deelnemers 5
Werkwijze in stappen 6, 7, 8
Bedrijfsprotocol 9
Controles 10, 11
Toezicht 11
Sancties 12, 13
NBW-Q LABEL 14
Format precertificering 15
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 3
Beschrijving van het NBW kwaliteitsysteem (versie 17-12-07) Inleiding
Als reactie op de vanuit het buitenland gemelde problemen met het dierenwelzijn bij transport betreffende de export van vee heeft de minister van LNV op 12 september 2007 besloten de brancheprotocollen in te trekken en te vervangen door exportkeuring, zoals voorheen, van de dieren aan de klep tijdens het laden.
Het intrekken van het brancheprotocol is bedoeld als tijdelijke maatregel. De sector krijgt de gelegenheid opnieuw een brancheprotocol af te sluiten onder de voorwaarde dat de sector dan beschikt over een deugdelijk kwaliteitssysteem.
De Tweede Kamer heeft door middel van een motie afgedwongen dat bij export vanaf de boerderij de brancheprotocollen tot 31 december 2007 van kracht blijven. Voor deze exporten geldt dat de minister heeft aangekondigd dat ook die per 1 januari 2008 te maken krijgen met keuring aan de klep tijdens het laden, als de betrokkenen op die datum nog niet beschikken over een goedgekeurd kwaliteitssysteem.
De minister heeft enkele criteria geformuleerd waaraan de kwaliteitssystemen moeten voldoen, zoals onafhankelijke borging en een sanctieregime. De sector is zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen van één of meerdere systemen. Het ministerie van LNV zal de ontwikkelde systemen moeten beoordelen en vaststellen of en zo ja wanneer delen van de sector weer naar het lichtere keuringsregime over kunnen gaan. De Nederlandse Bond van Waaghouders heeft een kwaliteitssysteem opgesteld en wil hierover in gesprek met het ministerie van LNV en liefst zo snel mogelijk een akkoord bereiken.
Kwaliteitssysteem
Feitelijk draait het werken met een kwaliteitssysteem de rollen om ten opzichte van het werken in de oude situatie met brancheprotocollen. De waaghouders zijn zelf verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit en worden geacht degene die niet aan de gestelde kwaliteitsnorm voldoet tijdelijk of permanent uit te sluiten om onder het kwaliteitslabel te werken. Dat betekent dat een kwaliteitsysteem niet alleen een beschrijving omvat van hoe de waaghouders de zaken uitvoeren en verantwoorden, maar ook een structuur vraagt om intern regulerend op te treden. Dit dan wel steeds volgens objectieve normen en beoordeling.
Alleen met een dergelijk systeem is de overheid bereid om de waaghouders meer procuratie te geven en af te zien van het keuren aan de klep tijdens het laden. Structuur
Om niet in eigen vlees te hoeven snijden wordt voor het kwaliteitssysteem een stichtingsvorm voorgesteld. Waaghouders kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan het systeem. Daarmee onderwerpen zij zich aan de "eigen" opgelegde regels en sancties. De kern van de stichting wordt gevormd door een secretaris (bijv. de secretaris van de NBW) en twee onafhankelijke derden, die inzicht krijgen in de bevindingen en op grond daarvan volgens objectieve criteria "het kwaliteitslabel" van een verzamelcentrum kunnen schorsen of intrekken. Steeds worden afspraken gemaakt hoe het label kan worden herkregen. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 4
Een onafhankelijke "inspecteur/auditor" beoordeelt twee maal per jaar het verzamelcentrum. Na verificatie door de waaghouder wordt het rapport ter beschikking gesteld aan de stichting NBW-Q die bij overtreding passende maatregelen neemt. Protocol voor de waaghouder
De waaghouder voert zijn werkzaamheden uit rekening houdend met de wettelijk gestelde eisen voor verzamelcentra en transport. Eén en ander is in het verleden reeds solide vastgelegd in de brancheprotocollen.
Om tot de opwaardering te komen tot het waaghouders-kwaliteitssysteem wordt een aanvullende slag gemaakt volgens de geldende principes: Zeg wat je doet, beschrijf dit, doe vervolgens wat je zegt en leg dit vast.
De regels ( het kader) liggen feitelijk vast in het oude brancheprotocol (voorjaar 2006). Dit fungeert ook als basis/ uitgangspunt voor het kwaliteitsysteem. Vervolgens wordt met een eenvoudige beschrijving duidelijk verwoord hoe de waaghouder aan de gestelde eis uitvoering geeft. Daarbij geeft de waaghouder aan hoe hij verantwoordt dat hij dit ook werkelijk uitvoert.
Voorbeeld:

* Bij de aanvoer van dieren dienen tal van documenten aanwezig te zijn
* Dit staat precies vermeld in het brancheprotocol
* Het protocol geeft een korte beschrijving hoe één en ander wordt uitgevoerd
* Als verantwoording van de handeling wordt op de meest simpele wijze op één van de immer aanwezige documenten (bijvoorbeeld het VVL document) verantwoording afgelegd van de volledig uitgevoerde controle door middel van handtekening, tijd en dagtekening binnen een verwijzend standaardstempel
* BELANGRIJK!!
indien afwijkingen worden aangetroffen (documenten/dieren) worden deze op het document aangetekend inclusief de ondernomen herstelactie. Uiteindelijk monden alle controles en corrigerende maatregelen uit in een precertificeringsdocument (te vergelijken met het huidige keuringsrapport).
Mede op grond van deze onderbouwing kan de VWA dierenarts na keuring van de dieren zijn certificaat opstellen en ondertekenen.
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 5
NBW KWALITEITSSYSTEEM
Versterking positie
Regelmatig zien houders van verzamelcentra hun werkzaamheden onderbroken of extra duur gemaakt door externe maatregelen. Soms door de dreiging van een (besmettelijke) dierziekte, maar soms ook door politieke maatregelen.
Om de continuïteit van werkzaamheden maximaal zeker te stellen is het kwaliteitssysteem een goed instrument om met de overheid tot een convenant te komen. Tevens dient het de versterking van de handelspositie van de deelnemers aan het kwaliteitssysteem en van de hele sector, door de externe borging van een juiste toepassing van de vigerende Europese en nationale wetgeving op de terreinen
- verzameling van dieren

- dierenwelzijn

- transport van dieren

- tracering

- identificatie & registratie

- reiniging & ontsmetting

- facilitering van keuringswerkzaamheden.
Deelnemers aan het kwaliteitssysteem behoren een duidelijk uitvoerings- en kostenvoordeel te genieten bij de keuringswerkzaamheden door de overheid, in vergelijking met de nietdeelnemers aan het kwaliteitssysteem.
Het met de overheid te sluiten convenant heeft tot doel een samenvatting te geven van de praktische werkwijze, de organisatie van het toezicht en de hantering van sancties. De deelnemers
Waaghouders die willen meedoen aan het kwaliteitssysteem sluiten een contract met de stichting NBW-Q (de Q staat voor Quality). Zij gaan werken met het NBW-Q Label. De stichting NBW-Q ondertekent een convenant met de overheid. Het op die manier door beide partijen ondertekende convenant biedt de mogelijkheid tot klinische keuring van dieren (uitgezonderd slachtzeugen) op stal in plaats van bij het inladen, en steekproefsgewijze documentcontrole, mits conform het Q-label gehandeld wordt. Een waaghouder kan zijn kwaliteitslabel (tijdelijk) verliezen indien daar gegronde redenen voor zijn. Zie hierover de sancties bij overtredingen. Elke deelnemer verklaart te beschikken over

1. bedrijfsprotocol goedgekeurd door de VWA

2. certificaat Livestock Handling in het kader van Verordening (EG) 1/2005, verkregen door de NBW-cursus te volgen.
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 6
De werkwijze
Deelnemers aan het kwaliteitssysteem NBW-Q werken volgens onderstaand stappenplan. Stap 1 - aanvragen van export
De waaghouder fax of mailt de planning voorafgaande aan de dag van export voor 07.00 uur naar het VWA regiokantoor. Indien het een export op maandag betreft dan is dit tijdstip verlegd naar de vrijdagmorgen. Wijzigingen hierop worden tegen meerkosten voor de VWA in behandeling genomen.
Stap 2 - het lossen van de dieren
Voordat de dieren worden gelost controleert de waaghouders -of zijn medewerker - de volgende zaken:

- dierziektestatus (aujeszky/SVD) van de herkomstbedrijven (indien het varkens betreft: een geldig VVL transportdocument voor fok- en gebruiksvarkens);
- geldigheid VVL transportdocument voor fok- en gebruiksvarkens en of deze is gevlagd bij een eventuele bedrijfsblokkade

- geldige ZvA monitoringsperiode voor slachtvarkens naar art. 10 via een afschrift van een VVL transportdocument

- extra verklaring/bloeduitslagen m.b.t. de export naar 3e landen
- specifieke documenten m.b.t. de ziekte van Aujeszky
- eigen verklaring voor fok- en gebruiksvarkens naar gebieden met art. 9 of 10
- de correcte uitvoering van de I&R verplichtingen op het moment van lossen (juiste oormerken)

- of de status van de dieren overeenkomt met de status in het land van bestemming. Als geconstateerd is dat de benodigde documenten en de status van de dieren in orde is, dan stempelt de waaghouder de aanvoerdocumenten met het NBW-Q stempel waarin hij de datum invult en een paraaf zet.
Daarna worden de varkens gelost en klaargelegd om te worden ingeladen. Indien blijkt dat een gedeelte van de benodigde documenten niet aanwezig is of niet correct is ingevuld, dan worden de dieren gelost en vervolgens wordt contact opgenomen met de eigenaar van het bedrijf van herkomst om te overleggen hoe de documenten alsnog compleet gemaakt kunnen worden.
Als de status van de dieren niet correct is dan wordt in overleg met de exporteur het bestemmingsadres gewijzigd.
Indien blijkt dat het niet mogelijk is om de tekortkomingen naar behoren te herstellen, dan meldt de waaghouder dit aan de certificerende dierenarts. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 7
Stap 3 - klaarleggen van de dieren voorafgaande aan de keuring De dieren worden na selectie, per bestemmingsadres, gegroepeerd. De waaghouder draagt er zorg voor dat voldaan wordt aan de beladingsnormen. De transporteur zorgt er voor dat het totale toegestane beladingsgewicht van de wagen niet wordt overschreden. Dit moet hij schriftelijk kunnen aantonen.
Vervolgens worden de dieren, ten behoeve van de klinische keuring door de certificerende dierenarts, per bestemmingsadres klaargelegd.
Stap 4 - beoordeling veewagens
Hierbij wordt de onderstaande procedure gevolgd. De waaghouder voert de volgende controles uit om vast te stellen of:

- de veewagen de vereiste R&O heeft ondergaan op een wasplaats die conform art. 78 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring besmettelijke dierziekten, zoönosen en TSE's is geregistreerd

- de veewagen ook optisch schoon is

- de identiteit van de chauffeur klopt

- de vergunning van de chauffeur correct en nog geldig is
- de vervoerder heeft conform Verordening (EG) 1/2005 een vergunning volgens art.
10 (bij korte transporten) of 11 (bij transporten van meer dan 8 uur).
- De veewagen voldoet aan de voorwaarden van de Regeling dierenvervoer 2007 en, bij reizen van meer dan 8 uur, of de veewagen een certificaat van goedkeuring heeft

- Het journaal aanwezig is en door de vervoerder correct is ingevuld
- Een bootreis of een controlepost (indien van toepassing) is gereserveerd - de vervoerder dient daarvan een schriftelijke bevestiging aan de waaghouder te overhandigen

- De veewagen geschikt is voor vervoer over lange afstand (drinkinstallaties en ventilatoren, GPS aan boord)

- De veewagen op correcte wijze en in voldoende mate is ingestrooid. Als aan alle bovengenoemde controlepunten is voldaan, wordt de veewagen klaargemaakt voor belading.
Als aan de R&O niet is voldaan, dan moet de veewagen in de washal van het verzamelcentrum alsnog een volledige R&O ondergaan. Als aan de punten 2 tm 4 niet wordt voldaan, dan neemt de waaghouder contact op met de desbetreffende vervoerder of exporteur en dienen zij de ontbrekende documenten alsnog aan te leveren.
Als er technische mankementen zijn (punt 5) dan dienen die eerst gerepareerd te worden. Pas daarna kan de wagen worden ingeladen.
Als aan punt 6 niet correct is voldaan dan dient er alsnog correct te worden ingestrooid. Zolang er niet volledig is voldaan aan alle genoemde punten dan wordt de veewagen niet ingeladen of dan wordt er een nieuwe veewagen voor het transport ingeschakeld. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 8
Stap 5 - de exportkeuring
De volgende documenten liggen klaar voor de certificerende dierenarts.
- een overzicht met alle aanwezige UBN's

- een ingevuld journaal (afdeling 1 en punt 1 t/m 7 van afdeling 2)
- alle informatie benodigd voor de betreffende export, met gegevens over het beschikbare vloeroppervlak van de veewagen

- info betreffende de locatie van de afvoerhokken waar de te certificeren dieren per bestemming zijn ondergebracht

- info betreffende de identificatie van deze partij
- ingevuld R&O formulier.
De dierenarts voert op bovengenoemde documenten een steekproefsgewijze controle uit. Daarnaast geeft de waaghouder hem de optimale logistieke ondersteuning bij de uitvoering van de keuringswerkzaamheden op de stal.
De waaghouder is er van op de hoogte dat zijn verzamelcentrum onmiddellijk geheel zal worden geblokkeerd bij het aantreffen van een dier met verdenking van een besmettelijke dierziekte.
Zodra alle dieren voor de betreffende export zijn goedgekeurd en aan alle administratieve verplichtingen is voldaan kan met het inladen van de dieren worden begonnen. Dieren die niet voor export in aanmerking bleken te komen worden door de waaghouder afgevoerd naar een Nederlands slachthuis of naar een andere legale bestemming, afhankelijk van de diersoort die het betreft.
Stap 6 - afgifte gezondheidscertificaat door de certificerende dierenarts Zodra de waaghouder aan alle punten heeft voldaan en zodra de dierenarts dit heeft gecontroleerd kan worden overgegaan tot de ondertekening en de afgifte van de gezondheidscertificaten. De VWA werkt hier volgens het D.O.M. principe (controle op de documenten, controle op de overeenstemming en de materiële controle). De waaghouder controleert de documenten op correctheid en volledigheid en slaat het dossier op in zijn archief. Hij bewaart deze gegevens vijf jaar. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 9
Het bedrijfsprotocol
De deelnemers aan het kwaliteitssysteem NBW-Q verklaren dat zij beschikken over een door de VWA goedgekeurd bedrijfsprotocol.
In het bedrijfsprotocol van het verzamelcentrum zijn de regels verwerkt van de Europese wetgeving (Richtlijn 90/425/EEG d.d. 26 juni 1990; Richtlijn 92/102/EEG d.d. 27 nov. 1992 en Verordening (EG) nr. 1/2005 d.d. 22 december 2004). Tevens zijn daarin de regels verwerkt van de vigerende Nederlandse wetgeving. Ook voorziet het bedrijfsprotocol in het uivoeren van een telling van het aantal binnen een blok aangevoerde dieren en een telling van het aantal in dat blok afgevoerde dieren. Vergelijking van de aantallen aangevoerde (IN) met de aantallen afgevoerde (UIT) dieren wordt door de waaghouder na het sluiten van elk blok gedaan en zodanig geregistreerd dat dit bij een audit inzichtelijk is.
De uitkomst van deze vergelijking is per definitie dat IN gelijk is aan UIT. De deelnemers aan NBW-Q zijn zelf verantwoordelijk voor het up-to-date houden van hun eigen bedrijfsprotocol.
De secretaris van de stichting NBW-Q verleent informatieve assistentie. De deelnemers hebben elk hun eigen bedrijfsopzet met eigen bedrijfsvoering. Zij beschikken over een geldige EU erkenning voor de diersoorten waarop hun verzamelcentrum is ingericht. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 10
CONTROLES
Ingangscontrole
De deelnemers werken met actuele branche- en bedrijfsprotocollen. Bij het lossen van de dieren worden drie soorten controles uitgevoerd.
1. documentcontrole

2. overeenstemmingscontrole

3. controle in kader I&R
Als alles in orde is worden de aanvoerdocumenten gestempeld met het NBW-Q stempel. Daarop staan:

- naam verzamelcentrum

- logo NBW-Q Label

- controle uitgevoerd

- datum

- paraaf.
De stichting NBW-Q geeft deze stempels uit en registreert wie gerechtigd zijn dit stempel te gebruiken. De Stichting NBW-Q blijft eigenaar van deze stempels. Controle op R&O
De deelnemers aan NBW-Q controleren de R&O als volgt. De controle van R & O bij alle exportwagens wordt door de waaghouder uitgevoerd door:
- goed te kijken (optisch)

- het ontsmettingsboekje (administratief) te controleren, conform het gestelde in de NBW-cursus in het kader van Verordening (EG) 1/2005. Als de uitslag van deze twee controles in orde is, zal de waaghouder dat aantekenen op het format-precertificering.
Verzegeling veewagen
De deelnemers aan NBW-Q verzegelen de veewagens als volgt. De waaghouder verzegelt alle wagens die dieren afvoeren van zijn verzamelcentrum voor vertrek met een genummerd NBW-zegel.
De uitgifte en registratie van deze zegels geschiedt centraal. De waaghouder noteert het feitelijke gebruik.
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 11
Registratie wrak vee
De deelnemers aan NBW-Q registreren wrak vee als volgt. In een 'wrak vee'-registratie wordt door de deelnemers de aan- en afvoer van wrakke dieren bijgehouden, alsmede hoe hierover naar de leveranciers gecommuniceerd wordt. De waaghouder houdt zich aan het inzake wrak vee gestelde in het NBW-cursusboek in het kader van Verordening (EG) nr. 1/2005.
Deze voorwaarden worden opgenomen in het deelnemerscontract. Toezicht en controle.
Tal van onderdelen van de regelgeving zijn opgenomen in de periodieke controles door de VWA. Sommige zaken blijven onderdeel van de VWA-werkzaamheden bij de exportcertificering.
Voor de borging van de bovenwettelijke eisen is het noodzakelijk een onafhankelijke, voor controlewerkzaamheden gecertificeerde, instelling in te schakelen. Deze controle-instelling zal alle deelnemers 2x per jaar aan een standaardinspectie onderwerpen.
Indien de controles daartoe aanleiding geven wordt de frequentie van de audits in overleg met de stichting NBW-Q opgevoerd.
De controle-instelling rapporteert zijn bevindingen aan de deelnemer en zendt een afschrift naar de stichting NBW-Q.
De stichting NBW-Q verstrekt een overzicht van de bevindingen aan het bestuur van de NBW welke rapporteert aan de VWA.
Het NBW-bestuur bespreekt de rapportages periodiek. Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 12
SANCTIES
Algemeen
De deelnemers aan het NBW-Q kwaliteitssysteem onderwerpen zich aan de sancties die zullen worden opgelegd per individuele waaghouder. Het opleggen van sancties is in belangrijke mate afhankelijk van de uitvoeringsmogelijkheden van de VWA. Daarom zal er altijd overleg zijn tussen de stichting NBW-Q en het bestuur van de NBW met de VWA over een op te leggen sanctie.
Soort overtreding
Als voorbeelden van ernstige overtredingen gelden

1. knoeien met de I&R regels

2. het verstrekken van frauduleuze verdraaide informatie aan de certificerende dierenarts dan wel het onthouden van bij de waaghouder beschikbare essentiële informatie aan de dierenarts

3. bewust andere dan de goedgekeurde dieren verladen voor export
4. overtreding van de preventiemaatregelen met name de gezondheidsstatus betreffend, waardoor deze dieren worden verzonden naar een voor deze dieren te hoog status gebied

5. overtreding van de regels inzake dierenwelzijn (bijv dieren verladen die niet geschikt zijn voor transport)
Voor dit type overtredingen geldt dat een strenge sanctie opgelegd dient te worden. Als algemene overtredingen zijn onder meer aan te merken
1. ontsmetting niet in orde

2. wagen gelost voordat documenten waren gecontroleerd
3. dieren toegelaten waarvan oormerk ontbrak

4. bij herhaling niet voldoen aan verzoek een correctie aan te brengen in een procedure waarom nadrukkelijk is verzocht.
Voor dit soort overtredingen geldt dat een corrigerende, bijsturende sanctie het meest geschikt is, met als doel dat herhaling wordt voorkomen.
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 13
Strafmaat
De stichting NBW-Q buigt zich - altijd op korte termijn na een melding - over een overtreding en formuleert een beoordeling ervan.
De stichting adviseert vervolgens - ook op korte termijn - het bestuur van de NBW over de op te leggen sanctie.
De stichting NBW-Q kan bij overtredingen aan het NBW-bestuur adviseren om de volgende sancties op te leggen:

- bovenop de twee jaarlijkse audits (een) extra audit(s), te betalen door de in overtreding zijnde waaghouder

- opschorting van het gebruiken van het NBW- Q Label (met als gevolg tijdelijke klepkeuring)

- intrekken van het NBW-Q Label.(met als gevolg permanente klepkeuring) Tevens kan de stichting aan het NBW-bestuur verzoeken om uitvoering te geven aan sancties welke volgen uit kwaliteitsregelingen van andere schakels in de keten. Voorbeelden daarvan zijn uitsluiting voor export van bepaalde kentekens, klepkeuring bij bepaalde exporteurs of transporteurs, klepkeuring bij bepaalde kentekens. Voor een beroepsprocedure staat de deelnemers ter beschikking
* een nader gesprek met het bestuur van de stichting NBW-Q
* het inroepen van een second opinion via het bestuur van de NBW
* het verzoeken om een snelle extra audit.
Kwaliteitssysteem NBW-Q
NBW-Q LABEL (versie 171207) 14
DEELNAME AAN & WERKEN MET NBW-Q LABEL
De deelnemers verklaren met het ondertekenen van het contract met de stichting NBW-Q dat zij zich zullen houden aan de hierboven omschreven werkwijze, dat zij zorgvuldig zullen omgaan met het NBW-Q stempel en dat zij de inspecties hierop en de kosten daarvan accepteren en dat zij volledige medewerking zullen verlenen aan het via de NBW gecommuniceerde sanctiebeleid.
De NBW zal op de website www.waaghouders.nl de actuele lijst van deelnemers aan het kwaliteitssysteem NBW-Q vermelden alsook de eventueel opgelegde sancties bekend maken. De NBW verplicht zich de NBW-cursus in het kader van de Europese transportverordening nr. 1/2005 zowel voor leden als voor niet leden periodiek aan te bieden. De NBW verplicht zich te zorgen voor het leveren van een format waarop de waaghouder die deelneemt aan NBW-Q de voor de certificering benodigde gegevens aanlevert aan de certificerende dierenarts, als gestandaardiseerde informatie betreffende
* exporteur, koper, transporteur en bestemming, ieder met het erkenningsnummer, UBN-nummer, postcode, etc

* inzage in geplande reisroute met berekening van reistijden
* gegevens over de wagen: te benutten oppervlak, maximaal aantal te laden dieren, technische installaties, R&O

* gegevens betreffende de te laten partij dieren: aantal, samenstelling UBN's, gezondheidsstatus en oormerken
De NBW verplicht zich dit format voor de deelnemers aan het NBW-Q Label actueel te houden - zie het model in de bijlage.
Norg, 17 december '07
Secretariaat NBW
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 1 van 23
Kwaliteitshandboek Dierwaardig Vervoer 2008
Versie: 1.0 / 13 december 2007
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 2 van 23
Inhoudsopgave
Deel I Voorschriften

1. Algemeen

1.1 Index en revisiestatus...........................................……………………………............. 3
1.2 Doel, achtergrond en reikwijdte...............................……………………………….……. 4
1.3 Korte uitleg Kwaliteitsregeling.............................………………………………………… 4
1.4 Definities.......................................……………………………………………………….. 5
1.5 Uitgangspunten en wettelijke basis...........................……………………………………. 6
2. Bedrijfsgegevens, vergunningen en certificaten
2.1 Bedrijfsgegevens....................................…………………………………………………. 7
2.2 Vergunningen en uitbesteding vervoer........................…………………………………… 7
2.3 Eisen aan voertuigen en chauffeurs...........................……………………………………. 8
3. Dierenwelzijn

3.1 Geschiktheid voor vervoer.................................…………………………………………. 10 3.2 Extra eisen biggen....................................……………………………………………….. 11 3.3 Extra eisen runderen....................................……………………………………………... 11 3.4 Extra eisen schapen/geiten..............................…………………………………………… 12 3.5 Extra eisen eenhoevigen.................................……………………………………………..12 3.6 Omgang met en behandeling van dieren...........................………………………………. 13 3.7 Beladingsgraad....................................……………………………………………………. 14 3.8 Beladingseisen varkens.................................………………………………………………14 3.9 Beladingseisen kalveren en runderen...........................……………………………………15 3.10 Beladingseisen schapen en geiten...........................……………………………………… 15 3.11 Beladingseisen eenhoevigen.................................……………………………………….. 16 3.12 Reistijd biggen en varkens.................................………………………………………….. 17 3.13 Reistijd kalveren en runderen..............................…………………………………………. 17 3.14 Reistijd schapen en geiten.................................………………………………………….. 18 3.15 Reistijd eenhoevigen....................................………………………………………………. 18
4. Hygiëne..........................................……………………………………………………………… 19
5. Controle, handhaving en sanctionering

5.1 Controle en handhaving.................................………………………………………………. 20 5.2 Sanctionering.......................................……………………………………………………… 20 Deel II Documenten
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 3 van 23
H1 Algemeen
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Algemeen

1.1 Index en revisiestatus
Dit kwaliteitshandboek is uitsluitend geldig wanneer het geparafeerd is door de verantwoordelijke ondernemer. Wanneer dit handboek op punten aangepast wordt door veranderde regelgeving of werkwijze dan wordt dit aangegeven in onderstaand overzicht. OVERZICHT WIJZIGINGEN
Datum Beschrijving van de wijziging Versie
nr.
Paraaf
Revisie Kwaliteitshandboek najaar 2007 1.0
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 4 van 23
H1 Algemeen
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

1.2 Doel, achtergrond en reikwijdte
Dierwaardig Vervoer 2008 vervangt de gelijknamige regeling uit 2001. De Stichting Dierwaardig Vervoer bestaat uit de volgende organisaties: de Commissie Veehandel van de PVE, de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV) en Saveetra (de samenwerkende veetransporteurs). De Stichting Dierwaardig Vervoer vervangt de Stichting Kwaliteitsregeling Veetransport. De deelnemers aan Dierwaardig Vervoer 2008 zijn herkenbaar aan . De doelstelling van Dierwaardig Vervoer 2008 is het borgen en bevorderen van duurzaam, diervriendelijk en maatschappelijk verantwoord veetransport over alle afstanden. Dit betekent dat naast ritten langer dan acht uur en ritten korter dan acht uur, ook commerciële veetransporten over afstanden onder de 65 km aan de eisen van de kwaliteitsregeling moeten voldoen. Naast de regelgeving zoals die is vastgelegd in de (EG) Transportverordening 1/2005 (verder: de Transportverordening), zijn aanvullende voorwaarden nodig ten aanzien van dierwelzijn zijn. Ook past het in dit kader om aanvullende voorwaarden te hanteren teneinde diergezondheid te borgen. In Dierwaardig Vervoer 2008 zijn aanvullende voorwaarden ten aanzien van zowel dierenwelzijn als diergezondheid opgenomen. Daarnaast is het onderdeel controle, handhaving en sanctionering uitgebreid. Dierwaardig Vervoer 2008 is opgesteld voor het transport van de diersoorten varkens, runderen, eenhoevigen, schapen en geiten.
Om de doelstelling van Dierwaardig Vervoer 2008 te kunnen realiseren, moet dit kwaliteitssysteem ook nadrukkelijk worden gedragen door de veehandel, de veetransporteurs en de toeleverende en afnemende schakels in de dierlijke produktieketen. Deze partijen moeten - na een overgangsperiode - uitsluitend nog zaken doen met gecertificeerde veetransporteurs. De individuele slachthuizen en erkende verzamelplaatsen dienen hiervoor het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer 2008 te ondertekenen. Dierwaardig Vervoer 2008 staat mede om die reden ook open voor buitenlandse veetransporteurs.
Ook doet Dierwaardig Vervoer 2008 een beroep op de overheid. Daarbij gaat het om het verlenen van inzage in overtredingen begaan in binnen- en buitenland en om aanvulling op het sanctioneringsbeleid daar waar de reikwijdte van de kwaliteitsregeling ophoudt. Immers, alleen de overheid de overheid beschikt over officiële overtredingsgegevens uit binnen- en buitenland en alleen de overheid is bevoegd tot het intrekken van certificaten/vergunningen of het weigeren van exportcertificering. Daarnaast is het noodzakelijk dat het ministerie van LNV nagaat of er mogelijkheden zijn om in Nederland toch verdergaande normen te hanteren dan de Europese regelgeving. Indien dit niet gebeurt, prijzen de deelnemers aan het kwaliteitssysteem zich buiten de markt en zal bijvoorbeeld de export van Nederlands vee door buitenlandse veetransporteurs worden verzorgd.
1.3 Korte uitleg Kwaliteitsregeling Dierwaardig Vervoer Afhankelijk van de duur van het transport gelden er conform EU transportverordening 1/2005 verschillende eisen. Voor het vervoer van dieren over een afstand van maximaal 65 km zijn slechts enkele algemene eisen uit de transportverordening van toepassing. Vervoer over een afstand van meer dan 65 km tot een maximale duur van 8 uur (= kort vervoer) kent eigen voorschriften. Voor vervoer met een duur langer dan 8 uur (= lang vervoer) gelden weer extra voorschriften. Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 5 van 23
H1 Algemeen
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Deelnemers aan de Kwaliteitsregeling Veetransport die dieren korter dan 8 uur vervoeren dienen aan de voorschriften voor kort vervoer te voldoen, inclusief commercieel transport over een afstand van minder dan 65 kilometer. Deelnemers die dieren langer dan 8 uur vervoeren dienen zowel aan de eisen voor kort als voor lang vervoer te voldoen. Boven op de wettelijke eisen stelt de Kwaliteitsregeling Dierwaardig Vervoer een aantal aanvullende eisen.
Er zijn in de Kwaliteitsregeling Dierwaardig Vervoer voorschriften die voor alle transporten (ongeacht de vervoerde diersoort) gelden. Soms moet er een verschil gemaakt worden tussen runderen, varkens, eenhoevigen, schapen en geiten. Er zijn dus ook voorschriften die uitsluitend van toepassing zijn op één diersoort. Deze verschillen zijn in de voorschriften aangegeven. Per voorschrift is bovendien aangegeven in welke sanctieNiveau een voorschrift valt (zie nader hoofdstuk ......).
1.4 Definities
Aanvullende
voorschriften
Op laad- en losadressen geldende voorschriften, huisregels en dergelijke met betrekking tot hygiëne, die niet gebaseerd zijn op de wet- en regelgeving. Deelnemend bedrijf Bedrijf dat in het bezit is van het bewijs van voldoen aan de reglementen en voorschriften van de Kwaliteitsregeling Veetransport. Ondernemer De naam van de persoon die op document 1.2 van het Documentenhandboek staat vermeld.
Kwaliteitscertificaat
Dierwaardig Vervoer

2008
Het bewijs van voldoen aan de reglementen van de Kwaliteitsregeling Dierwaardig Vervoer 2008
Transport De gehele vervoersoperatie van de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming, met inbegrip van het lossen, stallen en laden tijdens tussenstops. Plaats van vertrek De plaats waar het dier voor het eerst in een vervoermiddel wordt geladen, op voorwaarde dat het daar tenminste 48 uur voor het vertrek gestald is geweest. Verzamelcentra kunnen als plaats van vertrek worden gezien, indien de afstand tussen de eerste laadplaats en het verzamelcentrum minder dan 100 km bedraagt of de dieren gedurende minimaal 6 uur voor vertrek uit het verzamelcentrum met voldoende strooisel en drinkwater gestald zijn geweest. Getuigschrift van
vakbekwaamheid
veetransport
Bewijs van een goed doorlopen externe opleiding voor chauffeurs en verzorgers conform verordening (EG) 1/2005.
Dierwaardig vervoer De titel van het kwaliteitscertificaat van deze regeling. Veewagen Trekkende eenheid, motorwagen, aanhangwagen of oplegger. Vervoersdocumenten
Documenten die de vracht/ lading begeleiden tijdens het transport en waarop o.a. vermeld staan herkomst en bestemming van de lading, alsmede documenten ten behoeve van kwaliteitsregistraties c.q. leveringsvoorwaarden. Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 6 van 23
H1 Algemeen
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

1.5 Uitgangspunten en wettelijke basis
De volgende regelgeving is van toepassing op de Kwaliteitsregeling Dierwaardig Vervoer:
* Transportverordening 1/2005

* Regeling dierenvervoer 2007

* Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

* Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's

* Regeling handel in levende dieren en levende producten
* Verordening Varkens Leveringen (PVE)
Als uitgangspunt voor deze kwaliteitsregeling geldt minimaal de Europese wetgeving inzake het vervoer van dieren. Per 5 januari 2007 is (EG) Transportverordening 1/2005 van kracht inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten. De inhoud van deze verordening, en eventuele aanvullingen c.q. wijzigingen daarop, vormen het wettelijk kader waaraan het transport van vee moet voldoen.
Daarin is in ieder geval het volgende voorgeschreven en geregeld:
- Vervoerders van vee dienen te beschikken over een vervoerdersvergunning, hetzij voor korte (8uur) hetzij voor lange afstandstransporten (> 8uur)
- Veewagens waarmee vee wordt vervoerd over afstanden langer dan 8 uur dienen voorzien te zijn van een EU goedkeuringscertificaat. Nederlandse veewagens verkrijgen die uitsluitend na goedkeuring door de RDW.

- Chauffeurs en verantwoordelijken voor vee tijdens transport dienen een getuigschrift te bezitten, verkregen na het met goed resultaat volgen van een opleiding, waaruit blijkt dat zij weten hoe dieren op diervriendelijke, Dierwaardige wijze vervoerd dienen te worden, en daar ook naar handelen.
Daarnaast is minimaal Nederlandse aanvullende wetgeving van toepassing, evenals de toepasselijke verordening(en) van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren aangaande dierziektepreventie en hygienebevordering.
Vervoerders van vee dienen te werken volgens de regels die zijn vastgelegd in de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's. Deze heeft tot doel de insleep van dierziekten vanuit het buitenland te voorkomen, en het risico op verspreiding van dierziekten tussen bedrijven en door opeenvolgende schakels in de keten te minimaliseren. De Regeling handel in levende dieren en levende producten stelt regels aan bedrijfscontacten en schrijft voor waar en wanneer veewagens gereinigd en ontsmet moeten worden, en hoe dat geadministreerd dient te worden. Veetransporteurs dienen volgens deze voorschriften te werken. Deze kwaliteitsregeling tenslotte stelt een aantal bovenwettelijke (EU en NL) eisen, welke in het belang geacht worden van verantwoord diertransport, zowel op het gebied van dierenwelzijn als op het gebied van dierziektepreventie. Zo is een aantal beladingsgraden in deze kwaliteitsregeling als norm opgenomen, welke in Verordening 1/2005 onduidelijk gedefinieerd zijn. Daarnaast worden bovenwettelijke eisen gesteld aan reiniging en ontsmetting van de veewagens die in Nederland terugkeren vanuit het buitenland
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 7 van 23
H2 Voorschriften bedrijfsgegevens,
vergunningen en certificaten
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
In dit hoofdstuk staan de voorschriften die gelden voor de organisatie van de deelnemer. Het gaat daarbij om bedrijfsgegevens, vergunningen, certificaten voor chauffeurs en vervoermiddelen en voorschriften ten aanzien van het beheer van documenten. In de kolom 'Niveau' is aangegeven welk strafpuntenniveau van toepassing is bij overtreding van de norm. In hoofdstuk 5.2 zijn een toelichting op de verschillende niveaus en het bijbehorend aantal strafpunten opgenomen.
2.1 Bedrijfsgegevens
Bedrijfsgegevens
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
De deelnemer beschikt over een door
de directie ondertekende verklaring
omtrent het kwaliteitsbeleid
Conform doc. 1.1.

1
De directie is er voor verantwoordelijk
dat alle personeelsleden op de hoogte
zijn van de inhoud van het
Kwaliteitshandboek Dierwaardig Vervoer

2008

1
De bedrijfsgegevens zijn bekend ingevuld conform doc. 1.2. 1 Er is een actueel overzicht van de
personeelsleden
conform doc. 1.3

1
Er is een actueel overzicht van het
wagenpark
conform doc. 1.4

1
Bedrijven beschikken over een noodplan
voor het geval een transport niet
volgens planning verloopt

1
Bedrijven beschikken over een
klachtenprocedure

1

2.2 Vergunningen en uitbesteding vervoer
Vergunningen en uitbesteding
vervoer
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Een Vergunning conform Wet
Goederenvervoer over de Weg is
aanwezig

1
Vervoerdersvergunning zoals bedoeld in
artikel 10 Verordening 1/2005
Van toepassing op vervoer
boven 65 km en tot een duur
van 8 uur

3
Vervoerdersvergunning zoals bedoeld in
artikel 11 Verordening 1/2005
Van toepassing op vervoer
met een duur boven 8 uur
3
Een bewijs- indien van toepassing- van
de erkenning van de wasplaats
Conform Regeling preventie,
Bestrijding etc.

1
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 8 van 23
H2 Voorschriften bedrijfsgegevens,
vergunningen en certificaten
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Vergunningen en uitbesteding
vervoer
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Deelnemende bedrijven maken bij
uitbesteding van transportactiviteiten
uitsluitend gebruik van bedrijven die
voldoen aan de kwaliteitseisen van de
Kwaliteitsregeling Veetransport of een
andere gelijkwaardige regeling

2
Op de geladen veewagen dient een
actueel weegbriefje aanwezig te zijn

1

2.3 Eisen aan voertuigen en chauffeurs
Eisen aan voertuigen en chauffeurs
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Certificaat van goedkeuring voor alle
gebruikte veetransportmiddelen, ingezet
voor transport met een duur van meer
dan 8 uur
zoals bedoeld in artikel 18
Verordening 1/2005

3
Certificaat van goedkeuring voor alle
gebruikte veetransportmiddelen boven

65 km tot een duur van 8 uur
Tot nader order buiten
werking. In overleg met RDW
worden de mogelijkheden
nagegaan om deze
aanvullende norm in te voeren

1
Bij transport met een duur van meer dan

8 uur is in het voertuig een
navigatiesysteem in werking conform
artikel 6 lid 9 verordening 1/2005 en de
specificaties vastgesteld door DG Sanco
van de Europese Commissie
Geregistreerd wordt waar de
veewagens zich bevinden en
wanneer de klep wordt
geopend en gesloten. De
deelnemers aan Dierwaardig
Vervoer 2008 zullen ook de
temperatuurregistratie laten
plaatsvinden via het systeem

2
Chauffeurs en verzorgers dienen te
beschikken over een geldig bewijs van
vakbekwaamheid of een bewijs van
inschrijving voor de opleiding Chauffeur
Veetransport te kunnen tonen
Conform artikel 6, lid 4
Verordening 1/2005

3
Chauffeurs dienen een defensieve en
anticiperende rijstijl te hanteren
Conform de voorschriften uit
de opleiding Chauffeur
Veetransport

2
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 9 van 23
H2 Voorschriften bedrijfsgegevens,
vergunningen en certificaten
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Eisen aan voertuigen en chauffeurs
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
De temperatuur in het vervoermiddel
voor alle dieren bevindt zich gedurende
het transport tussen 5°C en 30°C, met
een tolerantie van plus of min 5°C
Dit voorschrift geldt zowel
voor transporten onder als
boven acht uur

2
Bij transporten van meer dan 8 uur vindt
er in het voertuig temperatuurregistratie
plaats
Conform Verordening 1/2005

2
Bij de planning van een transport van
meer dan 8 uur houdt de ondernemer
rekening met de tijdens het transport te
verwachten weersomstandigheden
Het tijdstip van vertrek en/of
de beladingsgraad worden
aangepast

1
Bij het vervoer van dieren dienen in het
voertuig documenten aanwezig zijn met
de volgende gegevens:
o herkomst en eigenaar dier(en);
o plaats, datum en uur van vertrek;
o plaats van bestemming;
o verwachtte duur van het transport.
Deze documenten dienen
gedurende drie jaar ter inzage
op het bedrijf worden
bewaard.

2
Registratie R&O verplichtingen 2
Voor transport met een duur van meer
dan 8 uur geldt de verplichting een
Journaal conform verordening 1/2005 in
te vullen en de bewaren
Op het journaal moeten
volledig en juist zijn ingevuld:

- de afstand in
kilometers

- de halteplaatsen
het aantal / gewicht van de
dieren

2
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 10 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
In de Transportverordening zijn Europese regels opgenomen ter bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten. De regels met betrekking tot dierenwelzijn zijn in dit hoofdstuk opgenomen. Omdat in de Transportverordening een aantal zaken ontbreken of onvoldoende zijn geregeld, zijn in dit hoofdstuk van Dierwaardig Vervoer 2008 aanvullende eisen opgenomen.
3.1 Geschiktheid voor vervoer
Geschiktheid voor vervoer
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Gewonde, zwakke, en zieke dieren
mogen niet worden vervoerd
Geregistreerde eenhoevigen mogen wel
kort voor het werpen of binnen de week
na werpen vervoerd worden, als welzijn
of gezondheid dit eisen. Permanente
begeleiding door verzorger is dan
verplicht
o dieren die niet op eigen
kracht pijnloos kunnen
bewegen of lopen;
o dieren met ernstige open
wonden of een prolaps;
o dieren, waarbij de draagtijd
voor meer dan 90%
verstreken is;
o dieren die korter dan een
week geleden hebben
geworpen;
pasgeboren dieren met een
nog niet geheelde navel.

2
Bij twijfel omtrent de geschiktheid voor
vervoer, wordt een dier niet vervoerd
Enige uitzondering is een
schriftelijke verklaring van een
dierenarts maximaal 24 uur
voorafgaand aan het transport

1
Van iedere veehouder van wie dieren
worden vervoerd is een verklaring in het
Kwaliteitshandboek aanwezig waarmee
de veehouder verklaart dat de dieren die
hij aanbiedt voor transport voldoen aan
de eisen in de Transportverordening

1/2005
Verklaring conform bijlage .....

1
Dieren die tijdens het vervoer ziek
worden of gewond raken worden van de
andere dieren gescheiden en zo
spoedig mogelijk hulp verleend

2
Kalmerende middelen worden
uitsluitend toegediend door een
dierenarts

2
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 11 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Geschiktheid voor vervoer
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Gescheiden behandeld en vervoerd
dienen te worden:

-1 dieren van verschillende soorten

-2 dieren van beduidend verschillende
grootte of leeftijd

-3 volwassen fokberen

-4 volwassen fokhengsten

-5 geslachtsrijpe mannelijke en
vrouwelijke varkens

-6 gehoornde en ongehoornde dieren

-7 elkaar vijandig gezinde dieren

-8 aangebonden en niet-aangebonden
dieren

1, 2, 3, 4 en 6 gelden niet als
het een groep dieren betreft
die bij elkaar zijn opgefokt
en/of geheel aan elkaar
gewend is

3.2 Extra eisen biggen
Extra eis biggen
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Biggen lichter dan 10 kg hebben de
beschikking over passend strooisel

2

3.3 Extra eisen runderen
Extra eisen runderen
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Kalveren jonger dan 6 maanden hebben
de beschikking over passend strooisel

2
Zogende koeien zonder jong moeten
minimaal om de 12 uur gemolken
worden

2
runderen mogen niet aan de horens of
neusring worden vastgebonden

2
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 12 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.4 Extra eisen schapen/geiten
Extra eisen schapen/geiten
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
lammeren lichter dan 20 kg hebben de
beschikking over passend strooisel

2
Zogende schapen en geiten zonder hun
jong(en) moeten minimaal om de 12 uur
gemolken worden

2
Schapen/geiten mogen niet aan de
horens worden vastgebonden

2

3.5 Extra eisen eenhoevigen
Extra eisen eenhoevigen
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
veulens jonger dan 4 maanden hebben
de beschikking over passend strooisel

2
als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen
ouder dan 8 maanden moeten
tijdens vervoer een halster dragen

2
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 13 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.6 Omgang met en behandeling van dieren
Omgang met en behandeling van
dieren
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Agressie van of door de vervoerder of
verzorger jegens de dieren is te allen
tijde verboden, waaronder het slaan of
schoppen

3
Tijdens de verplaatsing van dieren
moeten letsel en lijden worden
voorkomen, opwinding en stress tot een
minimum worden beperkt en de
veiligheid worden gewaarborgd

2
Tijdens het laden en lossen moet
passende verlichting aanwezig zijn

2
Het is verboden om op een bijzonder
gevoelig deel van het lichaam zodanige
druk uit te oefenen dat het de dieren
onnodig pijn of onnodig leed berokkent

3
Het is verboden de dieren bij kop, oren,
hoorns, poten, staart of vacht op te tillen
of voort te trekken, of zodanig te
behandelen dat het hen onnodig pijn of
onnodig lijden berokkent

3
Het is verboden prikstokken of puntige
voorwerpen te gebruiken

3
Het gebruik van apparaten waarmee
elektrische schokken worden
toegediend wordt tot het minimum
beperkt.
De schokken mogen niet langer dan 1
seconde duren en moeten voldoende
worden gespreid in de tijd en mogen
uitsluitend op de spieren van de
achterhand worden toegediend.
Deze instrumenten mogen
alleen worden gebruikt voor
volwassen runderen die
weigeren zich te verplaatsen
en uitsluitend op voorwaarde
dat de dieren voor zich ruimte
hebben om zich voort te
bewegen.
Ook wanneer de dieren niet
reageren mogen de schokken
niet herhaaldelijk worden
toegediend

3
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 14 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.7 Beladingsgraad
Totaal treingewicht
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Bij grensoverschrijdende transporten
vanuit Nederland is het maximaal
toegestaan gewicht gelijk aan het laagst
toegestane maximum van de landen
waar men doorheen rijdt, met een
marge van 10%.
Veewagens worden
gewogen op de
exportverzamelplaats
van vertrek of de op de
dichtstbijzijnde
weegplaats na vertrek
bij de veehouder.

2
Bij het transport dienen de
onderstaande voorschriften ten aanzien
van de belading te worden
gerespecteerd
Overschrijding:

- 5% t/m 10% = 1

- 11% t/m 15% = 2

- 16% t/m 20% = 3

- 21% of hoger = 4

3.8 Beladingseisen varkens
De Transportverordening schrijft voor dat alle varkens tenminste gelijktijdig moeten kunnen gaan liggen en in hun natuurlijke houding kunnen staan. Alleen voor varkens van circa 100 kg is een gedetailleerde norm opgenomen, te weten 235 kg/m2. In de praktijk blijkt dat het ontbreken van beladingsgraden voor varkens in verschillende gewichtsklasse tot problemen leidt. Daarom hanteert Dierwaardig Vervoer 2008 normen zoals in onderstaande tabel zijn opgenomen. Beladingseisen varkens
Gemiddeld gewicht varken in kg Ruimte per dier in m2 Kg / m2
10 0,09 110

20 0,13 160

25 0,14 175

30 0,17 180

40 0,20 200

80 0,35 229

100 0,43 235

250 0,75 333
Ook schrijft de transportverordening voor dat ras, grootte en fysieke conditie van de varkens een vergroting van de vereiste minimumgrondoppervlakte noodzakelijk kan maken. De minimum grondoppervlakte kan met maximaal 20% kan worden vergroot in verband met de weersomstandigheden en de transporttijd.
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 15 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.9 Beladingseisen kalveren en runderen
Beladingseisen kalveren en runderen
Niveau Gewicht bij benadering (in kg) Oppervlakte in m2 per dier Fokkalveren 50 0,30 tot 0,40
Middelgrote kalveren 110 0,40 tot 0,70
Zware kalveren 200 0,70 tot 0,95
Middelgrote runderen 325 0,95 tot 1,30
Grote runderen 550 1,30 tot 1,60
Zeer grote runderen >700 >1,60
De Transportverordening geeft aan dat deze getallen kunnen variëren, niet alleen afhankelijk van het gewicht en de grootte van de dieren, maar ook van hun fysieke conditie, de weersomstandigheden en de vermoedelijke transporttijd.

3.10 Beladingseisen schapen en geiten
Beladingseisen schapen en geiten
Niveau
Gewicht in kg Oppervlakte in m2 per dier
Geschoren schapen en lammeren
van 26 kg en meer
>55
0,20 tot 0,30
>0,30
Niet geschoren schapen >55
0,30 tot 0,40
>0,40
Hoogdrachtige ooien >55
0,40 tot 0,50
>0,50
Geiten
35 tot 55
>55
0,20 tot 0,30
0,30 tot 0,40
0,40 tot 0,75
Hoogdrachtige geiten >55
0,40 tot 0,50
>0,50
De Transportverordening geeft aan dat bovenstaande grondoppervlakte kan variëren naar gelang van het ras, de grootte, de fysieke conditie en de vachtdikte van de dieren, alsmede naar gelang van de weersomstandigheden en de transporttijd. Voor kleine lammeren kan bijvoorbeeld worden volstaan met minder dan 0,2m2 per dier.
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 16 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.11 Beladingseisen eenhoevigen
Beladingseisen eenhoevigen
Voor eenhoevigen gelden de normen
van onderstaande tabel
eenhoevigen mogen slechts in één laag
geladen worden
Tussen schoft en dak dient 75
cm ruimte te zitten

3
niet-afgerichte eenhoevigen mogen niet
in groepen van meer dan vier dieren
worden vervoerd

2
Bij transport van > 8 uur dienen
eenhoevigen in aparte standen te
worden vervoerd

2
Niveau Oppervlakte per dier
Volwassen paarden 1,75 m2 (0,7x2,5 m)
Jonge paarden (6-24 maanden) (transporten 48 uur) 2,4 m2 (1,2x2 m) Pony's ( Veulens (0-6 maanden) 1,4 m2 (1x1,4 m)
De Transportverordening schrijft voor dat tijdens lange transporten veulens en jonge paarden moeten kunnen gaan liggen. Ook staat in de verordening dat bovenstaande getallen maximaal 10% kan variëren voor volwassen paarden en pony's en maximaal 20% voor jonge paarden en veulens, afhankelijk niet alleen van het gewicht en de grootte van de paarden, maar ook van hun fysieke conditie, de weersomstandigheden en de vermoedelijke transporttijd. Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 17 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.12 Reistijden biggen en varkens
Reistijden biggen en varkens
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
biggen jonger dan 3 weken mogen
maximaal 100 km vervoerd worden

2
Voor biggen maximaal 8 uur

2
Biggen en varkens mogen maximaal 24
uur worden vervoerd
Permanente toegang tot water
is verplicht

2
Na 24 uur rust, drenken en voederen op
een erkende halteplaats, is het
toegestaan de dieren wederom
gedurende 24 uur te vervoeren
De halteplaats dient
voorafgaand aan de
exportkeuring schriftelijk te
zijn gereserveerd

1
Voor zeugen bestemd voor de slacht
geldt een maximale transporttijd van 8
uur

2

3.13 Reistijden kalveren en runderen
Reistijden kalveren en runderen
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Kalveren jonger dan 10 dagen mogen
maximaal over een afstand van 100 km
vervoerd worden

2
Kalveren jonger dan 14 dagen mogen
niet langer dan 8 uur worden vervoerd

2
Kalveren en runderen mogen maximaal

14 uur worden vervoerd, waarna ze
minimaal 1 uur rust krijgen.
Vervolgens mag wederom 14 uur
gereisd worden, waarna de dieren
afgeladen moeten worden op een
erkende halteplaats
Nadat ze 24 uur hebben op
de halteplaats gerust hebben
en gevoerd en gedrenkt zijn
kan de reis volgens het 14 uur
schema worden voortgezet

1
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 18 van 23
H3 Voorschriften dierenwelzijn
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

3.14 Reistijden schapen en geiten
Reistijden schapen en geiten
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Lammeren jonger dan een week mogen
maximaal 100 km vervoerd worden

2
Lammeren moeten na 9 uur minimaal 1
uur rust krijgen.
Vervolgens mag wederom 9 uur gereisd
worden, waarna de dieren afgeladen
moeten worden op een erkende
halteplaats
Na 24 uur rust op de
halteplaats kan de reis
volgens het 9 uur schema
worden voortgezet

1

3.15 Reistijden eenhoevigen
Reistijden eenhoevigen
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Eenhoevigen mogen maximaal 24 uur
worden vervoerd

2
Na 24 uur rust, drenken en voederen op
een erkende halteplaats, is het
toegestaan de dieren wederom
gedurende 24 uur te vervoeren
De halteplaats dient
voorafgaand aan de
exportkeuring schriftelijk te
zijn gereserveerd

1
Voor eenhoevigen paarden is de maximale
transportduur 8 uur

2
Niet gespeende veulens op melkvoeding
moeten na 9 uur minimaal 1 uur rust
krijgen
Vervolgens mag wederom 9 uur gereisd
worden, waarna de dieren afgeladen
moeten worden op een erkende
halteplaats
Na 24 uur rust op de
halteplaats kan de reis
volgens het 9 uur schema
worden voortgezet

1
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 19 van 23
H4 Hygiëne Versie 1
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
In de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE's en de Regeling handel in levende dieren en levende producten zijn maatregelen opgenomen die zijn bedoeld ter voorkoming van de insleep van besmettelijke dierziekten. Er zijn maatregelen gericht op het verzamelen van dieren, het beperken dan wel verbieden van transportbewegingen en ook zijn er strikte maatregelen ten aanzien van reiniging en ontsmetting van voertuigen. Aangezien dierenvervoer een besmettingsbron en verspreider van dierziekten kan zijn, is een perfecte reiniging en ontsmetting van veetransportmiddelen van cruciaal belang. Door goede reiniging en ontsmetting kunnen de risico 's van dierziekteinsleep of dierziekteverspreiding worden geminimaliseerd. De Nederlandse veetransport-sector laat haar verantwoordelijkheid zien door een aantal bovenwettelijke eisen op het gebied van reiniging en ontsmetting op te nemen in het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer.
Reiniging en ontsmetting
Norm nr. Norm Interpretatie Niveau
Veetransportmiddelen mogen, indien zij
leeg zijn, uitsluitend schoon, gereinigd
en ontsmet op de openbare weg rijden.

2
Veewagens worden na volledig lossen
op een veehouderijbedrijf, slachterij of
exportverzamelplaats, gereinigd en
ontsmet.

2
Iedere veewagen heeft een actueel
R&O boekje aan boord

1
In het R&O boekje wordt iedere reiniging
en ontsmetting genoteerd.

2
Na R&O op een erkende R&O plaats
plaatst de houder van de R&O plaats
een stempel en handtekening in het
R&O boekje

2
De veetransporteur geeft te allen tijde
op verzoek van autoriteiten inzage in het
R&O boekje

2
Veewagens die in het buitenland vee
lossen, zorgen z.s.m. na lossen voor
een gedegen R&O. Deze wordt
afgetekend in het R&O boekje.

2
Alle veewagens die leeg uit het
buitenland terugkeren in Nederland
voeren verplicht een herontsmetting uit
op een aangewezen, erkende R&O
plaats dicht bij de grens in Nederland
Omdat niet alle terugkerende
lege veewagens hetzelfde
risicoprofiel hebben, kan
onder voorwaarden een
ontheffing worden verleend
voor transportmiddelen die in
omringende landen
aantoonbaar gereinigd en
ontsmet hebben op een
erkende R&O-plaats

2

2e R&O indien dit wettelijk is
voorgeschreven
Bij terugkeer uit risicolanden
en derde landen is een 2e
R&O wettelijk verplicht

3
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 20 van 23
H5 Controle, handhaving en sanctionering
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:

5.1 Controle en handhaving
De controle bij de deelnemers aan Dierwaardig Vervoer 2008 is in handen van een onafhankelijke controlerende instantie. Deze instantie neemt een initiële audit af bij aanvang van de deelname en vervolgens worden de deelnemers één maal per jaar door deze instantie gecontroleerd. De controle procedure is vastgelegd in een controlereglement.
Indien een deelnemer niet of onvoldoende medewerking verleent bij een controle meldt de controlerende instantie dit aan de Stichting Dierwaardig Vervoer. Ook tekortkomingen die tijdens een audit of controle worden geconstateerd meldt de controlerende instantie aan de Stichting. Tekortkomingen kunnen uiteenlopen van administratieve onvolkomenheden tot proces verbalen of vastgestelde overtredingen. De deelnemers aan Dierwaardig Vervoer 2008 worden in het kader van dit systeem gecontroleerd door de controlerende instantie. Daarnaast vinden controles plaats door de AID, de LID en de politie. Meldingen van overtredingen door Nederlandse veewagens in het buitenland ontvangt de VWA. De Stichting Dierwaardig Vervoer streeft naar het juiste niveau van informatieuitwisseling zodat een effectieve aanpak van overtredingen kan plaatsvinden.
5.2 Sanctionering
Sancties worden uitsluitend opgelegd op basis van: a. onvolkomenheden die tijdens de audit of een controle door de controlerende instantie worden geconstateerd;
b. door de AID, de LID of de politie vastgestelde overtredingen waarbij proces-verbaal is opgemaakt. Hiervoor is een koppeling nodig tussen de genoemde instanties en de stichting, zodat informatie over proces-verbalen ook rechtstreeks door de Stichting wordt ontvangen. Indien een zaak voorkomt, is de uitspraak van de rechter de basis voor sanctionering door de Stichting Dierwaardig Vervoer.
c. op basis van meldingen van overtredingen door de bevoegde buitenlandse autoriteiten. Hiervoor is inzage door de stichting in de relevante VWA-informatie noodzakelijk. Maatregelen
Maatregelen die de Stichting Dierwaardig Vervoer kan treffen zijn het verplicht laten uitvoeren van een herhalingsaudit na een bepaalde termijn, het schrappen van een of meer kentekens van de veewagens van een onderneming voor een bepaalde periode of intrekking van het kwaliteitscertificaat van een onderneming voor een bepaalde periode. Indien sanctiemaatregelen worden getroffen, wordt hiervan melding gemaakt op de website van de Stichting Dierwaardig Vervoer. De bevoegde autoriteiten zullen bedrijven waarvan het kwaliteitscertificaat is ingetrokken aan extra controles onderwerpen en indien daartoe aanleiding is de certificaten van veewagens of de vergunning van de ondernemer intrekken. Overtredingen kunnen in vier niveaus worden ingedeeld. Aan deze niveaus zijn 'strafpunten' gekoppeld. Strafpunten vervallen na één jaar. Wanneer bij een deelnemende onderneming een overtreding wordt geconstateerd, ontvangt de ondernemer hierover schriftelijk bericht van de Stichting. Daarbij wordt aangegeven hoeveel strafpunten aan de overtreding zijn gekoppeld. Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 21 van 23
Indien een deelnemende onderneming binnen één jaar 6 of meer strafpunten ontvangt, wordt één van de veewagens van de desbetreffende onderneming gedurende 3 maanden uit het kwaliteitssysteem geschrapt. Dit betekent dat het kenteken van de desbetreffende veewagen op de website van de stichting wordt vermeld onder de kop 'uitgesloten van Dierwaardig Vervoer 2008'. Per kenteken wordt daarbij de periode vermeld.
Indien een deelnemende onderneming binnen een half jaar 6 of meer strafpunten ontvangt, wordt één van de veewagens van de desbetreffende onderneming gedurende 6 maanden uit het kwaliteitssysteem geschrapt. Ook hier geldt dat het kenteken van de desbetreffende veewagen op de website van de stichting wordt vermeld onder de kop 'uitgesloten van Dierwaardig Vervoer 2008'. Per kenteken wordt daarbij de periode vermeld.
In uitzonderlijke situaties kan het kwaliteitscertificaat van een onderneming gedurende kortere of langere tijd worden ingetrokken. Dit is uitsluitend mogelijk als zowel het bestuur van de Stichting Dierwaardig Vervoer als de sanctioneringscommissie hiermee hebben ingestemd. Om weer te kunnen deelnemen, moet een afspraak met de controlerende instantie worden gemaakt voor een nieuwe ingangsaudit en kan de onderneming weer worden ingeschreven als deelnemer aan Dierwaardig Vervoer 2008 indien aan alle eisen wordt voldaan.
In onderstaande tabel zijn de verschillende niveaus van overtreding, het aantal strafpunten en een toelichting opgenomen.
Niveau Strafpunten Toelichting

1. Lichte
overtreding

1 Een lichte overtreding vormt geen directe bedreiging voor de doelstelling van het kwaliteitssysteem. Dit kan bijvoorbeeld gaan om administratieve tekortkomingen, een zeer lichte overschrijding van de beladingsgraad of een zeer lichte overschrijding van de reistijd.
2. Ernstige
overtreding

2 Een ernstige overtreding vormt een bedreiging voor de doelstelling van het kwaliteitssysteem. Het gaat dan bijvoorbeeld om het ontbreken van gegevens in het reisjournaal, het rijden met wrak vee, overschrijding van de beladingsgraad.

3. Zeer ernstige
overtreding

3 Een zeer ernstige overtreding druist in tegen de doelstelling van het kwaliteitssysteem. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het doelbewust manipuleren van het reisjournaal, niet voldoen aan de rusttijden, ernstige overschrijding van de beladingsgraad of het niet volgen van de geldende regels ten aanzien van reiniging en ontsmetting.
4. Niet te
tolereren

6 Onmiddellijke schorsing voor 6 maanden.
Dierwaardig Vervoer heeft per voorschrift het niveau aangegeven dat bij overtreding van het voorschrift wordt gehanteerd.
Sanctioneringscommissie
Het bestuur heeft de plicht alle sancties te melden aan de Sanctioneringscommissie. Het bestuur heeft de mogelijkheid om deze commissie te raadplegen indien er onduidelijkheid bestaat ten aanzien van een op te leggen sanctie. Het bestuur neemt vervolgens het sanctiebesluit van de commissie rechtstreeks over. De Sanctioneringscommissie bestaat uit vertegenwoordigers van het ministerie van LNV, de AID, de LID en de voorzitter en vice-voorzitter van de stichting. Beroepsmogelijkheid
Ondernemers kunnen bezwaar aantekenen tegen sancties. Binnen twee maanden nadat zij bericht over de sanctie hebben ontvangen, moeten zij hun bezwaar schriftelijk kenbaar maken aan het bestuur van de Stichting Dierwaardig Vervoer. De ondernemer ontvangt vervolgens binnen twee maanden bericht van het bestuur.
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 22 van 23
Documenten
Opgesteld door: Controle door: Goedgekeurd door:
Printdatum: Versie 1.0 16-1-2008 Pagina 23 van 23
Uitdagingen
In 2008 zal de Stichting Dierwaardig Vervoer zich inzetten om:
- in overleg met de RDW na te gaan op welke gronden ook vervoermiddelen bestemd voor transport
- de mogelijkheden te onderzoeken voor het ontwikkeling van een nationale database, waarin de ritgegevens uit de navigatiesystemen worden geregistreerd. Overigens kan een nationale database uitsluitend bestaan zolang de Europese database die wordt genoemd in de Transportverordening nog niet is gerealiseerd.

- in overleg met het CCV (examenhuis) wordt onderzocht of het mogelijk is om het getuigschrift van chauffeurs op nader te bepalen gronden gedurende bepaalde tijd in te trekken danwel ongeldig te laten verklaren. In dit laatste geval zal een chauffeur opnieuw examen moeten doen om een getuigschrift te verkrijgen.
Een aantal onderwerpen kan uitsluitend op Europees niveau kan worden geregeld. De participanten in Dierwaardig Vervoer 2008 zetten zich in om onderstaande zaken bij de herziening van de Transportverordening gerealiseerd te krijgen.

- Harmonisatie / geen verschillende interpretatie in de verschillende lidstaten
- Afstemmen rij- en rusttijden chauffeurs op reistijden dieren
- Niet lossen op halteplaatsen fokvee i.v.m. risico ziekten in ruil voor lagere beladingsgraad
- boottijd = rusttijd

- Beladingsgraad varkens verschillende gewichtsklassen opnemen (nwe. tabel alle diersoorten)
- Watervoorraad 1,5% laadvermogen is onjuist

- Ventilatie op basis van laadvermogen is onjuist
- gelijke regels voor wagens korter dan 8 uur (ook temp en GPS)
- regels ook voor ritten
- wrak vee: ook de houder verantwoordelijk voor maken
- temperatuurtabel

- beladingsgraad Shetlandpony's, shetlandpouny-veulens
- beladingsgraad geitenbokjes 8kg: norm 0,20-0,30 m2 onwerkbaar