Ingezonden persbericht


Nieuws

Reactie mr. Van der Goot na commotie verzekeringszaak (16-01-2008)

Het gerechtshof in Amsterdam heeft op 10 januari jl. een in mijn ogen opmerkelijke uitspraak gedaan.

Na deze uitspraak en de aandacht in de media is commotie ontstaan. Zo blijkt onduidelijk te zijn welke gevolgen deze uitspraak zal hebben. Een en ander heeft onder meer te maken met het feit dat het een mondelinge uitspraak betrof en dat er (nog) geen schriftelijke versie van het arrest voorhanden is. Op mijn kantoor stromen de reacties binnen. Ik wil mijn kijk op de gevolgen toelichten.

De kwestie van mijn cliėnt ging om een motorrijtuig met beperkte snelheid, te weten een omgebouwde vrachtwagen ten behoeve van de landbouw. Op grond van het Voertuigreglement moet het dan gaan om een voertuig "met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 25 km/h".

Kortom, het voertuig moet zodanig zijn uitgerust dat het niet sneller kan dan 25 km/h.

De praktijk is echter dat dergelijke voertuigen sneller kunnen. Zo ook in het geval van mijn cliƫnt. Van de assurantietussenpersoon van cliƫnt heb ik vernomen dat verzekeraars van landbouwvoertuigen ook op de hoogte zijn van het feit dat vrijwel alle motorrijtuigen met beperkte snelheid sneller kunnen rijden dan 25 km/h. De verzekeraar van cliƫnt, Delta Lloyd, heeft zelfs schriftelijk bevestigd dat voor het betreffende voertuig een geldige wettelijk verplichte aansprakelijkheidsverzekering (WAM-verzekering) was afgesloten. Het gerechtshof heeft ondanks deze bevestiging van de verzekeraar cliƫnt veroordeeld. Dit omdat volgens het hof uit technisch onderzoek was gebleken dat het voertuig sneller kon dan 25 km/h en om die reden niet meer voldeed aan de definitie in het Voertuigreglement van een motorrijtuig met beperkte snelheid. De verzekering was volgens het hof dus niet op een motorrijtuig met beperkte snelheid afgesloten. Van belang hierbij was dat in de verzekeringspolis een clausule was opgenomen waaruit bleek dat de verzekering uitsluitend van kracht was "indien het verzekerde object een snelheid kan bereiken van ten hoogste 25 km per uur".

De veroordelende uitspraak van het hof kan naar mijn mening grote gevolgen hebben voor andere voertuigen. Zo blijkt uit het Voertuigreglement dat bijvoorbeeld een groot deel van de landbouwtrekkers een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 40 km/h heeft. Door deskundigen is mij meegedeeld dat bijv. nieuwe trekkers hogere snelheden kunnen bereiken. Indien a. voor dergelijke trekkers een WAM-verzekering is afgesloten en b. de door de constructie bepaalde maximumsnelheid van 40 km/h in de polisvoorwaarden is opgenomen, zal een afgesloten WAM-verzekering in de visie van het gerechtshof te Amsterdam geen kracht hebben als blijkt dat de trekker sneller dan 40 km/h zou kunnen rijden. In dit soort gevallen is dan sprake van een strafbaar feit.

Ook bromfietsen hebben op grond van het Voertuigreglement een door de constructie bepaalde maximumsnelheid. De bezitter van een opgevoerde brommer zal op basis van de uitspraak van het gerechtshof onverzekerd zijn indien in de polisvoorwaarden deze door de constructie bepaalde maximumsnelheid is opgenomen.
Of een dergelijke voorwaarde altijd in de verzekeringsovereenkomst is opgenomen, is door mij niet te beoordelen.

Tegen de uitspraak is beroep in cassatie ingesteld. Naar mijn mening blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid in het leven is geroepen puur ter bescherming van een eventueel slachtoffer. Zolang maar vaststaat dat een benadeelde bij een ongeval zijn of haar schade vergoed krijgt van de verzekeraar, heeft de bezitter van een voertuig voldaan aan de verzekeringsplicht. Dat wellicht de verzekeraar bij het niet vervullen van voorwaarden uit de verzekeringsovereenkomst recht heeft om het uitgekeerde schadebedrag (gedeeltelijk) te verhalen op de verzekerde staat hier wat mij betreft los van. In mijn visie heeft mijn cliƫnt zich dan ook niet schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, hij heeft zijn voertuig niet onverzekerd op de openbare weg gebruikt. Door de uitspraak van het hof treedt de strafrechter in de uitleg van de polisvoorwaarden. Immers, ondanks het feit dat de verzekeraar en de verzekerde de mening zijn toegedaan dat sprake is van een geldige verzekeringsovereenkomst, kan de rechter oordelen dat desondanks geen sprake is van een geldige overeenkomst omdat naar de mening van de rechter zekere voorwaarden niet zijn vervuld. In de onderhavige zaak betrof deze voorwaarde de door de constructie bepaalde maximumsnelheid; op basis van het Amsterdamse arrest zou dit in theorie ook voor andere voorwaarden in een verzekeringsovereenkomst kunnen gelden.

CliĆ«nt is veroordeeld tot het betalen van een geldboete van 380 euro. Bovendien is het voertuig onttrokken aan het verkeer. Dat laatste betekent dat cliĆ«nt het voertuig niet meer terugkrijgt, althans indien deze uitspraak in stand blijft. Gelet op de algemene bewoordingen van de uitspraak van het hof lopen bezitters van voertuigen waarbij formeel de polisvoorwaarden niet worden nageleefd een identiek risico als mijn cliĆ«nt. Of het ook zoĀŽn vaart zal lopen in de praktijk weet ik niet; niet ik maar de politie is belast met controle op de naleving van deze wettelijke verplichting.

Mr. Tjalling van der Goot
Bezoekadres: Ossekop 11 - 8911 LE Leeuwarden
Postadres: Postbus 324 - 8901 BC Leeuwarden
Telefoon: 058 2442500
Fax: 058 2169696
info@ankerenanker.nl
www.ankerenanker.nl


---- --