Meeste combinatiefuncties hebben met sport te maken

donderdag 17 januari 2008

Het kabinet maakt 2500 combinatiefuncties tussen (Brede) Scholen, sportverenigingen en culturele instellingen mogelijk. Meestal gaat het om de combinatie school en sport.

Dat heeft te maken met de bronnen van de financiering, zegt Jos Kusters, de programmadirecteur van de Alliantie School & Sport op de site van zijn organisatie. "De cultuurcomponent is relatief klein. De gemeenten zullen conform de afspraken van VNG met het kabinet tevens fors bijdragen aan de financiering van de plannen. Wat de combinatiefuncties betreft denkt Kusters vooral aan trainers die zowel extra sport- en bewegingsactiviteiten organiseren op school als trainingen verzorgen bij een sportvereniging en aan leraren lichamelijke opvoeding die ook in de vereniging actief zijn. De plannen van het kabinet komen uit de koker van de Alliantie School & Sport, waarin NOC*NSF nauw samenwerkt met de ministeries van VWS en OCW: Sinds 2005 hebben we combinatiefuncties onderzocht, goede voorbeelden verzameld, onderzoek gedaan en zijn we met proefprojecten gestart, aldus Kusters.

Kusters zei vorig jaar al tevreden te zijn dat het kabinet had aangegeven structureel te willen investeren in dit thema. Nu het regeringsvoorstel Prinsjesdag inderdaad heeft overleefd, zijn zijn woorden opnieuw door de Alliantie onder de aandacht gebracht. Kusters: Dit jaar ligt de nadruk op de veertig wijken die minister Vogelaar van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft aangemerkt als toekomstige prachtwijken'." Vanaf 2009 komen ook andere wijken en gemeenten in aanmerking voor combinatiefuncties. Overigens is het nog maar de vraag of de Alliantie School & Sport dan nog bestaat. Deze strategische samenwerking tussen NOC*NSF en de ministeries van VWS en OCW is destijds bedoeld als tijdelijk instrument om school en sport op de politieke agenda te krijgen en van voldoende middelen te voorzien, legt Kusters uit. De Alliantie is aangegaan tot eind 2008. Als het kabinetsvoorstel stand houdt, hebben we onze beleidsdoelen voor een belangrijk deel bereikt. Daarna zal er overigens nog wel een aantal jaren behoefte zijn aan lokale ondersteuning, productontwikkeling, kennis, monitoring en coördinatie via centraal procesmanagement.