SGP


16 - 01 - 08 | SGP wil eind aan doden kinderen met open ruggetje

De SGP vindt dat er een eind moeten komen aan de praktijk dat kinderen met een open ruggetje
in Nederland worden gedood, hetzij via een abortus, hetzij door actieve euthanasie. Kamerlid
Van der Vlies beroept zich daarbij op publicaties in Childâs Nervous System waarin kinderchirurgen
uit heel de wereld erop wijzen dat baby's met spina bifida (open rug) niet ondraaglijk lijden. Zij stellen
dat als er sprake is van pijn, die moet worden weggenomen of behandeld. Driekwart van de geopereerde kinderen blijkt later als volwassene zelfstandig te kunnen functioneren.
De SGP heeft over deze kwestie vragen gesteld aan staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid.
Kamerlid Van der Vlies stelt dat de Nederlandse praktijk feitelijk neerkomt op discriminatie is wegens
handicap. Die praktijk wordt 'gereglementeerd' door het zogenaamde Groningen-protocol. Als artsen
zich daaraan houden, zou de levensbeëeindiging acceptabel zijn. De SGP wil dat dit protocol snel wordt aangepast. Als neurochirurgen uit heel de wereld unaniem hun afkeuring spreken over de gang van zaken in Nederland, moet ons dat te denken geven.


________________________________________

Schriftelijke vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Justitie over kinderen met spina bifida.

16 januari 2008


1. Hebt u kennis genomen van het artikel van T.H.R. de Jong over kinderen met spina bifida (open ruggetje) en de berichtgeving hierover? Wat is uw oordeel over dit artikel?


2. Bent u met ons van mening dat kinderen met een handicap recht op leven hebben?


3. Bent u met ons van mening dat discriminatie op basis van een handicap in strijd is met artikel 1 van de Nederlandse Grondwet?


4. Bent u met ons van mening dat selectie van embryoâs op basis van een handicap in strijd is met de menselijke waardigheid?


5. Hoe oordeelt u in het licht van deze fundamentele rechtsbeginselen over het leven van kinderen met een handicap en in het bijzonder van kinderen met spina bifida, zowel voor als na de geboorte?


6. Hoe oordeelt u over het gegeven dat in 95% van de gevallen van een open rug, vrouwen kiezen voor een abortus? In hoeverre is dit gegeven een gevolg van onvolledige informatie over de levensverwachting en âperspectieven van kinderen met spina bifida?


7. Indien het oordeel van de internationale deskundigen in Childâs Nervous System over de kwaliteit van leven van kinderen met spina bifida en de mate van hun lijden juist zou zijn, bent u dan mening dat de Nederlandse praktijk van omgaan met deze handicap heroverwogen dient te worden?


8. Hoe oordeelt u over de stelling van T.H.R. de Jong dat bij de geboorte de toekomstperspectieven van kinderen met spina bifida en hun kwaliteit van leven niet met zekerheid kan worden beschouwd als hopeloos en betekenisloos? Wat betekent deze stelling naar uw mening voor de houdbaarheid van het Groningen-protocol?


9. In hoeverre maken de palliatieve mogelijkheden om het lijden van pasgeborenen te verzachten onderdeel uit van het Groningen-protocol? Bent u van mening dat deze mogelijkheden in de concrete situatie grondig overwogen dienen te zijn alvorens een besluit genomen kan worden om het leven van deze kinderen te beëindigen?


10. Worden de mogelijkheden van palliatieve zorg bij de beslissingen rond het einde van het leven van pasgeborenen naar uw mening voldoende meegewogen? Op welke manier blijkt dit uit de verslaglegging?


11. Hoe oordeelt u over de mening van De Jong dat het Groningen-protocol niet de arts maar de behoeften van de patiënt centraal dient te stellen? Bent u voornemens om wijzigingen in die richting te bevorderen?


12. Wanneer komt er een evaluatie van de betekenis van het Groningen-protocol, de houdbaarheid daarvan in de medische praktijk en van de toetsingscommissie?

SGP wil eind aan doden kinderen met open ruggetje